Boeken Deel 1 – De St.-LUDGERUSKERK

Voor de rooms-katholieke inwoners van het eerste uur is er nog geen kerk. Dat betekent bijvoorbeeld dat deze rooms-katholieken óf naar de St.- Josephkerk aan de Draaiweg in Utrecht moeten óf naar de Katholieke Kerk in het nabijgelegen Maarssen. Enige teruggang in het aantal kerkbezoekers is daarvan het logische gevolg. Dit leidt ertoe dat pastoor Alphons Ariëns uit Maarssen bij de aartsbisschop van Utrecht, Mgr. van der Wetering, pleit een kerk te bouwen voor deze nieuwe bewoners. Daarop verzoekt de aartsbisschop op zijn beurt aan de pastoor van de St.-Antoniusparochie, de heer G.B.W. Schilte, bouwpastoor te worden in Nieuw-Zuilen. Pastoor Schilte gaat vervolgens met grote voortvarendheid aan de slag: binnen korte tijd staat er een noodkerk aan de Daalseweg. Deze kerk werd gebouwd op de hoek van de Daalseweg en de St.- Bonifaciusstraat.

De naam werd gevonden bij de heilige Ludger(us), omdat volgens de overlevering Ludger in het toenmalige Swesen, dat later zou verbasteren tot Zuilen, hier werd geboren. Onder de parochianen van toen worden met enorme geestdrift vele commissies gevormd, die zich met hart en ziel storten op het grote streven: een ‘Grote Kerk’ in Nieuw-Zuilen. Dat lukt hen wonderwel. De volgende tekst werd geschreven op een perkamenten rol en in een loden koker ingemetseld bij de ‘eerstesteenlegging’.

‘In het jaar Onzes Heeren MCMXXIII den IV dag van Julimaand onder het Pontificaat van Z.H. Paus Pius XI. onder de zegenrijke regeering van Wilhelmina Koningin der Nederlanden. onder het doorluchtig Episcopaat van Monseigneur Henricus v/d Wetering in tegenwoordigheid van den Weleerwaarde Heer Gerardus. Bernardus Wilhelmus Schilte, eerste Pastoor dezer parochie, van de kerkmeesters L.H. Rozeman, P.J. Gram A.J. Hesp. W.P.H. van Hees. van den Bouwmeester dezer kerk Wolter. M. te Riele. van den Aannemer Th. Koenders. van den Opzichter H.A. Krengel: in tegenwoordigheid van talrijke Heeren Geestelijken. van het dagelijksch Bestuur der Gemeente Zuilen. en van zeer veel belangstellenden werd de Eerste Steen gelegd van den bouw dezer kerk. toegewijd aan den H. Ludgerus. Bisschop en Belijder door den Hoogeerwaarden Heer Monseigneur B.A. de Wit, Vicaris Generaal van het Aartsbisdom en Deken der Stad Utrecht.’

Deze tekst werd voorzien van een aantal handtekeningen van aanwezige hoogwaardigheidsbekleders,zoals G.B.W. Schilte, D.M. Plomp, L.H. Rozeman, en ook de handtekening van Alph. Ariëns siert dit document.

De bouw is dus gestart en er zullen nog vele ‘eerstesteenleggingen’ volgen. Er werd namelijk niet alleen een prachtige ‘Grote Kerk’ gebouwd, maar daarbij een klooster voor de zusters van de congregatie van ‘Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid’, een Fröbelschool, een School voor lager onderwijs aan jongens en een voor meisjes, een naaischool, een gymnastieklokaal, een Parochiehuis, een Wit-Gele Kruisgebouw, een clubgebouw voor de verkenners; zelfs een woning voor het ‘Hoofd der School’ werd gerealiseerd.

Op een prentje dat werd uitgegeven naar aanleiding van het 25-jarig bestaan van de parochie staat een lijstje ‘data uit de parochie-geschiedenis’:

’30 Mei 1917 Kapelaan G.B.W. Schilte wordt met de voorbereiding belast. 6 Jan. 1918 Inzegening van de noodkerk aan de Daalsche weg. 13 Oct. 1918 Opening van de leesbibliotheek. 1 Jan. 1919 Officieele oprichting van de parochie St. Ludgerus. 5 Jan. 1919 Installatie van Pastoor G. B. W. Schilte. 18 Sept. 1923 Opening van de gecombineerde jongens- en meisjesschool. 10 Juni 1924 Komst van de Eerw. Zusters. 23 Juni 1924 Opening van de Fröbelschool. 7 Juli 1924 Opening van de Naaischool. 1 Sept. 1924 Eerste uitbreiding van de gecombineerde jongens- en meisjesschool.’

Men liet het niet bij bouwen alleen: onder de bezielende leiding van pastoor Schilte kwamen er zeer veel verenigingen tot stand. Dat was een beetje eigen aan de tijd van toen: het werd door de kerkleiders als ongewenst beschouwd dat je als ‘goed katholiek’ lid werd van bijvoorbeeld een voetbalvereniging als Elinkwijk, want daar voetbalden ook mannen met een ander geloof en dat kon ook in de ogen van pastoor Schilte niet worden goedgekeurd. Dus werd er speciaal voor de katholieke voetballers van de St.-Ludgerusparochie een katholieke voetbalvereniging opgericht: ‘Houdt Moedig Stand’. Dat is slechts één voorbeeld, zoals u zult begrijpen. Niet alleen voetballen met anders gelovenden werd niet gewaardeerd, ook alle andere verenigingen ontkwamen hier niet aan. De gymnastiekvereniging die Zuilen toen had: ‘Sport Vereent’, kreeg een katholiek equivalent in de vorm van ‘Sportief’; de bestaande kruisverenigingen, zoals Het Witte Kruis, het Groene Kruis en het Oranje-Groene Kruis, werden in Zuilen voor de katholieken uitgebreid met het Wit-Gele (de rooms-katholieke kleuren) Kruis; de ‘algemene’ padvinderij kende al vroeg een katholieke tegenhanger: de ‘Jonge Wacht’ (later de ‘Verkenners’).

Jonge Wacht

De leden van de Jonge Wacht die u hier op de foto ziet zijn nog niet zo erg lang bij de club. Zij vormen de groep die per 21 mei 1939 geïnstalleerd werd. De heer Th. Jansen had er de volgende namen bij: helemaal rechts is de heer Jansen zelf. Naast hem staat Diemel. Henk Vleeshouwer bevindt zich voor de vaandelstok die gedragen wordt door Piet de Keijzer. Op de voorgrond treden v.l.n.r.: Oostenrijk,?,Kuipers.

Er werd ook een katholieke woningbouwvereniging opgericht. Deze zou eigenlijk St. Joseph gaan heten, maar in het jaar van oprichting werd er een prinsesje geboren en dat was de aanleiding voor de naam ‘Woningbouwvereniging Prinses Juliana’. Deze naam zou tot 1998 gehandhaafd blijven. Dat neemt echter niet weg dat de door deze woningbouwvereniging in Zuilen gebouwde woningen, ‘achter het Julianapark’ (rond de St.-Josephlaan) bij de Zuilense inwoners te boek stonden als: De Josephbouw.

Facebook reacties