Boeken Deel 6 – TENTOONSTELLING BEDRIJFSAUTO’S

In het R.A.I.-gebouw te Amsterdam heeft van 6 t/m 15 februari a.s. een tentoonstelling van bedrijfsautomobielen plaats. De afdeling rollend materieel van Werkspoor zal hier acte de présence geven met de expositie van twee autobussen. Een van deze bussen wordt tentoongesteld in een half voltooid stadium, waarbij de zelfdragende constructie en spanten goed zichtbaar zijn. De tweede bus is volledig afgewerkt. Deze bussen, welke worden vervaardigd voor een dochteronderneming van de Nederlandse Spoorwegen, zijn voorzien van de bekende reflectievrije voorruit, waarvan het nuttige effect bij ontstoken binnenverlichting gedemonstreerd zal worden. Ze zijn ingericht voor 46 zit- en 24 staanplaatsen en uitgerust voor de lijndienst met eenmansbediening.

De ingang bevindt zich voor de vooras, de uitgang juist voor de achteras. Bij de chauffeur is een betaaltafel aangebracht, uitgevoerd in gewapend polyester. Langs de zijwanden zijn boven de banken ruime bagagenetten van gevlochten nylonkoord aangebracht.

De deuren zijn uitgevoerd als z.g. paralleldeuren, welke in 2 delen naar buiten draaiend, belangrijke voordelen bieden, zoals ruime doorgang, goede tochtafsluiting en in gesloten toestand gelijkliggend met de wand. Dank zij de reflectievrije voorruiten was het mogelijk om in deze bussen een zeer goede verlichting aan te brengen, bestaande uit 10 T.L.-buizen.

De instap- en de bestuursafdeling worden door afzonderlijke ornamenten verlicht. Boven de uitgang is, ter verlichting van het te betreden weggedeelte, een schijnwerper aangebracht. Bovendien is de wagen van een noodverlichting voorzien. Bij de aanleg van de elektrische installatie, die bij een moderne autobus een gecompliceerd geheel vormt, is grote aandacht besteed aan een zeer goede bereikbaarheid en een overzichtelijke opstelling van de talloze onderdelen der installatie, waarbij uiteraard een door de bestuurder te bedienen omroepinstallatie is inbegrepen.

De verwarming geschiedt d.m.v. 3 verwarmingsapparaten, welke zijn aangesloten op het koelwatercircuit, geplaatst onder de linker rij banken. De apparaten worden, via in de zijwand aangebrachte jaloezieopeningen, gevoed met buitenlucht. Hierdoor wordt dus voortdurend schone en verse buitenlucht in het interieur geblazen.

Bij de chauffeur is een afzonderlijk verwarmingsapparaat geplaatst, dat via 5 uitstroomopeningen tevens zorgt voor het schoonhouden van de voorramen. Tijdens de zomer kan de verwarmingsinstallatie als ventilatiesysteem fungeren. De ventilatie in de bus vindt tevens plaats door twee afsluitbare luchtkanalen, waarvan de toevoeropeningen boven de voorramen zijn aangebracht. De afvoer geschiedt via twee bij onderdruk zichzelf sluitende afvoerkleppen in de achterwand.

Bij deze bussen is een groot aantal onderdelen vervaardigd uit gewapend polyester, een kunsthars, welke wordt versterkt met glasvezels en die tot uitharding wordt gebracht, zoals luchtkanalen, voor- en achterplafond, noodluikrand en windkap, raamlijsten, wielkasten en betaaltafel.

Op de Werkspoorstand zal een film vertoond worden van de fabricage van autobussen in het bedrijf te Utrecht.’
ws deel 2 foto 117

 

De Utrechtse wethouder Ploeg heeft op 27 september 1957 de eer de eerste ‘bolramer’ voor het gemeentelijke vervoerbedrijf in ontvangst te nemen.
Facebook reacties