De Vierdaagse van Nijmegen en Zuilen

Via de Adriaan Mulderstraat komt de Nijmeegse Vierdaagse ook nog even langs in de Zuilense geschiedenis. U leest erover in het Utrechts Nieuwsblad van 28 juli 1962

 

Oud-Utrechter masseerde in Nijmegen

De heer Schouten, die 3 juli in Holland arriveerde, keerde gisteren terug van de Nijmeegse vierdaagse, waar hij als lid van het Nederlands Vennootschap voor Heilgymnastiek en massage, de wandelaars de nodige lichamelijke steun heeft gegeven.

De heer Schouten emigreerde enkele jaren geleden naar Amerika, waar hij nu in Seattle in de staat Washington woont. Vroeger had hij ook reeds zijn krachten op een dergelijke wijze aan de wandelaars geschonken en na overleg met de heer Smit uit Rotterdam nam hij vakantie op om in de „Wedren” te Nijmegen de lopers weer terzijde te staan.

Het werk is hem overigens niet vreemd, want hij werkt in de States als Physical Therapist, hetgeen daar een staatsbetrekking betekent.

De zes weken vakantie brengt hij door bij zijn broer in de Adriaan Mulderstraat. De nu 46-jarige, is in de turnwereld geen onbekende, twee maal staat zijn naam gegrift in de steen in de gymnastiekzaal van de Zuilenstraat, waar de winnaars van de Stichtse turnkring een plaatsje krijgen.

vierdaagse

En nu maar zoeken naar iemand uit Zuilen die door de heer Schouten werd gemasseerd…

Nieuwbouw Stevens Fundatie in de Prinses Margrietstraat

Stevens Fundatie ‘moest’ weg uit de Utrechtse binnenstad en besloot tot nieuwbouw in Zuilen. Ook deze woningen zijn inmiddels weer afgebroken en vervangen door nieuwbouw. In het Utrechts Nieuwsblad van 2 juli 1960 lezen we over de opening van de eerste nieuwe woningen van de Stvens Fundatie.

Stevens fundatie

Vanochtend werden om kwart voor twaalf de nieuwe woningen van de Stevensfundatie te Utrecht aan de Prinses Margrietstraat officieel in gebruik genomen. U ziet hier bij de bezichtiging van links naar rechts de heer J.G. Drewes, directeur van het gemeentelijk huisvestingsbureau, mr. J.H. des Tombe, voorzitter van het college van regenten (die naar de huizen wijst), burgemeester en mevrouw De Ranitz, wethouder A.P.G. van Koningsbruggen en de heer M. van der Molen, regent.

Over de Deutzenia in het Julianapark.

De Tuin van Kol, aangelegd door Copijn, met als doel de ‘burgerij’ kennis te laten maken met planten – zoals de Deutzenia – en dieren. dat is aardig gelukt. Na het overlijden van Jan Kol III hebben de erven Kol de tuin verkocht aan de gemeente Utrecht. Het werd kort daarop: Julianapark. Het park werd verder uitgebreid en regelmatig beschreef een journalist de pracht en praal van het park. (Vooral in de Tweede Wereldoorlog als de cencuur veel verbiedt.) Zo lezen we in het Utrechts Nieuwsblad van 1 juli 1940

Julianapark in den overgang van voor- naar midzomer

——

Het luisterrijke seizoen van rijkelijken bloei van bomen en heesters spoed alweer te einde. Thans bloeien nog de Deutzia’s en spirea’s en geuren nog de bloesems van jasmijn en van linde.

De vroegbloeiende rozen zijn al over haar hoogtepunt heen, maar er volgen nog tal van zomer- en herfstrozen.

Momenteel trekken de overdadig bloeiende lavendels in de Ericavallei aan den voet van het terras van Café Juliana de aandacht.

Naarmate de planten in het Julianapark thans bij den overgang van den voor- naar den midzomer in mindere mate op de voorgrond treden, schenke men zijn belangstelling aan het eveneens in dit park te bewonderen dierenleven.

In de hertenkamp dartelen vier jonge damherten naast hun moeders. Van tijd tot tijd houden ze wedstrijden in het in woeste vaart over het ruime grasveld galoppeeren. Bij het hooren van hun moeder’s roep, een zacht geblaat, rennen de kindertjes ademloos naar moeder terug. Om weer op krachten te komen mogen ze zich daarna laven aan de moedermelk.

De hertebokken, die in ’t voorjaar hun gewei hebben afgeworpen, dragen nu alweer het a.s. bastgewei, een met vel overtrokken voorloopig gewei, waaruit binnen enkele weken het nieuwe gewei zal ontstaan.

In de rotonde merken we een mooie verzameling parkieten op, waaronder grasparkieten in groen, gele en blauwe kleur.

De jonge waterhoentjes, Casarca’s, Magelhaen – en Toulouseganzen, alsmede de kalkoen – en de zilverfazantkuikens groeien voorspoedig op.

In de nieuwe volière zien we kuikentjes van de gewone- en van de witte boschfazanten met hun pleegmoeder, een bruine krielkip.

Binnenkort worden kuikens verwacht van de pauwen en van de parelhoenders, alsook van de goudfazanten.

Voor den planten- als voor den dierenliefhebber blijft het Julianapark aldus een stadstuin, die hen volop doen genieten.

Deutzenia

De Deutzenia, zoals die beschreven staat in dit artikel.