De Lessepsstraat

We gaan voor een goed beeld van de straat een wandeling maken door de De Lessepsstraat. Als leidraad is gebruik gemaakt van een stratengids uit 1938-’39. Daarnaast zijn – voor een zo volledig mogelijk beeld – de advertenties nageplozen zoals die voorkomen in een aantal oude exemplaren van het Zuilens Nieuwsblad en programmaboekjes van verschillende jubilea. Daarom maak ik de wandeling in deze periode.

Links in de zijgevel van het huis dat op de Amsterdamsestraatweg staat, zien we de gedenksteen die hier werd aangebracht als herinnering aan de eerste bouw van voornoemde woningbouwvereniging.

Als we deze straat met zijn prachtige grote kastanjebomen, in 1938 inlopen, komen we de volgende wetenswaardigheden tegen. Het begint al meteen goed. Op nummer 4 woonde de familie Vliegenthart. Een zoon van het echtpaar Vliegenthart weet nog ‘als de dag van gisteren’ dat het tijdens het voetballen op straat kon gebeuren dat de bal een enkele keer terechtkwam in de tuin van de bewoner van nummer 8. Die was je kwijt! Daar hielp geen lieve moeder aan (waarmee in dit geval letterlijk bedoeld wordt dat ook moeder Vliegenthart de bal niet terugkreeg!). De zoon die me dit verhaal vertelde, vervolgde met de door hem als verbazingwekkend beleefde ervaring: ‘En die man kon harder lopen dan de voetballende jeugd.’

Op nummer 29, op de hoek met de Galvanistraat, zat een winkel die in de oorspronkelijke bouwplannen van 1913 bedacht is, een winkel waar tabaksartikelen verkocht worden. Zelfs tot 2008 werden hier nog sigaren en sigaretten aan de man gebracht. De winkel begon onder de naam Coöperatie Oostenburg. Een door werknemers van Werkspoor opgezette coöperatie die werd genoemd naar de bakermat van het bedrijf: het eiland Oostenburg in Amsterdam.

In 1926 stond een advertentie in het jubileumboekje dat werd uitgegeven door voetbalclub HMS waaruit blijkt dat hier de heer J.J.J. Buys achter de toonbank stond. Deze man is ook nog enige tijd wethouder en loco-burgemeester van Zuilen geweest. Er heeft volgens overlevering ook nog enige tijd een schoonzus van mevrouw Drijver pakjes sigaretten, shag, vloei en sigaren op dit adres verkocht. (Dat was óók een mevrouw Drijver, maar niet de in Zuilen zo beroemde mevrouw Antje Drijver) De winkel krijgt een andere naam, een die mooi aansluit bij de vestigingsplaats: Sigarenmagazijn ‘Galvani’. Maar dan worden de tabakswaren verkocht door de heer en mevrouw Hazeleger.

In de vroege jaren van De Oude Bouw werden vaak ansichtkaarten uitgebracht van deze Zuilense nieuwbouwwijk. Dat gebeurde dikwijls door Duitse bedrijfjes. ‘De Lessepsstraat’ wordt dan makkelijk verbastert tot ‘de Leisepsstraat’

In de vroege jaren van De Oude Bouw werden vaak ansichtkaarten uitgebracht van deze Zuilense nieuwbouwwijk. Dat gebeurde dikwijls door Duitse bedrijfjes. ‘De Lessepsstraat’ wordt dan makkelijk verbastert tot ‘de Leisepsstraat’

Aan de overkant van de De Lessepsstraat zat slagerij A. Kok (de slager die later verhuist naar de Amsterdamsestraatweg). Hij had een startkapitaal van ƒ 500 toen hij hier aan de slag ging. Nadat de heer Kok naar de andere winkel trok, kwam in dit pand een zetbaas. De eerste zetbaas was de heer de Wit. Later kwam hier J. van Schuppen in als zetbaas. Hij ging na enige tijd op deze plek als zelfstandig slager verder.

Achterop deze foto schreef mevrouw J. Bevers-Kok: Mijnheer Kok met waarschijnlijk jongste zuster, rond 1920 in de De Lessepsstraat.

Achterop deze foto schreef mevrouw J. Bevers-Kok: Mijnheer Kok met waarschijnlijk jongste zuster, rond 1920 in de De Lessepsstraat.

Als we onze weg richting Daalseweg/Edisonstraat vervolgen, zat vóór de komende kruising, aan de overzijde op nummer 46, de heer Th.J. Graeff. Hij verkocht radiotoestellen.

Nummer 48 is het pand op de hoek met de Swammerdamstraat. Tijdens onze wandeling zat op dit nummer de heer J. Groenendaal. Hij adverteerde met de tekst: ‘Het oudste adres ter dezer plaatse: J. Groenendaal De Lessepsstraat 48 Elinkwijk’. Door de heer Groenendaal werden ‘melk en kaas producten’ verkocht vanuit zijn melkinrichting ‘Nieuw-Zuilen’. Groenendaal nam de winkel over van de heer Vossestein. Die was een van de weinigen in de omgeving met een telefoonaansluiting. Daarom werd op verzoek van het gemeentebestuur op de luifel boven de ingang van de winkel een zogenoemd ‘Brandsein’ geplaatst. Dit was een lantaarnvormige opbouw, voorzien van de tekst BRANDSEIN. In geval van brand wisten de omwonenden waar zij terecht konden om de brand te melden. De Werkgroep Directe Voorzieningen van de gemeente Utrecht, die zich ijvert voor het terugbrengen in het straatbeeld van oude elementen, zorgde ervoor dat sinds 2011 op de luifel van dit pand een replica van het brandsein is aangebracht.

De familie Vossestein voor de winkel in de De Lessepsstraat 48. ‘Handel in Melk boter kaas en eieren’, maar de meerwaarde van de foto is het Brandsein aan de luifel.

De familie Vossestein voor de winkel in de De Lessepsstraat 48. ‘Handel in Melk boter kaas en eieren’, maar de meerwaarde van de foto is het Brandsein aan de luifel.

 

Dit is de familie Groenendaal, bij het 40-jarig huwelijksfeest van het echtpaar, waarbij alle familieleden op de foto gingen

Dit is de familie Groenendaal, bij het 40-jarig huwelijksfeest van het echtpaar, waarbij alle familieleden op de foto gingen

 

De fotograaf plaatste zijn statief in een van de voortuintjes van de huizen aan de De Lessepsstraat. Dat was voor de overburen al aanleiding genoeg om ‘haastje repje’ het goeie goed aan te trekken en de verrichtingen vanaf de overzijde nauwlettend te volgen. De foto werd genomen richting Amsterdamsestraatweg, zo rond 1920.

De fotograaf plaatste zijn statief in een van de voortuintjes van de huizen aan de De Lessepsstraat. Dat was voor de overburen al aanleiding genoeg om ‘haastje repje’ het goeie goed aan te trekken en de verrichtingen vanaf de overzijde nauwlettend te volgen. De foto werd genomen richting Amsterdamsestraatweg, zo rond 1920.

De Lessepsstraat 50 was het adres waar de heer R(ijn) Wijsman de huismoeders via advertenties opriep hier hun aardappelen, groenten en fruit te kopen. Bij de kruising die we net passeerden, waren dus twee winkels waar we al wandelend vanaf de Amsterdamsestraatweg tegenaan keken. De volgende winkel die we op ons pad treffen, is andersom gesitueerd, je ziet hem pas als je ernaast loopt. Maar hij straalde wel warmte uit (misschien voelen we hem dus). Het is een van de bekende winkeliers van Zuilen die hier warmte verkocht in de vorm van kolen en andere brandstoffen: deze winkel was van Olij. Het is niet uit onbeleefdheid dat ik hier niet schrijf ‘van de heer’; dat komt als volgt: deze handel werd door de heer Cornelis Olij samen met de heer van Berckel begonnen en kreeg de naam Bercolij. De heren gingen uit elkaar en deze winkel ging verder onder de naam Gebrs. Olij. Vervolgens komt daar verandering in en worden de kolen aan de man gebracht onder de naam H. Olij & Zonen. (En een ander familielid regelt zijn zaakjes zelf onder de naam P.K. Olij.) Het wordt later toch nog een keer Gebrs. Olij.

Voordat de heren van Berckel en Olij in dit perceel hun brandstoffen verkochten, zat hier de manufacturenhandel van Van Ommeren.

‘De beste schaker onder de Zuilense kolenhandelaren en andersom.’ Dat zou een typerende uitspraak kunnen zijn van een schrijver in 2015. De heer Olij schreef in 1953 geschiedenis in Zuilen. Hij was namelijk de enige van een groot aantal deelnemers die erin slaagde tijdens een schaaksimultaan de Nederlandse schaakgrootmeester Max Euwe te verslaan. Deze simultaan werd gehouden in het restaurant van het Julianapark ter gelegenheid van de opening van het Schaakwijk.

Als je maar lang genoeg wacht komen de mooiste foto's alsnog op je af. Na vele jaren verzamelen kwam ik in het bezit van deze foto van de winkel van de heer Olij en van Berckel, een van de bekendste Zuilense kolenhandelaren. En dan blijkt de foto zelfs nog mooier dan ik had gedacht. In de etalage staat een mijnwerker die een kolenwagentje voortduwt.

Als je maar lang genoeg wacht komen de mooiste foto’s alsnog op je af. Na vele jaren verzamelen kwam ik in het bezit van deze foto van de winkel van de heer Olij en van Berckel, een van de bekendste Zuilense kolenhandelaren. En dan blijkt de foto zelfs nog mooier dan ik had gedacht. In de etalage staat een mijnwerker die een kolenwagentje voortduwt.

De winkel van de heer Olij bevond zich dus op de hoek met de Swammerdamstraat. Hier kwamen we nog een winkel tegen, recht tegenover de winkel van de heer Olij kwam namelijk een andere zeer bekende Zuilense winkelier ‘op’ de hoek kijken: de heer A. Bregman.

De heer Bregman heeft vóór zijn komst naar Zuilen nog op de grote vaart gezeten en zo ooit nog door het Suezkanaal gevaren. (Vandaar misschien deze vestigingsplek?) Hij vond zijn kruidenierswinkel aan de De Lessepsstraat via een advertentie in de Telegraaf. In een interview met hem in 1992 werd gevraagd waarom hij zijn zaak nooit heeft uitgebreid. Hij antwoordde: ‘Dat kon niet in Zuilen. Elders wel, maar ik had het daar juist zo naar m’n zin, met Elinkwijk, het schaken en mijn vrienden.’

De heer Bregman is net als zijn overbuurman lid van schaakclub Oud-Zuilen.

In 1941 schreef de heer Bregman aan zijn vriend en collegawinkelier R. Marbus een brief waaruit ook een stukje oorlogs‘leed’ blijkt. ‘Vanavond was er nog een juffrouw in de winkel voor een koperen panlap oude kwaliteit. Vroeger trachtte die dame ons te laten zitten als we om geld vroegen. We hebben het wel gekregen hoor! Nu kwam ze weer bij ons om een panlap want ze zijn nergens meer te krijgen in Utrecht, maar o schrik ze had niet meer dan 17 cent bij zich terwijl ik er 20 voor reken. Ze vroeg of ik die 3 cent op wou schrijven maar mijn vroegere ervaringen waren van dien aard dat ik daar niet op inging en ze haar koperen kleinood moest laten liggen. Dat zijn van die vermakelijke intermezzo’s in het hedendaagse zakenleven…’

FD 10.137

De winkel van de heer Bregman op de hoek van de De Lessepsstraat en de Swammerdamstraat.

 

Een kijkje in de druk beklante winkel van kruidenier Bregman in de De Lessepsstraat. De heer en mevrouw Bregman staan achter de toonbank, links achter de toonbank staat Riet Schipperijn. De foto is van omstreeks 1960 en dat is te zien: de magere jaren na de oorlog zijn duidelijk voorbij.

Een kijkje in de druk beklante winkel van kruidenier Bregman in de De Lessepsstraat. De heer en mevrouw Bregman staan achter de toonbank, links achter de toonbank staat Riet Schipperijn. De foto is van omstreeks 1960 en dat is te zien: de magere jaren na de oorlog zijn duidelijk voorbij.

Zo hebben we al een groot deel van deze straat onder de loep genomen. Op nummer 56 woonde de familie Steenbrink. Een van de zonen van de heer en mevrouw Steenbrink weet zich nog goed te herinneren dat de supporters van voetbalvereniging ‘Elinkwijk’ met bussen naar de uitwedstrijden vervoerd werden. ‘Voor het kampioenschap stonden wel 23 bussen in de straat, de hele De Lessepsstraat stond vol!’ De heer Steenbrink was kraandrijver bij Werkspoor en werkte op de grote kraan bij de Werkspoorhaven. Deze kraan had als bijnaam Werkspoor’s Grootste Knecht. De heer Steenbrink was er trots op, als hij bovenin het machinistenbakje de kraan bediende had hij ‘de hoogste functie van Zuilen’, hij torende letterlijk boven alles uit.

We komen bij de laatste winkeliers in de De Lessepsstraat. Op nummer 59, dat is de volgende hoek, zit H. Berkhoudt. Hij knipt en scheert de omwonenden op verzoek en tegen betaling. Op dit adres komt later de heer Roerhorst borstels en kastpapier verkopen.

Daarmee hebben we het winkelbestand in deze straat gehad. Eén adres moet ik nog even onder de aandacht brengen. Woningbouwvereniging Zuilen heeft inmiddels te maken gekregen met onderhoud aan de woningen. Daarvoor liet het bestuur een eigen werkplaats bouwen aan de De Lessepsstraat op de nummers 78-80.

De vlag in top, het dak ging er… op! Naast de woning aan de De Lessepsstraat 80 bouwde woningbouwvereniging Zuilen een werkplaats voor de onderhoudswerkzaamheden. Omstreeks 1925 werd door het bereiken van het hoogste punt de vlag in top gehesen. (En het pannenbier op tafel gezet.)

De vlag in top, het dak ging er… op! Naast de woning aan de De Lessepsstraat 80 bouwde woningbouwvereniging Zuilen een werkplaats voor de onderhoudswerkzaamheden. Omstreeks 1925 werd door het bereiken van het hoogste punt de vlag in top gehesen. (En het pannenbier op tafel gezet.)

Facebook reacties