De Dr. Plesmanlaan

Albert Plesman werd 7 september 1889 geboren als zoon van een eierenhandelaar te ’s-Gravenhage. Hij trouwde op 27 december 1917 met Susanna Jacoba van Eijk, de dochter van een kaasfabrikant te Gouda. Uit dit huwelijk werden een dochter en drie zoons geboren.

Plesman was in 1915 gelegerd te Soesterberg, waar hij als beroepsofficier bij de gemobiliseerde Nederlandse luchtstrijdkrachten (toen de “militaire luchtvaartafdeling” genoemd) in 1918 zijn militaire vliegbrevet behaalde.

Plesman was mede organisator van de Eerste Luchtverkeer Tentoonstelling Amsterdam, die van 1 augustus tot 15 september 1919 gehouden werd. Er kwamen 800.000 bezoekers op af. Voor deze gelegenheid waren expositiehallen gebouwd, die na het evenement in gebruik werden genomen door Anthony Fokker voor zijn nieuw op te richten vliegtuigfabriek Fokker te Amsterdam-Noord.

Al deze activiteiten leidden op 7 oktober 1919 tot de oprichting van de N.V. Koninklijke Luchtvaart Maatschappij voor Nederland en Koloniën (KLM), waarvan Plesman eerst administrateur en later directeur werd. Na de Tweede Wereldoorlog werd Plesman benoemd tot president-directeur van de KLM. Na het herstel van de door de oorlog geleden schade werd het bedrijf onder zijn leiding een luchtvaartmaatschappij van groot allure.

Plesman stierf in op 31 december 1953 in zijn geboortestad aan een hart- en vaatziekte.

Dr. A. Plesman (* 1889 –† 1953)

De Plesmanlaan is in oorsprong een laan zonder winkels. Er is wat geschiedenis van de laan op papier kunnen zetten, met dank aan oud-bewoner Harry de Keijzer.

Beetje opmerkelijk is de combinatie naam van de laan en de wijk: de Dr. Plesmanlaan grenst namelijk meer aan de wijk ’t Zand, waar de straten vernoemd werden naar architecten (Van der Pekstraat, Hanrathstraat, M. de Klerkstraat), dan aan de Vliegerswijk, waar de namen vernoemd werden naar Nederlandse luchtvaartpioniers als A.H.G. Fokker en Adriaan Mulder. Maar dat terzijde.

De flats werden gebouwd in drie woonlagen. Omdat later nog bebouwing zou kunnen volgen (als de Dr. Plesmanlaan richting Amsterdamsestraatweg zou worden doorgetrokken, maar men wist toen nog niet hoeveel woningen dat zouden worden) is de nummering van de even-zijde niet met ‘2’ begonnen, maar met nummer 40.

We beschrijven dankzij de eerder genoemde oud-bewoner een aantal van de bewoners aan de even zijde: in de twee flatgebouwen, die overigens werden gebouwd in opdracht van het bouwbedrijf van C. Plomp. Hier woonden verschillende Zuilense ondernemers. Zo vinden we in het namenlijstje van bewoners onder ander de naam Lamme.

De familie Lamme woonde op nummer 64. J.A. Lamme was de vader van twee Zuilense ondernemers: één ervan was Freek Lamme, die werd slager op de hoek De Lessepsstraat en de Edisonstraat.

In eerste instantie noemde hij de slagerij ‘De Tijdgeest’, maar toen in de Adriaan Mulderstraat een slagerij opende met dezelfde naam, wijzigde hij de naam en werd het Slagerij ‘Lamme’.

Onno, de broer van Freeks, zette de bedrijvigheid van zijn vader voort. Hij bouwde de door zijn vader begonnen leesbibliotheek uit met een kantoorboekhandel en groeide uit tot ‘Drukkerij Elinkwijk’ aan de Amsterdamsestraatweg. (Enige tijd zelfs aan beide zijden van de straatweg, waar we sinds begin deze eeuw een huisartsenpost en aan de overkant de Boni-supermarkt vinden).

Op de tweede verdieping, nummer 64 II komen we een andere Zuilense ondernemer tegen: T. Groenendaal, die de winkel van zijn vader, J. Groenendaal, voortzette. Die had een melkhandel in de De Lessepsstraat op de hoek van de Swammerdamstraat.

Op nummer 68 woonde de familie Vijver. H.J.W. Vijver was huisarts en verplaatste zijn huisartsenpraktijk naar de Amsterdamsestraatweg. Nadat hij het pand verlaten had kwam op het adres aan de Plesmanlaan tandarts Koning-Otten voor de gebitten van de Zuilense patiënten zorgen.

Op een facebookbericht uit 2014 over dokter Vijver wordt door verschillende oud-patiënten gereageerd: ‘Wat een fijne arts was hij, ik zie hem nog in zijn Citroën door de wijk scheuren. Menig arts in deze tijd mag daar een voorbeeld aan nemen’. Bas Mulder schreef: ‘Was ook onze huisarts, het was een kanjer’, en Jan van Elteren herinnerde zich: ‘Dat was nog een ouderwetse huisarts, die een hoop zelf deed. Geen assistente, geen afspraken. Als je bij hem langs wilde, moest je ’s morgens een nummertje halen. Zijn praktijkruimte was absoluut ontoegankelijk voor rolstoelen! Maar wel een hele fijne huisarts!’.

Zuster Mien van Kouterik in haar nieuwe onderkomen.

Op nummer 70 komen we nog meer gezondheidszorg van Zuilen tegen: op dit adres woonde namelijk zuster Mien van Kouterik van het Oranje-groene Kruis. Zij is de wijkzuster die het bewind voert in het wijkgebouw in de flat, waarover in het Utrechts Nieuwsblad van 20 september 1957 te lezen valt: ‘Oranje-Groene Kruis opende modern wijkcentrum – aanwinst aan Plesmanlaan – Donderdagmiddag is aan de Dr. Plesmanlaan in de wijk Zuilen te Utrecht het nieuwste wijkcentrum geopend van de Stichting kring Utrecht van het Oranje-Groene Kruis. Het is een naar de eisen des tijds uitgerust medisch wijkcentrum, waarin tevens een consultatiebureau voor zuigelingen is gevestigd.

Op de parterre vindt u een modern ingerichte boxenkamer, spreekkamer van de arts en de wijkverpleegster en een magazijn met verplegingsartikelen. De wijkzuster is zuster M. van Kouterik. Het meest trots was zij op de babyweegschaal die een relatie aanbood aan het nieuwe wijkcentrum. Een schat van bloemen versierde na de plechtigheid de boxenkamer…’

De laatste huisnummers van de Dr. Plesmanlaan eindigen bij het Prins Bernhardplein. Ook daar werden flats in de stijl van de Dr. Plesmanlaan gebouwd, maar op de begane grond kwamen winkels. Aan het Prins Bernhardplein bouwde men ook de nieuwe parochiekerk voor de rooms-katholieke gelovigen van Zuilen, de St.-Jacobuskerk.

De St.-Jacobuskerk vanaf de Dr. Plesmanlaan.

Meer weten over de Dr. Plesmanlaan en/of Zuilen: www.museumvanzuilen.nl

De Marinus van Meelstraat

Marinus van Meel behaalde zijn F.A.I.-brevet op 6 juni 1911. Zijn pechvolle deelname aan de eerste Europese rondvlucht, werd aanleiding tot succesvolle demonstraties te Grave. Na de manoeuvres in 1911, kwam hij te Soesterberg, alwaar hij de tweedekker ‘De Brik’ bouwde. Met dit toestel heeft menig officier aldaar gevlogen. Ook een watervliegtuig werd door hem te Tiel gebouwd, dit toestel ging later bij demonstraties voor de Marine verloren. De Eerste Wereldoorlog was de voornaamste reden dat hij de vliegerij eraan gaf.

De Marinus van Meelstraat werd in verschillende fases bebouwd. Dat is aan de bouwstijl duidelijk te herkennen. De woningen vanaf de Bernard de Waalstraat tot ongeveer halverwege zijn geheel in de stijl van de rest van de straten in Mariëndaal

De M. van Meelstraat rond 1956. Links zijn de flats aan de Dr. Plesmanlaan in aanbouw, de rechtse flat staat nog in de steigers. Midden voor is de kerk in aanbouw. Op het braakliggende terrein op de voorgrond werd jarenlang de kerstboomverbranding gehouden. De Openbare Lagere School 2 is nog te zien, omdat men nog óver de kerk (sinds 2018 Best Life Church) heen kan kijken.

Pas in 1957 werden de woningen nummers 5 tot en met 35 gerealiseerd. De bouw van deze huizen haalde de krant, zij werden namelijk door de toenmalige bewoners zelf gebouwd: ‘Op het braakliggende terrein aan de M. van Meelstraat zal men over enige tijd burgers hun eigen huis kunnen zien bouwen…’

Het ontwerp van deze woningen was van niemand minder dan Gerrit Rietveld. Hij tekende deze woningen in opdracht van de Coöperatieve Vereniging Politiebond Utrecht.

De heer D. van Eijk woonde in de M. van Meelstraat 23 van 1984 tot 1994. Hij vertelde tijdens een bezoek aan het Museum van Zuilen, dat het ontwerp van Rietveld o.a. resulteerde in een ongebruikelijke deurbevestiging: de deuren konden, net als een koelkastdeur, naar believen ook andersom draaiend gemaakt worden.

De woning op nummer 5 werd kort daarop in gebruik genomen door een (van de weinige) ondernemers in deze straat, u kon hier uw ‘Tielen’s kolen’ bestellen.

De heer Boss, de bewoner die in 2017 op nummer 57 woont, vertelde dat de eerste bewoner van dit perceel de heer Van Rossum was, de man van het bekende Zuilense warenhuis ‘Evora’. Daarna betrok een andere ondernemer dit pand, de heer Luttmer. Hij had een naaimachinehandel in de Utrechtse Lange Elisabethstraat.

De M. van Meelstraat op 12 december 1998, foto ‘Het Utrechts Archief’.

Aan de even zijde van de M. van Meelstraat kwam de ingang van de St.-Jacobusschool, de tweede Rooms-katholieke school in Zuilen

De St.-Jacobusschool was net als de tot dan laatst gebouwde scholen in Zuilen (de Prinses Marijkeschool en de Elout van Soeterwoudeschool) een ontwerp van de Zuilense gemeente-architect W.C. van Hoorn.

A.J. van Leusden vertelde tijdens zijn bezoek aan het Museum van Zuilen dat hij op de dag dat de school in gebruik genomen werd, na het ‘verzamelen’ op de speelplaats in de gaten had dat de leerlingen naar binnen moesten. Hij versnelde zijn pas en – en daar is hij na ruim zestig jaar nog trots op – was de eerste leerling die de school in stapte.

Er zijn blijkbaar nog meer mensen trots op ‘hun’ Zuilense geschiedenis. Zo werd omstreeks 2010 door een verontruste bewoner de hulp van het Museum van Zuilen ingeroepen voor een kunstwerk dat verplaatst dreigde te worden.

Het ging hier om het beeld ‘The Gym’ dat J. Bürgi gemaakt had en de speelplaats van de school sierde: gymnastiek.

Het Utrechtse gemeentebestuur had het plan opgevat om een aantal ‘vergeten’ beeldhouwwerken die her en der in de stad staan, op een plek in de stad (Leidsche Rijn) te concentreren. Maar het gemeentebestuur werd vriendelijk verzocht het beeld van Bürgi te laten staan waar het thuis hoorde: in Zuilen.

Het beeld dat J. Bürgi maakte toen het nog voor de school stond.

Meer weten over de Marinus van Meelstraat en/of Zuilen: www.museumvanzuilen.nl

De Bernard de Waalstraat

Bernard de Waal behaalde zijn F.A.I.-brevet op 15 juli 1912 te Mainz. Als invlieger en vliegleraar bij Fokker werd hij bekend. In 1913 was zijn bijzondere prestatie een vlucht van Berlijn naar Utrecht. Ook om een reeks passagiersvluchten met Hollandse officieren te Den Haag is hij bekend geworden.

De familie De Keijzer woonde in het op één na laatste huis aan het eind van de straat. De naastgelegen bebouwing van tegenwoordig, de Best Life Church (ooit gebouwd als de St.-Jacobuskerk) en de flats aan de Plesmanlaan moesten nog gebouwd worden en dat is vermoedelijk de reden dat er ook veel met de kinderen van de naastliggende wijk ’t Zand werd gespeeld.

De herinneringen aan het spelen in en om de straat schreef Ad de Keijzer voor ons op:

‘Wij kwamen daar wonen in 1947. Er was een heleboel nog niet. Daar bedoel ik mee: de St.-Jacobuskerk, de nieuwe Bethelkerk en de supermarkt. Wij woonden op nummer 65. Naast ons was het hoekhuis nr. 67. Daarnaast, dus op de plek waar nu de St.-Jacobuskerk staat, tot aan de woningen van ’t Zand, was het een grote gras/zandvlakte waar gevoetbald werd en met de vele jongens uit de straat “Olympische Spelen” werden georganiseerd.

Deze herinnering is natuurlijk te combineren met de spelen die in 1948 in Londen werden gehouden. We organiseerden het met onderdelen als hoogspringen, verspringen, sprinten maar ook onze eigen marathon kwam aan bod. Via de Lelimanstraat liepen we naar de Amsterdamsestraatweg richting Maarssen, daar rechtsaf het Zuilenselaantje op en via de Daalseweg weer terug naar ’t Zand. Wielrennen deden wij ook heel veel en de bekende Michel Stolker was daarbij ook weleens aanwezig. Maar… als hij meedeed informeerde hij eerst goed welke route werd gereden. Op het moment dat wij dan aan de meet kwamen zat hij al thuis achter de limonade.

Ook met de kinderen in de naburige straten speelden en ravotten wij jongens naar hartenlust. Op de hoek van “ons land” (tegen ’t Zand aan) was een speeltuin. Vele keren heb ik overgegeven van het draaien in de draaimolen van die speeltuin…

Familie De Keijzer op de foto in de Bernard de Waalstraat.

… Enkele namen van jongens in onze straat zijn mij bijgebleven: mijn buurjongen Klaas Bos, zij emigreerden met het hele gezin. Ook Loek Miltenburg, die had een stel mooie zusjes. De jongste heette Babs. Loek is ook geëmigreerd, naar Australië naar ik meen. Verder had je nog de jongens Alblas, van Holst, Heemskerk, Rozendal, van Gilse, Brekelmans en Dolman.

Van buiten onze straat kwamen o.a. mijn vriend Jack van Roon (hij voetbalde bij Elinkwijk), Bil Pater (hij was de wielrenner), Ad Klabbers, Kees Dietrich en de jongens van Drijver.

Met dit gezelschap hebben wij prachtige jaren beleefd in en om de Bernard de Waalstraat.’

Het Museum van Zuilen bezit een legpenning ten name van W. Kok, ‘voor 25 jaren dienst’. De heer W. Kok was net als zijn vader P.J. Kok in dienst bij Werkspoor. W. Kok werkte als Technisch Beambte en heeft o.a. aan de grote brug in Melbourne, de ‘West Gate Bridge’, gewerkt. Kort voor het grote ongeluk (tijdens de bouw is een deel van de brug ingestort ‘maar Werkspoor was slechts onderaannemer, anders was het zeker niet gebeurd’) werd hij overgeplaatst naar Engeland. W. Kok leerde ook zijn echtgenote kennen bij Werkspoor. Zij trouwden in 1944 en gingen wonen in de Bernard de Waalstraat.

De heer J. Osinga was leerkracht van de Openbare Lagere School 2, later de Prins Bernhardschool die sinds 2009 onderdeel uitmaakt van het Vorstelijk Complex. Osinga woonde bij het Vliegermonument en een van zijn hobby’s was fotografie. Hij maakte deze opname van de Bernard de Waalstraat.

Meer weten over de Bernard de Waalstraat en/of Zuilen: www.museumvanzuilen.nl

De Adriaan Mulderstraat

 

Adriaan Mulder is de eerste Nederlander, die op eigen bodem zijn brevet haalde, hetgeen op 7 april 1911 werd uitgereikt. Dit geschiedde met een Blériot op de Molenheide bij Breda. Hij was er een van het getrouwe trio, waarvan ook H. Bakker en J. van Bussel deel uitmaakten. Destijds was de luchtvaart nog niet rijp om er een bestaan in te vinden, zodoende kwam er een einde aan deze vliegersloopbaan.

Voor een beschrijving van de straat ’van toen’ wandelen we de straat in vanaf de Swammerdamstraat. Wat meteen opvalt is dat de huisnummers niet bij ‘1’ beginnen.

Op de hoek van de Adriaan Mulderstraat en de F. Koolhovenstraat komen we bij de fietsenwinkel van Cor Macco. Zijn zoon Peter zette de nering van zijn vader voort en verhuisde naar de Amsterdamsestraatweg, hoek Voltastraat. Ook dat pand werd te klein en de winkel ging nogmaals naar een ander adres: Nijverheidsweg, waar ook (klein)zoon Jimmy Macco in de voetsporen van zijn vader trad.

Een andere vorm van bedrijvigheid vond voornamelijk plaats op het binnenterrein tussen de F. Koolhovenstraat, A.H.G. Fokkerstraat en de Adriaan Mulderstraat. Daar zat de ‘Elinkwijkse Melk Inrichting’, de melkgroothandel van de heer Stam. De EMI was geheel ingesloten door woningen. Het irritatie vanwege het gerammel met de melkbussen was hier dan ook niet van de lucht.

De toegangspoort naar het terrein bevond zich naast nummer 26. Deze deur kreeg naam onder de jeugd van Zuilen: vanwege de vele in de deur gekraste ‘drie-letter-schuttingwoorden’ waaraan de kinderen zich met enige regelmaat vergaapten. Door deze jeugd werd deze toegangsdeur ‘Het poortje met de vieze woordjes’ genoemd.

Voordat we bij de winkel op de hoek van de Wethouder D.M. Plompstraat komen, passeren we nummer 38 waar de familie Drijver woonde. De heer Drijver heeft in de Zuilense politiek zijn woordje gedaan en mevrouw Drijver heeft zich voor de wijk Zuilen meer dan verdienstelijk gemaakt. Zelfs op haar negentigste (90!) jaar was zij nog actief voor de Stichting ‘Gemeenschap Zuilen’. In het Julianapark is het paviljoen naar haar genoemd: het Antje Drijverpaviljoen.

Mevrouw Drijver houdt een oogje in het zeil bij het paaseieren zoeken in de tuin van Slot Zuylen. Een en ander werd georganiseerd voor de ‘Kindervereniging “Mariëndaals Belang” ‘ waarvan mevrouw Drijver voorzitster was.

Slechts weinigen onder u zullen weten dat Adriaan Mulder een krans legde bij de onthulling van het Vliegermonument aan de Wethouder D.M. Plompstraat. Voor meer informatie hierover verwijs ik u naar de qr-tegel in die straat.

Was op het binnenterrein de groothandel in melk te vinden, op de hoek met de Wethouder D.M. Plompstraat vonden we de detailhandel in melk, de winkel van de melkhandelaar B. Lagendijk.

In dit pand komt de heer Beukers de handel voortzetten en zijn zoons helpen mee aan de groei van het bedrijf.

Over een stukje wel en wee van de familie geef ik graag de pen even aan zoon Hennie:

‘De familie Beukers kwam in okt/nov 1957 vanuit Oudewater naar Utrecht. Wethouder D.M. Plompstraat 50. Er waren 5 kinderen: André, Leen, Hennie, Gita †, en Jaap.

We hadden een kruidenierswinkel en een kleine sigarenwinkel. We woonden achter de kruidenierswinkel en boven de sigarenwinkel.

Op 50bis (de stenen trap op) woonde toen nog de weduwe Van der Leest. Na haar overlijden zijn we boven de winkel gaan wonen en werd de kruidenierswinkel vergroot. Het werd een soort supermarkt waarbij de losse waren nog wel vanachter een toonbank voor de klanten werd klaargemaakt (afwegen en verpakken.)

Rond 1967 ging mijn vader vuurwerk verkopen. Omdat ik al vaak in de sigarenwinkel te vinden was deed ik de inkoop en organiseerde ik ook de verkoop aan het einde van december. Er werd in het begin niet echt veel verkocht, maar toen ik begon met het maken van bestellijsten liep het een stuk beter.

Het vuurwerk stond bij ons gewoon in de dozen onder de stoelen en de bank in de huiskamer. En we rookten er vrolijk op los. Als de dozen werden geopend om alle bestelling klaar te maken werd het pas een gevaarlijke situatie met al dat open vuurwerk. We rookten toen uiteraard niet. Ook in de sigarenwinkel mocht tijdens de verkoop NIET worden gerookt.’

Het pand van B. Lagendijk kort na de ingebruikneming (en nog ruim voordat de heer Beukers dit pand betrok).

De Adr. Mulderstraat kwamen we nog meer bedrijvigheid tegen: op de hoek met de H. Wijnmalenstraat bevond zich de kruidenierswinkel van de heer Klabbers waarin later Hobby-shop Zuilen kwam.

‘Met ingang van Vrijdag 1 November a.s. zal het eindpunt van lijn 3 verlegd worden naar de Adr. Mulderstraat, terwijl er een halte geplaatst zal worden in de Weth. Plompstraat, nabij den Amsterdamschestraatweg.’ Knipsel uit 1946. Dus kon je daar ook de bij Werkspoor-Utrecht gebouwde zogenoemde ‘bolramers’ zien rijden.

Meer weten over de Adriaan Mulderstraat en/of Zuilen: www.museumvanzuilen.nl

De Clement van Maasdijkstraat

Begin 1910 leerde Clement van Maasdijk in Frankrijk bij Farman vliegen. Met een Sommer tweedekker kwam hij terug in ons land en gaf o.a. te Heerenveen en Arnhem vliegdemonstraties. Deze laatste werden hem noodlottig. C. van Maasdijk is het eerste offer, dat Nederland hiermede bracht aan de vliegerij. Het monument voor de gevallen vliegers staat dan ook op de meest aangewezen plaats.

De C. van Maasdijkstraat kent bijna geen winkels, ‘alleen maar’ huizen, een Vliegermonument, een Beatrixboon en -bank en een school. Gelukkig woonde in een der huizen de heer Osinga, onderwijzer op de Openbare Lagere School 2 (later de Prins Bernhardschool, en tegenwoordig deel uitmakend van het Vorstelijk Complex) te Zuilen.

Waarom noem ik hier specifiek de heer Osinga? Hij fotografeerde als hobby en zijn zoon bracht in 2010 ongeveer 1600 negatieven van foto’s die zijn vader maakte. Heel veel van schoolreisjes, leerlingen van de school, Sinterklaasfeesten enz. Maar ook mooie foto’s van o.a. de woning in de C. van Maasdijkstraat.

Prachtige foto van de heer Osinga, bewoner van de C. van Maasdijkstraat 3..

De Clement van Maasdijkstraat hoort bij de wijk Mariëndaal, de wijk die ook de Vliegerwijk wordt genoemd. De straten van deze wijk werden genoemd naar Nederlandse luchtvaartpioniers.

In deze straat bouwde men Zuilens eerste echte monument, een idee van de gemeentesecretaris, de heer A.J. van der Weerd. Als eerbetoon aan hem mocht hij de eerste steen van het Vliegermonument leggen.

Het leggen van de eerste steen van het Vliegermonument gebeurde onder grote publieke belangstelling.

Bij de onthulling van het Vliegermonument werd onder andere door Adriaan Mulder een krans aan de voet van het monument gelegd en tijdens zijn rede verschenen er 5 jachtvliegtuigen, die ‘op geringe hoogte een demonstratie gaven van wat de Nederlandsche luchtvaart thans presteert. Het gedaver was zoo groot, dat de rede telkens onderbroken moest worden’.

Burgemeester Norbruis sprak daarna nog een enkel woord en deelde mee dat er een oorkonde in het monument gelegd zal worden waarop staat: ‘‘In het jaar 1938, het jaar van het 40-jarig regeeringsjubileum van H.M. de Koningin, is op initiatief van den gemeente-secretaris, den heer A.J. van der Weerd, dit monument gesticht. De ontwerper is de heer W.C. van Hoorn. De Beeldhouwer is de heer J. Uiterwaal.’’

Het Vliegermonument kort na de opening en nog compleet met vijver.

In de geschiedenis van de straat valt nog iets op: veel van de woningen in de straat, het Vliegermonument, de Prinses Beatrixbank, de winkels en de school zijn ontworpen door de gemeente-architect van Zuilen, W.C. van Hoorn.

We hebben het dan over drie winkels, maar… zij hebben als postadres Wethouder D.M. Plompstraat. Toch maar even melden wie hier nering dreven.

Voor een duidelijk beeld: denk even dat u vanaf de Amsterdamsestraatweg de Wethouder D.M. Plompstraat in loopt, en ongeveer tien meter vóór de kruising met de C. van Maasdijkstraat staat u stil.

Aan uw linkerhand zat de melkhandel van J.A. van der Horst. Aan de overkant van de C. van Maasdijkstraat, op nummer 10 (van de Wethouder D.M. Plompstraat dus) zat korte tijd bakker B. Hus. In 1950 komen we al een advertentie tegen die aangeeft dat in dit pand brood verkocht werd door de opvolger van Hus: Herman Wijnhof.

De winkel op de hoek aan de oneven kant was de groentewinkel van de Groot.

Gemeente-architect W.C. van Hoorn drukte een groot stempel op de vormgeving van de bebouwing in de C. van Maasdijkstraat.

Ook de Ned. Herv. School is door hem ontworpen, waarmee hij voortborduurde op zijn uiterst succesvolle ‘Gele Scholen ’, die naast het vroegere Schaakwijk werden gebouwd.

In een tijd dat er (vanwege deviezentekorten) geen gymzalen, maar wél scholen gebouwd mogen worden, ontwierp Van Hoorn een school waarvan de lokalen, niet zoals tot dan gebruikelijk, aan een lange gang zijn gesitueerd, maar in een ruitvorm. De daardoor ontstane hall, is dan zo groot, dat hij als aula, of gymzaal gebruikt kan worden.

De lokalen op de eerste verdieping zijn bereikbaar via een wat smallere balustrade, waardoor de ruimte nog groter lijkt. Het hekwerk om deze balustrade kreeg versieringen van draadstaal. Dit waren verschillende figuren zie een schoolvak aangaven: een notenbalk voor muziekles, een telraam voor de rekenles, een landkaart voor aardrijkskunde, enz.

Ansichtkaart van de school aan de C. van Maasdijkstraat. Alle relevante gegevens staan op de ansichtkaart zelf, dus ik beperk me tot: ‘Zonder woorden’.

Meer weten over de Clement van Maasdijkstraat en/of Zuilen: www.museumvanzuilen.nl