Toon Walschots, een Elinkwijk-supporter met hart voor de club!

Piet Imbos was jarenlang dé sportverslaggever voor o.a. het Zuilens Nieuwsblad en later het Stadsblad. Hij blikt in dit bericht terug op de heer Walschots, een markante supporter van Elinkwijk. Dit artikel stond in De Elinkwijker van 31 juli 1961.

VAARWEL, TOON

Na een kortstondige ziekte overleed zaterdag 8 juli j.l. nog geheel onverwacht onze oud-voorzitter de heer A. Walschots.

Voor hen, die hem kende – en dat waren er honderden in onze kring – Toon Walschots. Toen in september 1947 de SVE werd heropgericht was Toon één der mannen, die zulks mee had helpen verwezenlijken. Het was dan ook beslist geen wonder dat Toon Walschots op deze her-oprichtingsvergadering werd benoemd tot voorzitter van de SVE. Negen jaar heeft hij de scepter over de SVE gezwaaid. Hij deed dat met zwier en een souplesse hem eigen.

Een kerel uit één stuk. Altijd vol humor en een geboren causeur. Ik kan me niet voorstellen dat Toon ook maar één enkele vijand zou hebben gehad. Daar was hij te goedmoedig en te humaan voor.

Een man, die alle goede eigenschappen in zicht verenigd zag. Kortom, een goed, een heel goed mens.

Zaterdag 8 juli ging er een schok door geheel Elinkwijk. Toon, de sterke, de man niet wist wat ziek zijn betekende, was niet meer.

Toen ik in 1956 de voorzittershamer uit zijn handen mocht overnemen en hem daarop mocht benoemen tot erelid van onze vereniging, wist ik dat er toch leegte was ontstaan. De SVE en Toon Walschots waren tezamen een begrip geworden. Het ene was bijna ondenkbaar zonder het ander. Maar al bouwde Toon daarna niet daadwerkelijk meer mee aan de opbouw van onze vereniging, hij bleef de grootst mogelijke belangstelling tonen voor ons wel en wee. Onze contactavonden waren ondenkbaar zonder Toon Walschots. Velen hebben menig gezellig uurtje met Toon rond de kaarttafel doorgebracht. Velen beschouwden zich een vriend van Walschots, maar Toon beschouwde nog vele meer als zijn vrienden.

Toon is nu echter niet meer. Hij laat een heel grote plaats in onze gelederen open. Maar ook Elinkwijk zal één van zijn trouwste supporters moeten missen. Hartstochtelijk kon hij zijn favorieten vanaf zijn vertrouwde tribune-plaats aanmoedigen. Vaak was het Toon, die ons voorging in het supporteren.

We zullen hem missen op onze contactavonden, op onze vergaderingen, maar vooral ook op de Elinkwijk-tribune.

Op 67-jarige leeftijd heeft hij het tijdelijke verwisseld met het eeuwige.

Woensdag 12 juli j.l. hebben wij afscheid genomen van onze Toon Walschots.

Mevrouw Walschots, het is ons waarschijnlijk niet gegeven u te troosten. Daar is dit enorme verlies te zwaar voor. In deze moeilijke dagen wil ik u echter toch, namens al Toon’s vrienden, sterkte, ja heel veel sterkte toewensen met dit ontstellend verlies. Wij weten wat voor een voorbeeldig echtgenoot uw Toon is geweest.

Ook zoon Anton en de beide dochters wensen wij de kracht om dit verlies te kunnen dragen. Toon Walschots, beste kerel, ik beloof je dat wij van de SVE je nagedachtenis in hoge ere zullen houden. We zullen je enorm missen.

Vaarwel Toon en rust in vrede.

P.C. IMBOS, voorzitter SVE.

Walschots

De heer Walschots, méér dan een schoenmaker!

Feestverlichting, weer eens wat anders dan een bierfestival in het Julianapark!

Er worden de laatste jaren nogal wat festivals georganiseerd in het Julianapark. Veel daarvan zijn wat het aantal decibellen betreft grensoverschrijdend., zeker voor de dieren die het park bevolken. Dan lijkt me een project ‘feestverlichting’ wel een verademing! Het haalde op 30 juli 1956 de krant, het Utrechts Nieuwsblad schreef erover:

Julianapark in sprookjessfeer

Muziek bij opening feestverlichting

Ook illuminatie park Oog-in-al

Woensdagavond 1 augustus wordt zoals wij reeds meldden, de feestverlichting in het Julianapark te Utrecht voor de eerste maal voor het publiek ontstoken. Indien de weersomstandigheden dit toelaten, ligt het in de bedoeling ook de feestverlichting in het park Oog-in-al op dezelfde avond in gebruik te stellen.

De ontsteking van de verlichting in het Julianapark zal met enig feestvertoon gepaard gaan. Het Zuilens Fanfare Corps zal van kwart voor negen tot kwart voor tien door Zuilen en Utrecht-noord trekken en vervolgens in de muziektent in het park tot ongeveer half elf concerteren.

De route welke het muziekkorps tijdens zijn muzikale wandeling zal maken luidt: 8.45 uur vertrek uit de Hanrathstraat, Van der Pekstraat, Adr. Mulderstraat, Swammerdamstraat, De Lessepsstraat, Muyskenweg, Bessemerlaan, St.-Ludgerusstraat, Edisonstraat, Sweder van Zuylenweg, Adriaan van Bergenstraat, Nic. Ruyghaverstraat, Blois van Treslongstraat, Van Hoornekade, J. v.d. Doesstraat, Van Egmontkade, Royards van den Hamkade, (huizenzijde), Keucheniusstraat, Groen van Prinstererstraat, Marnixlaan, Julianapark, waar men tegen kwart voor tien arriveert.

Bij de muziektent zal door een bestuurslid van de stichting Stadsontspanning met een enkel woord de feestverlichting worden ontstoken, waarna het concert van het Zuilens Fanfare Corps volgt.

feestverlichting

Dit is wel het Zuilens Fanfare Corps en zij staan ook in het Julianapark. Maar de foto is van jaren later.. Wie beschikt over een foto die wél van de evenement een beeld geeft?

Over de zilverpapier-actie van het Utrechts Nieuwsblad

Er zijn knipsels over de gratis ongevallenverzekeringen voor abonnees van de krant. Maar in de jaren zestig van de vorige eeuw werd de UN Zilverpapier-actie opgezet. Een oproep tot het sparen en inleveren van zilverpapier. Zo kreeg een respectabel aantal abonnees een invalidenwagen. Natuurlijk schreef de krant ook over deze actie. dat kunnenw e lezen in het Utrechts Nieuwsblad van 29 juli 1965:

UN Zilverpapier-actie

Mevr. Doornebosch rijdt in 131ste wagen

(Van een onzer verslaggeefsters)

UTRECHT — Wat fijn, wat fijn, waren de enige woorden die mevrouw Ch. Doornebosch-Van Unen uit kon brengen toen het (131ste) invalidenwagentje bij haar, de kamer werd ingereden. Weer had de zilverpapieractie van het Utrechtsch Nieuwsblad genoeg geld opgebracht om een wagen te kunnen kopen.

Mevrouw Doornebosch is 77 jaar oud en woont met haar 76-jarige man aan de Muyskenweg 51, vlak bij het Amsterdam-Rijnkanaal. Maar bij het kanaal is ze al vele jaren niet meer geweest. Zes jaar geleden werd mevrouw Doornebosch door ’n beroerte getroffen en sedertdien heeft ze vrijwel niet meer naar buiten kunnen gaan. Ook al omdat ze vier lange jaren in bed heeft moeten liggen.

Toen zij eindelijk weer op mocht en van kennissen een oud invalidenwagentje kreeg, kon ze eigenlijk nog niet naar buiten. Want het wagentje was zo zwaar dat haar man het slechts ten koste van vele zweetdruppels kon voortduwen. Maar de ene keer dat zij het gebruikten, gingen ze direct bij hun kinderen op bezoek.

De heer Doomebosch vond het nieuwe wagentje zo prettig rijden, dat hij meteen voorstelde maar naar het Wilhelminapark te gaan. Maar hij zei het schertsend, want buiten stroomde de regen.

In de zes jaar dat mevrouw Doornebosch bijna niet meer buiten is geweest, is er heel wat nieuws gebouwd en zodra het mooi weer wordt gaat ze op stap met haar man. Ook naar het Julianapark, dat vlak bij is.

De mooie wagen werd door haar zoons en schoondochters aan alle kanten bekeken en vooral de rem was een onderwerp van hilariteit. Als je niet meer verder wilt moeder, dan zet je gewoon de wagen op de rem en moet vader wel stoppen, grapjaste er een.

Maar mevrouw Doornebosch is erg tevreden met haar nieuwe wagen en voelde zich er direct in thuis.

Bij de uitreiking van de wagen was ook de voorzitter van de afdeling Utrecht van de Algemene Nederlandse Invalidenbond aanwezig, de heer H.A. Hietbrink.

zilverpapier

Mevrouw Ch. Doornebosch-van Unen in haar nieuwe invalidenwagentje, dat ook bij haar kleinkinderen veel bewondering oogstte. Achter haar staan van links naar rechts: Dieneke, Anske, de heer Doornebosch en Johnny.

 

Over zonne-kinderen en een school op de rand van Zuilen

Zonne-kinderen, het was leuk geprobeerd: Dit artikel stond in de Tilburgsche courant van 28 juli 1928:

ZONNE-KINDEREN VAN UTRECHT.

Een uniek experiment op 400 jongens en meisjes.

In de nieuwe buitenwijk van Utrecht, ontstaan op een plek, waar twaalf maanden geleden nog vee aan het grazen was, houden de schoolautoriteiten zich thans onledig met een hoogst belangrijk experiment ter bepaling van den invloed van vita-glas op opgroeiende kinderen.

In de Marnixlaan 170 bevindt zich een nieuw schoolgebouw met acht klaslokalen, welke school bezocht wordt door vier honderd jongens en meisjes van zes tot dertien jaar oud. Vier dezer lokalen zijn voorzien van vita-glas en de overige vier van gewone glasruiten, en de kinderen zijn verdeeld in twee groepen met het doel om lichaamsgrootte, gewicht en algemeene gezondheid van elke groep na eenige maanden nauwkeurig te kunnen bepalen. Dit experiment omvat drie op een nieuwe leest geschoeide eigenschappen. Groepen van twee honderd elk zijn grooter dan tot dusverre onderzocht; bovendien zijn de leeftijden der kinderen van groote verscheidenheid — n.l. 6, 9, 10 en 13 in de eene groep; 7, 8, 11 en 12 in de andere groep; en het is een merkwaardig feit dat Dr. R. E. Wieringa, onder wiens toezicht het experiment wordt verricht, besloten heeft zijn werk, als het ware, in het duister te doen. Ten einde een volkomen onpartijdig oordeel te kunnen vellen weigert de dokter zich te laten inlichten, welke lokalen met het nieuwe glas zijn toegerust en welke niet.

school

Foto van de in het artikel genoemde school waar de kinderen zonne-kinderen zouden moeten worden. Het is de huidige Aboe Daoedschool aan de Marnixlaan. Op de voorgrond de Vecht. Foto uit de collectie van Het Utrechts Arcchief.

Bovenstaand artikel maakte me nieuwsgierig naar het resultaat…: ‘Het onderzoek in Utrecht was een vergelijking tussen twee groepen leerlingen in de Nicolaasschool en Marnixschool wat betreft het effect van vita glas. De kinderen van twee klassen in lokalen met vita glas en twee controle klassen in lokale zonder vito glas in de Nicolaasschool en de Marnixschool werden gedurende drie maanden door artsen onderzocht wat betreft hun lichamelijke ontwikkeling (niet de leerprestaties). De arts keek naar de toename in lichaamsgewicht, lichaamslengte, de borstomvang en het hemoglobinegehalte, zowel onder jongens als meisjes. De uitslagen van het onderzoek waren ronduit teleurstellend. Er bleek nauwelijks verschil te zijn tussen ontwikkelingen van de kinderen in de lokale met vita glas en zonder vita glas. Uit het onderzoek kwam ook naar voren dat kinderen bij het raam wel een aanwijsbare verbetering in lichamelijke gesteldheid toonden ten opzichte van de andere kinderen in het lokaal. De metingen toonden bij deze kinderen een lichte verbetering van het hemoglobinegehalte aan. Maar de opsteller van het onderzoek was voorzichtig met het trekken van conclusies. Het effect was zo klein dat het evengoed veroorzaakt kon worden door toevallige omstandigheden.’

 

Over de Vereniging Vrijwillige Brandweer van Zuilen

De Vereniging Vrijwillige Brandweer van Zuilen kan bogen op een roemrijk verleden. Het begon in 1936. In het Utrechts Nieuwsblad van 27 juli 1936 deed men verslag van een geslaagde oefening:

Brandweer van Zuilen houdt geslaagde eindoefening

Groote belangstelling

——

Zuilen beschikt thans over een goed geoefend en voortreffelijk uitgerust brandweercorps

ZUILEN, 27 Juli. – Tot slot van een aantal intensieve oefeningen onder leiding van de heeren Das uit Utrecht en v. Zutfen uit de Bilt, hield de Vrijwillige Brandweer Zuilen, Zaterdagmiddag aan de De Muinck Keizerkade de eindoefening. Aanwezig waren o.a. burgemeester  N o r b r u i s,  de wethouders  N. A.  Z a c h t e,  en J J J  B u i s, vele gemeenteraadsleden, de heeren Das en Vleming van de Utrechtsche brandweer, den heer  v.  Z u t f e n,  commandant van de Biltsche Vrijwillige Brandweer, den heer van  L i n d t,  commandant van de brandweer te Soest, benevens de heer  d e  L e u r,  oud-voorzitter van de Utrechtsche Provinciale Brandweerbond en den heer  v.  B e r g e n,  leverancier der nieuwe autospuit.

Aangekondigd door sirene-geloei van de nieuwe autospuit, arriveerden de twee brandweerauto’s vrijwel op het vastgestelde uur op de De Muinck Keizerkade. Onder commando van den heer  M.  K r a n e n  werd direct met de oefening begonnen. Eén slang op de waterleiding gaf direct water, maar ook de twee auto’s lieten niet lang op zich wachten en gaven spoedig beide met twee stralen water uit de De Muinck Keizerkade waarin groote zuigbuizen gelegd waren. De nieuwe spuit, die een capaciteit van 1500 L. bij 70 M. opvoerhoogte per minuut heeft, liet het niet bij twee stralen. Spoedig was het aantal stralen uit deze spuit opgevoerd tot zes, goed bediend door nieuwe, pas afgerichte spuitgasten, gestoken in eveneens nieuwe, glimmende jassen en helmen, model rijksveldwacht. De heer  v.  B e r g e n  gaf nog enkele instructies voor de bediening van de door hem geleverde brandauto, die een zeer solide indruk maakt en tot volle tevredenheid van de aanwezige brandweerautoriteiten werkte. Na ongeveer een kwartier gaf de heer  K r a n e n  het signaal tot staking der oefeningen en begaf het gezelschap, de brandweer incluis, zich naar de tuin van het gemeentehuis, waar thee werd aangeboden. Hier was het de heer   K r a n e n,  die als voorzitter van de vereeniging Vrijwillige Brandweer Zuilen het woord voerde. Hij dankte de heeren  D a s  en  V a n  Z u t f e n  voor de bereidwilligheid waarmee zij de oefeningen van de Zuilensche brandweer, die altijd een aangenaam en vlot verloop hadden, hebben geleid. Uit erkentelijkheid hiervoor bood hij beide heeren een geschenk aan.

De heer  v. Z u t f e n,  mede sprekende namens de heer  D a s,  meende dat de oefeningen een goed verloop hebben gehad. Er is goed werk verricht. In de aanvang ontbrak er veel aan, maar door de oefeningen te beschouwen als een sport, werd veel bereikt en zullen de leden van de Zuilensche Brandweer goede brandweerlui worden, mits ze zorgen door oefenen paraat te blijven. Met een gerust geweten kon hij het gemeentebestuur adviseren het brandweermateriaal aan de vereeniging over te dragen.

Burgemeester  N o r b r u i s,  de volgende spreker, was aanvankelijk sceptisch tegenover het plan, de oprichting van een vrijwillige brandweer, maar besprekingen met den heer v. Zutfen brachten hem op andere gedachten. Thans verheugde hij zich over hetgeen tot stand is gebracht waardoor Zuilen niet meer zoo afhankelijk is van de hulp van buren. Gaarne aanvaarde hij het advies van de heer  v.  Z u t f e n  om het materiaal aan de vereeniging over te dragen. Aan de hand van een gedicht van Schiller, schetste hij het verwoestende van een brand en de verdienstelijke taak van de brandweer. Hij drukte het personeel op het hart goed te blijven oefenen en zuinig op het materiaal te zijn. Aan het slot van zijn rede bracht spr. nog de verdienste naar voren van de door ziekte afwezige voorzitter van de vrijwillige brandweer, den gemeente-secretaris den heer A.J. v.d. Weerd.

Brandweer

Zo kwam de Brandweer Zuilen u te hulp in de periode van 1923 tot 1936. Even aan de slinger draaien, en als de motor gestart is dan komen zij eraan gescheurd. Het kenteken van de auto begint met de letter ‘L’. Op die mannier kon je zien dat deze auto uit de provincie Utrecht afkomstig was. Deze auto was van de Brandweer van Oud – Zuilen. Het was een auto met massieve banden. Op de treeplank staat de brandmeester van Oud–Zuilen, Henk Schieveen. Hij was o.a. doodgraver op Oud–Zuilen. De auto stond normaal op het schoolpleintje vóór de brug. Verder staan aan de linkerkant nog Willem en Freek de Graaf. Aan de rechterzijde zien we Rinus Dekker, Theo Slinkers en Arie van Etteren.

Pontonniers tonen staaltje van hun kunnen in Zuilen

Dit is duidelijk een bejaard bericht. 1898 is dan ook al meer dan 120 jaar geleden. Het Nederlandse leger gaf toen nog met enige regelmaat een demonstratie van zijn kunnen. In dit geval slaan pontonniers een noodbrug over de Vecht in Zuilen. Het bericht komt uit het Utrechts Nieuwsblad van 28 juli 1898. Overigens: de omschrijving ‘pannenfabriek’ gaat niet over een fabriek die pannen maakt om te koken of braden, het gaat om dakpannen. In Zuilenw aren veschillende dakpannenfabrieken, die industrie ontstond vanwege de geschikte klein in de omgeving.

ZUILEN. 26 Juli. Even voor negen uur in den morgen werd het hoornsignaal gegeven, die de pontonniers deed halt houden met hunne wagens en materialen, juist tegenover de steen- en pannenfabriek Daalwijk gelegen tusschen het fort de Klop en het dorp Zuilen aan de Vecht.

Weldra ontdeden de pontonniers zich van hunne overkleeding en na verandering van hoofddeksel begonnen zij de wagens te ontladen, zes van zink en ijzer vervaardigde booten werden in de Vecht gedragen en weldra was met behulp van balken, planken en touw een steevigen brug gelegd, die reeds om 10 uur aan de genietroepen uit Utrecht de gelegenheid bood, van den zandweg den weg aan de overzijde der rivier gelegen Daalschendijk te bereiken.

Nadat de troepen der genie er waren overgetrokken werd de brug onmiddellijk weer afgebroken, de materialen weer opgeladen en om kwart over elf uur waren de pontonniers vertrokken om elders wederom blijk te geven van hunne geoefendheid.

pannenfabriek

… juist tegenover de steen- en pannenfabriek Daalwijk … Dat is niet op deze foto van toepassing, maar deze afbeelding komt er wel het dichtst bij. Mocht u beschikken over een afbeelding van pannenfabriek Daelwijck, u bent van harte welkom!

 

Damvereniging ‘Vriendenkring’ vierde in 1941 het 1ste lustrum

Dam- en schaakverenigingen. Zuilen telde er verschillende. Over de op handen zijnde viering van het eerste lustrum van damvereniging ‘Vriendenkring’ schreef de redatie van het Utrechts Nieuwsblad op 25 juli 1941 het volgende:

Eerste lustrum Zuilensche Damvereeniging

“Vriendenkring”

De Zuilensche Damvereeniging “Vriendenkring” herdenkt op 28 Juli haar eerste lustrum. Deze nog jonge vereeniging heeft het aangedurft op Zaterdag a.s. een openlucht damwedstrijd met levende stukken te organiseeren. Na een rondgang door de gemeente Zuilen te hebben gehouden, waaraan medewerkt de mondaccordeonvereeniging “Ons Genoegen” zal de wedstrijd te 4 uur n.m. plaats vinden op het terrein gelegen hoek Sweder van Zuylenweg en van Egmontkade. De damwedstrijd zal gespeeld worden tusschen de heeren E. van Rees van de damvereeniging “Ons Genoegen” en D. Douwes Jr. van Zwart-Wit, beiden uit Utrecht.

De levende stukken zullen gevormd worden. De witte stukken uit de mondaccordeon vereeniging en de zwarte stukken uit de gymnastiekvereeniging “Sport Vereent”, uit elke vereeniging 20 leden.

Het geheel zal door een geluidsinstallatie verzorgd worden. Een dergelijke wedstrijd hebben wij in onze stad nog niet medegemaakt, zoodat een opwekking om dit evenement te gaan zien, zeer zeker op haar plaats is.

We lopen op de zaak vooruit: hierbij een afbeelding van het damspel dat in het knipsel hierboven wordt aangekondigt. Op het veldje waar anno 2019 al decennia lang het gebouw De Swesereng staat werd gedamd door de damvereniging ‘Vriendenkring, met gebruikmaking van de leden van gymnastiekvereniging Sport Vereent (in het wit) en de leden van mondaccordeonvereniging ‘Ons Genoegen’ (niet in het wit).

Een aannemer die een bromfiets steelt…

Aan aannemer die een bromfiets steelt. Dat komt niet dikwijls voor. Dus kom je in de krant. Dit keer in het Utrechts Nieuwsblad van 24 juli 1962

Aannemer stal bromfiets

Aangelokt door het denkbeeld een eigen zaak op te richten, begon de 26-jarige metselaar-tegelzetter H. B. vorig jaar een aannemersbedrijf. Het liep nogal vlot met de opdrachten, zodat hij op een gegeven moment een aantal werkkrachten erop na hield.

Om sneller op te kunnen schieten kocht hij een volkswagenbusje op afbetaling, maar deze maatregel ging zijn draagkracht te boven. Toen het op betaling van een termijn van ƒ 425 aankwam, beschikte hij niet over de nodige contanten. Om zich uit de nood te redden pikte hij uit een rijwielstalling aan de Hubert Duyfhuysstraat een zo goed als nieuwe brommer, die hij voor ƒ 400 verkocht.

Het geval lekte uit en heden moest de aannemer zich wegens bromfietsdiefstal voor de Utrechtse rechtbank verantwoorden, waar hij één jaar gevangenisstraf met aftrek tegen zich hoorde eisen.

De verdachte heeft volgens zijn zeggen genoeg van het eigen zaken doen en gaat weer als bouwvakarbeider werken.

Uitspraak 7 augustus.

bromfiets

Geen idee waar de bovengenoemde fietsenstalling in de Hubert Duyfhuysstraat was. Dan maar een ‘willekeurige’ foto van de straat, zonder bromfiets.

Wegens vakantie gesloten van 26 juli tot en met 2 augustus.

Beste bezoeker (in spe) van het Museum van Zuilen. Het museum is wegens vakantie gesloten van 26 juli (die vrijdag zijn we dicht) tot en met vrijdag 2 augustus. Zaterdag 3 augustus is het museum weer geopend.

Onze excuses voor het ongemak.

vakantie

Hoewel het geen ‘vakantieplaatje’ is, geeft het de sfeer wel mooi weer. Dit zijn de kinderen van de Buurtvereniging ‘Zuilen’s Vreugd’ tijdens hun jaarlijkse uitstapje (en dat was meestal op de 3de Pinksterdag, vandaar: géén vakantieplaatje.)

Over de Tuinbouwschool in Zuilen, een van de vele scholen

Over de Tuinbouwschool in Zuilen schreef het Utrechts Nieuwsblad op 23 juli 1965:

Scholencomplex voor de tuinbouw in Utrecht

Optie op bouwterrein Theo Thijssenplein

(Van een onzer verslaggevers)

UTRECHT – Ingaande 1 september a.s. is benoemd tot directeur van de Stichting Centrum voor Tuinbouwonderwijs de heer J. De Bruijn, thans wonende in De Meern.

Daarmede heeft de heer De Bruijn de leiding op zich genomen van een scholencomplex dat eigenlijk alleen nog maar op papier bestaat, en dat is op touw gezet door het Utrechts Landbouw Genootschap, de Koninklijke Ned. Mij. voor Tuinbouw en Plantkunde, de Centrale Onderwijs- en Examencommissie Hoveniers en de Kring Bloemist-Hoveniers van de vereniging “De Nederlandse Bloemisterij.”

Maar al deze organisaties zijn niet met lege handen gekomen, en de grootste inbreng was van het Utr. Landbouw Genootschap, dat zijn lagere tuinbouwschool te Maarssen presenteerde. Het lesprogramma van deze school zal aanmerkelijk worden uitgebreid, evenals de accommodatie. Daartoe zal de gehele school naar Utrecht worden verplaatst. In het scholencomplex zullen voorts worden opgenomen de twee oudste scholen op tuinbouwgebied in deze omgeving: de tuinbouwvakschool voor bloemsierkunst, en de tuinbouwvakschool voor hoveniers (aanleg en onderhoud van tuinen), resp. gevestigd in Utrecht en De Bilt, alsmede zo mogelijk in de toekomst ook de tuinbouwvakschool voor de bloemisterij, welke momenteel wordt gehouden in een der lokalen van het Cantonspark in Baarn.

Gebouw.

Voor deze scholenconcentratie in de stad Utrecht is een gebouw nodig. En voor de bouw daarvan bestaat al een plan. Architecten hebben op papier een schoolgebouw gecreëerd waarvan de afdeling lager tuinbouwonderwijs accommodatie biedt aan 120 leerlingen, en de vakscholen aan ca. 100 leerlingen. Bovendien is er nog iets concreets; dat is de optie op een bouwterrein aan het Theo Thijssenplein te Utrecht, waar ook nog ruimte is voor een grote schooltuin voor praktijkonderwijs. Ook worden lessen gegeven op tuinbouwbedrijven in de provincie en worden excursies gemaakt naar instellingen zoals het Cantonspark.

Zolang nog gewerkt wordt aan het realiseren van de bouwplannen blijven de scholen gedecentraliseerd werken althans indien men er niet in slaagt een tijdelijk onderkomen voor het scholencomplex in Utrecht te vinden. Hierover zijn reeds onderhandelingen gaande met het Utrechtse gemeentebestuur, en men is van de zijde van de Stichting Centrum voor Tuinbouwonderwijs niet pessimistisch over het resultaat.

 

De nieuwe directeur

De loopbaan van de nieuwbenoemde directeur, de heer J. de Bruijn, ligt geheel binnen de grenzen van de provincie Utrecht. Hij is Beukelaar van geboorte, die zijn onderwijsstudie completeerde aan de Jan van Nassau Kweekschool te Utrecht. Hij was werkzaam bij het lager onderwijs te Harmelen en werd vervolgens hoofd van de tuinbouwschool in Vleuten. Thans is de heer De Bruijn (sinds 1948) leraar bij het Rijkstuinbouwconsulentschap te Utrecht in algemene dienst. Hij heeft zich speciaal toegelegd op het geven van onderwijs op diverse gebieden van de sierteelt.

Tuinbouwschool

De nieuwe directeur van de Stichting Centrum voor Tuinbouwonderwijs, de heer J. de Bruijn.

Toekomst

De heer De bruin is van mening dat de vakscholen een goede bovenbouw zullen gaan vormen van de lagere tuinbouwschool. Door de concentratie ontstaan mogelijkheden voor een bloeiende school in Utrecht, zoals ook dergelijke scholencomplexen in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam in de belangstelling van een deel van de bevolking blijken te staan.

In de eerste plaats van de plattelands jeugd in de omgeving. Maar ook van de stadsjeugd, Maar ook van de stadsjeugd, want ook onder de stadjeugd bevinden zich kinderen die van bloemen en planten houden, die mee willen helpen voedsel te telen voor de groeiende bevolking, wier hart uitgaat naar het schikken van bloemen of die hun hart verpand hebben aan de bloementeelt.