Allerte voorbijganger in de Hubert Duyfhuysstraat

Utrechts Nieuwsblad 31 december 1964

Scholieren al vroeg op inbrekerspad

Een jongen op z’n hurken bij een kassa in een niet verlichte kruidenierswinkel, dat kan niet goed zitten. Terecht dacht een argeloze voorbijganger er woensdagmiddag zo over, toen hij langs de winkel van de kruidenier Arie Droog aan de Nic. Sopingiusstraat 1 kwam.

Een voor de winkel op wacht staand knaapje verdween, zodra de man van zijn fiets stapte en op onderzoek uitging. In de winkel greep hij een dertienjarige scholier in de kraag, die bezig was de kassa te plunderen.

De inmiddels gealarmeerde eigenaar van de winkel waarschuwde de politie, die de jeugdige insluiper overnam. In de omgeving van de Nicolaas Sopingiusstraat greep men kort daarna het helpertje van de inbreker, een vijftienjarige scholier.

Bij nader onderzoek bekende de hoofddader al eens eerder op deze wijze ingebroken te hebben: zesmaal. De buit bedroeg toen respectievelijk ƒ 15, ƒ 35, ƒ 95, ƒ 45, ƒ 3 en ƒ 2.50. Uit een juwelierszaak aan de Amsterdamsestraatweg had hij nog een herenpolshorloge gestolen. De vijftienjarige makker-in-den-boze bekende al eerder met zijn vriendje op roof te zijn geweest. Ook had hij gestolen geld aangenomen. Beide jeugdige dieven zijn op het hoofdbureau van politie in bewaring gesteld.

 

Koninginnedag in de Hubert Duyfhuysstraat

Fotobijschrift: In het land der blinden… Te zien is een deel van de gevel van drogisterij Hubert Duyfhuysstraat 11. De winkelier was lange tijd (toen ook?) Kees Hof(f?)man. Hij woonde achter en boven de winkel.

Over de start van de groei van Zuilen

Knipsel over Zuilen van 30 december 1912

Aan den Noordwestkant [Zuilen].

We ontvingen onlangs een bericht, dat een eindje buiten onze gemeente onder die van Zuilen een groot terrein was aangekocht door eene bouwmaatschappij, die er, vooral voor de werklieden der te bouwen fabriek aldaar, woningen zou laten bouwen. Later werd dit bericht in zooverre weersproken, alsof alleen de boerderij ’t Pannenhuis bij Zeldzaam zou zijn verkocht en wel aan de firma Kol. Thans werden wij verzocht alsnog te melden, dat ook ’t eerstgenoemde bericht waar is. ’t Betreft een terrein tegenover Zeldzaam, tusschen dijk en straatweg, geheel afgescheiden van boerderij ’t Pannenhuis.

Fotobijschrift: Hoeveel lezers van dit bericht zullen indertijd beseft hebben wat een enorme impact voor de ontwikkeling van de regio Utrecht hier werd aangegeven? Werkspoor (want hierover gaat dit bericht) komt naar Zuilen en gaat werk bieden aan meer dan 5000 medewerkers. Op verzoek van de directie van Werkspoor komt ook de heer J.M. De Muinck Keizer naar Zuilen. Zijn staalgieterij – DEMKA – biedt op het hoogtepunt werk aan meer dan 2500 man. Voor die bijna 8000 arbeiders groeit Zuilen in 40 jaar naar de vierde gemeente in de provincie (van ruim 900 naar meer dan 26.000 inwoners).

Initiatiefnemer voor de verhuizing van de fabriek naar Zuilen was Jan Kol III van het bankiershuis Vlaer & Kol, het ‘op één na oudste bankiershuis ter wereld. Jan Kol III bezat een groot deel van de kavel langs het kanaal en de spoorlijn Utrecht-Amsterdam.

Op de foto de kale vlakte van het terrein waarop Werkspoor neer zal strijken, in het midden aan de horizon de (oude) brug over het kanaal.

 

 

 

Kerstboom in brand …

Knipsel 29 december 1961:

Brandschade ƒ 500

Kortsluiting in kerstboom

Vanmorgen is brand uitgebroken in de huiskamer van de familie Valkenburg, die Galvanistraat 11 bis in Utrecht woont. Niemand was thuis , toen kortsluiting in de kerstboomverlichting de boom en een stalletje in lichte laaie zette. Een schade van ƒ 500 werd toegebracht.

De benedenburen ontdekten de brand. Zij waarschuwden ook de brandweer. Er moest eerst een gat in de voordeur worden gehakt, voordat men aan het blussingswerk kon beginnen. De Zuilense brandweer onder leiding van de heer J. Stolker heeft daarna het vuur met een nevelstraal onder de knie gekregen.

Het behang, de vloerbedekking, een deel van het meubilair kregen brandschade, kozijnen en het plafond werden zwart geblakerd.

 

Fotobijschrift: Op de achtergrond de woningen aan de Galvanistraat. de woning waar de bovengenoemde schade ontstond is precies boven het hoofd van de jongedame (T. Jansen) op de fiets  

Redders bedankt!

Knipsel 28 december 1961, over redders uit Zuilen:

Redders gehuldigd

BURGEMEESTER De Ranitz heeft vanmorgen twee mensen bij zich laten komen in het Utrechts stadhuis om hen persoonlijk te prijzen voor hun kranig optreden bij het redden van drenkelingen. Als aandenken bood hij hen namens het Carnegie heldenfonds een oorkonde aan. De heer K. Veenstra, Cornelis Roobolstraat 103 (links) had 17 juli Marinus de Brey uit de Vecht gehaald. De montagewerker Th. Adelaar, Paardstraat 12 I, (rechts) redde 4 september de heer H.G. van Wezel uit de Koningshaven in Rotterdam.

Vrijwillige Brandweer Zuilen actief rond de kerst

Knipsel van 27 december 1961 over activiteiten van de brandweer tijdens de voorbije feestdagen:

 

Rode haan was koest tijdens de feestdagen

Toch nog enkele branden en wat schade

Wat velen hebben verwacht, is niet gebeurd: er zijn in Utrecht bijna geen branden geweest, die het gevolg waren van onvoorzichtig omgaan met kerstbomen. Wel is de kou de oorzaak van enkele branden geweest.

Zaterdagmiddag kreeg bijvoorbeeld de familie Van Smitte, Zuylenveldlaan 29, brand in de keuken, wat een schade van ongeveer ƒ 300 teweeg bracht. Een petroleumstel werd gevuld, terwijl de pit nog brandde. Toen de tank overliep, raakte de petroleum in brand. Een plastic tafelkleed, overgordijnen, vitrage, de deur en de deurkozijnen kregen schade. De bewoners hebben het vuur zelf geblust, zodat de brandweer bij aankomst geen dienst hoefde te doen.

… Mejuffrouw C.A. Munnik, die op kamers woont (Werner Helmichstraat 52) zette zaterdagavond een keteltje water op een verwarmingsplaat voor haar kruik. Zij ging op bed liggen wachten tot het kookte. Zij is echter in slaap gevallen, zodat de ketel droog kookte. Er kwam een gat in de vloerbedekking en de planken van de vloer kregen schroeiplekken. De Zuilense vrijwillige brandweer rukte wel uit, maar hoefde geen dienst te doen.

Fotobijschrift: Mooie foto van de Vrijwillige Brandweer Zuilen. Goed vasthouden was wel het devies. Zo rukte men uit naar de vuurhaard. Mooi detail is het wapen van Zuilen op mde deur. Foto werd genomen ter gelegenheid van de viering van het twaalf-en-een-half-jarig jubileum dat in 1948 plaatsvond. Na de annexatie wilde aannemer (en commandant van de Vrijwillige Brandeweer Zuilen) deze auto kopen. dat ging niet door: het Utrechtse gemeentebestuur verkocht de wagen aan een boer in Zeeland, die de pomp gebruikte als gierpomp. ;-(

Naar de Zondagsschool in Zuilen

Voor het eerst naar de Zondagssschool in Zuilen in 1899

ZUILEN, 26 Dec. Hoewel het geen gewoonte is, dat er op den tweeden Kerstdag ’s avonds een groote menigte menschen naar de kerk gaat, was dit heden toch wel het geval. En hoe kwam dat? De vereeniging “de Zondagsschool”, nog slechts kort geleden opgericht, had besloten daar met ruim een honderdtal kinderen Kerstfeest te vieren. Door de gaven van verscheidene ingezetenen daartoe in staat gesteld, was de Zondagsschool in de gelegenheid daar hare kinderen te ontvangen bij een Kerstboom. Om zes uur zou het feest een aanvang nemen, maar reeds om half zes was het haast onmogelijk aan den kant van den hoofddeur de kerk te naderen, zoo’n groote menigte had zich reeds, trots het koude , vochtige weer, daarvoor opgehoopt.

Om ongeveer 6 uur werd de hoofddeur geopend. Eerst werden de kleinen binnen gelaten om plaats te nemen op de stoelen, die aan beide kanten van de boom voor hen waren neergezet, en toen deze gezeten waren, traden de ouders dezer kleinen en de verdere belangstellenden en nieuwsgierigen binnen, die blijkbaar in groote getale waren opgekomen, want de kerk was zoo vol, dat niet voor ieder een zitplaats beschikbaar was en menigeen zich met een staanplaats moest tevreden stellen.

Toen er stilte was gekomen, opende de predikant, ds. C. Verhagen, dit samenzijn met gebed, nadat de gemeente eerst een vers had gezongen. Daarna nam hij het woord om de aanwezigen te wijzen op het doel van de samenkomst en verklaarde daarbij tevens de waarde van den Kerstboom voor den Christen, steeds van elk onderdeel, zooals het licht, de geschenken, enz., de zinnebeeldige beteekenis aantoonend.

Daarop trad de directrice, mevrouw Verhagen op, die de jeugd in de gelegenheid stelde om te bewijzen wat zij al in dien korten tijd hadden geleerd. Aardig was om te hooren, hoe door die kleine kinderstemmetjes verschillende kerstliederen werden gezongen. Vooral het “Eere zij God” voldeed bijzonder. In de tusschenbedrijven werden de kleinen onthaald op krentenbroodjes, St. Nicolaas, stukken chocolade en sinaasappelen, terwijl ten slotte, voordat zij naar huis gingen, allen nog een geschenk kregen van minder denkbeeldige waarde dan de bovengenoemde, als zporthemden, bouwdoozen en poppen. En toen het zoover gekomen was, gaven enkele kaarsen te kennen, dat het tijd was geworden om heen te gaan, daar reeds haar laatste licht in riekende rookkolommetjes was opgestegen. Weer nam de predikant het woord en wijzend op het vergankelijke van het aardse leven, eindigde hij dit kinderfeest met dankzegging.

De kinderen waren opgetogen en blij over alles wat zij hadden gekregen, de stemming onder het publiek duidde bepaald aan, dat ieder voldaan was. Hadden de grooten deels reeds hun voldoening gevonden in de van vreugde stralende gezichtjes, die men overal zag, waar men ook keek, ook voor zichzelf waren zij toch maar blij, dat zij gegaan waren; want zij hadden zich wel vermaakt in den aanblik van dien sierlijk opgetooiden boom die door zijn veelheid van lichtjes zilver en goud een eigenaardige gewaarwording van mooie schittering bij hen opwekten.

En ieder ging naar huis, voldaan over wat hij had gezien en gehoord, reeds rijhalzend uitziend naar een volgend jaar en met de vraag op de lippen of dan weer zoo menig mensch bereid zal gevonden gevonden om mee te werken aan een aangename avond voor de kinderen. En we twijfelen er niet aan of de beurzen zullen dan met nog meer genoegen geopend worden, daar men bij voorbaat reeds weet, dat het geld werkelijk goed besteed wordt, dank zij de goede zorgen van de vereeniging “de Zondags-school”.

Prachtige ansichtkaart van het kerkje in Oud Zuilen. Gelukkig beschermd dorpsgezicht!

 

Twee jubilarissen bij Werkspoor

Twee jubilarissen bij Werkspoor

Oud Nieuws 7 januari 1957

Twee jubilarissen bij Werkspoor

Beiden kregen het eremetaal

(Van een onzer verslaggeefsters)

Voor de heren C.F.J. Diemel, St.-Ludgerusstraat 13 bis en J.P.J. Vernes, Boomgaardlaan 28, beiden te Utrecht, was het vandaag een bijzondere dag.

Zij ontvingen uit handen van burgemeester C.A. de Ranitz van Utrecht de eremedaille in brons, verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau.

De heer Diemel is schaver en viert vandaag zijn vijftigjarig jubileum. Hedenochtend werd hij in de ontspanningszaal van de fabriek gehuldigd. Namens de directie werd hem een radiotoestel aangeboden. Van het personeel kreeg de heer Diemel een rookstoel.

De heer Vernes was op 25 december 1956 40 jaar als kernmaker in dienst van Werkspoor. Zijn jubileum werd toen reeds intern gevierd. Adjunct-directeur J. van Zwet opende de gezellige bijeenkomst, in de Werkspoorfabriek waarbij ook de voorzitter en de secretaris van de fabrieksraad aanwezig waren.

Burgemeester De Ranitz wenste de beide jubilarissen geluk met hun goede werk bij een goede werkgever, in een stad, die ook industrieel vooruit tracht te komen.

De heer Van Zwet dankte de burgemeester voor zijn komst. ,,Vroeger, toen we nog bij Zuilen hoorden, gebeurden alle uitreikingen op Koninginnedag. Ik ben blij, dat u op de dag zelf komt”, aldus de heer Van Zwet.

De heer Diemel blijft tot september in dienst van Werkspoor, de heer Vernes gaat voorlopig nog niet bij Werkspoor weg.

Jubilarissen bij Werkspoor

Burgemeester de Ranitz van Utrecht reikte vanochtend in de Werkspoorfabrieken te Utrecht twee maal de ere-medaille in brons, verbonden aan de orde van Oranje-Nassau uit. De heer C.F.J. Diemel ontving deze onderscheiding voor 50 jaar, de heer J.P.J. Vernes voor 40 jaar trouwe dienst. Van links naar rechts: mevrouw Vernes, mevrouw Diemel, de heer Diemel, de heer J. van Zwet, adjunct-directeur van Werkspoor, de heer Vernes en burgemeester C.J.A. de Ranitz van Utrecht.

HENGELAARS SCHENKEN GOUDKARPERS VOOR VIJVERS

HENGELAARS SCHENKEN GOUDKARPERS VOOR VIJVERS

Oud Nieuws 24 december 1954

De Alg. Utr. Hengelaars Ver. gebruikt sedert vele jaren de verschillende stadsvijvers als groeiplaats voor de vis, welke dan, na volwassen geworden te zijn, wordt uitgezet in de door deze vereniging gepachte viswateren rondom de stad.

Toch wil de A.U.H.V. ook iets anders dan alleen maar vis uitzetten met het doel deze later triomphantelijk aan de haak te slaan. Ter verhoging van de aantrekkelijkheid van onze stadsvijvers heeft de vereniging bij wijze van schenking aan de Gemeente Utrecht en de vijvers van het Wilhelmina- en Julianapark en het Park Oog in Al eind November j.l. door de Ned. Heide Mij. in elke vijver tachtig flinke goudkarpers van 20 cm. laten uitzetten. Niet met het doel deze fraaie vissen straks, als ze volwassen zijn over te brengen naar de buiten (vis) wateren, doch louter en alleen met het doel om als extra attractie voor de vele kinderen, die iedere dag trouw de eenden (en dus ook de vissen) in de vijvers komen voederen.

Vissen voeren in het Julianapark

Fotobijschrift: Het vissen voeren (en kijken naar de vissen) gebeurde veelal vanaf de prachtige balkons met ‘boomstammen’ afrastering. (maar niet als het sneeuwt natuurlijk…). Al vele jaren geleden is één van de balkons weggehaald en werd de afrastering een (veel veiliger en goedkoper in onderhoud) een metalen constructie.Maar bij het park paste deze vormgeving wel heel bijzonder goed. Mooie taak voor de gemeente: enige jaren geleden al werd besloten het onderhoudsniveau van het Juliananpark te verhogen van zes naar acht. Zou een prachtig plaatje terug kunnen brengen. (Als we dan ook wel weer van de witte winters krijgen natuurlijk)

 

Zilver jubileum Prinses Ireneschool

Prinses Ireneschool in het zilver

Oud Nieuws 23 december 1954

Belangstelling bij jubileum Prinses Ireneschool

BIJ DE FOTO: Een deel der genodigden tijdens de feestelijke ouderavond van de zilveren „Prinses Ireneschool”.

Hartelijke toespraken

(Van een onzer verslaggevers)

De Prinses Ireneschool (voorheen School 3) aan de Johannes Uitenbogaertstraat 19, bestaat vijf-en-twintig jaar, en ter herdenking van dit feit had gisteren een feestelijke Ouderavond plaats in de versierde gymnastiekzaal. Door de heer W. Koek, het hoofd der school, werden o.m. verwelkomd de heer A. Lens, Rijksinspecteur van het Onderwijs, de heer J.C. v. Dam, Chef afd. Onderwijs en Jeugdzaken, de heer E. Post, oud hoofd der school, verder de heer O. Norbruis en echtg. ,de heer A.J. v.d. Weerd, secr. Gemeenschapsraad, de heer A. Lamie, voormalig chef van de afd. Onderwijs, de oud-Directeur van Gem. werken A.G. v. Vliet en de Gem. architect W.C. v. Hoorn, diverse hoofden en onderwijzend personeel van scholen, vertegenwoordigers van Volksonderwijs en Ouderraad enz.

De heer A. Lens, de Rijksinspecteur van het L.O. wees op de belangstelling voor het onderwijs, dat door Utrecht wordt betoond en in het verleden ten volle ook werd betoond door oud-burgemeester O Norbruis. Hij hoopte, dat die belangstelling, ook van de zijde der ouders, onderwijzend personeel enz. zal blijven bestaan.

De volgende spreker was de heer O. Norbruis, die erop wees, dat de school voor hem steeds een bron van genot is geweest, al waren er ook vaak zorgen vooral toen het oude schoolhoofd, de heer E. Post, ging vertrekken. Van de benoeming van de heer Koek heeft men nimmer spijt gehad. Ook werd het woord gevoerd door de heer J.C. v. Dam, chef afd. Onderwijs en jeugdzorg. Spr. wees op de groeiende samenwerking tussen Utrecht en deze school, en hoopte dat deze in de toekomst nog hechter zou worden.

Het oud-schoolhoofd, de heer E. Post, haalde enige herinneringen op aan de eerste jaren van de school, wees op de prettige samenwerking, die steeds heeft bestaan, en wenste verder allen geluk met dit jubileum.

Namens de ouders bood de heer J. v.d. Haers als bewijs van erkentelijkheid een projectiescherm smalfilm apparaat aan, benevens een plant. Er waren ook van andere zijden veel bloemen gezonden.

Het feestelijke deel werd verzorgd door het Gezelschap Adrie van Oorschot, dat verschillende vermakelijke schetsen bood, goocheltoeren ten beste gaf, enz. Hedenavond zal het Gezelschap voor een tweede groep ouders optreden, terwijl het des middags feest was voor de kinderen.

Het Natuur-historisch museum te Zuilen

Oud Nieuws 22 december 1937

Het Natuur-historisch Museum in

het Julianapark geopend

——

Groote belangstelling van officieele zijde. – Wethouder H.A. Bekker verricht opening.

In het Julianarestaurant is hedenmiddag het Natuur-Historisch Museum, waarover wij gisteren reeds uitvoerig schreven, geopend.

Onder de velen aanwezigen merkten wij onder meer op de heeren  O.  N o r b r u i s, Burgemeester van Zuilen, Dr.  d e  L a n g e, gemeente-secretaris van Utrecht,  Z e e g e r s, P l o e g  en W a s l a n d e r, wethouders van Utrecht. Hoofdcommisaris van Politie, Dr. S c h u u r m a n s  S t e k h o v e n, waarn. directeur van het Zoölogisch Laboratorium,  V a n  D i s s e l,  oud-directeur van Staatsboschbeheer,  S m u l d e r s, oud-wethouder van Utrecht en vele gemeenteraadsleden, terwijl voorts vertegenwoordigers van de Utrechtsche Biologenvereeniging aanwezig waren.

Wethouder H. A.  B e k k e r  verrichtte de opening. Spr. bracht dank aan allen, die hebben medegewerkt tot de totstandkoming van dit museum, waarop wij hier niet verder behoeven in te gaan, daar wij gisteren hierover reeds schreven.

De heer Roeleveld dankte het bestuur van de “Stichting Julianapark” voor haar medewerking en schetste het nut van dit museum. Tenslotte dankte spr. dengenen die hem hebben geholpen bij de samenstelling van zijn verzameling.

Tenslotte sprak de heer  O.  N o r b r u i s,  burgemeester van Zuilen, eenige woorden. Spr. memoreerde, hoe door toedoen van wijlen den heer  K o l  Zuilen een nieuwe woonwijk is geworden in de omgeving van het prachtige Julianapark, in den volksmond nog steeds het “park van Kol” geheeten. Spr. spreekt de hoop uit, dat het nieuwe museum zal bijdragen tot de ontwikkeling der menschen voor de natuur.

Het museum werd hierna bezichtigd.

Fotobijschrift: Een afbeelding uit ‘Utrecht in Woord en Beeld’ van 19 oktober 1934. Voor de tekst maak ik gebruik van het origineel. Onder de kop: ‘Aanwinsten voor het Julianapark te Utrecht’ lezen we: ‘Het ei van een struisvogel en dat van een winterkoninkje verschilt nogal van afmeting, en daartusschen zijn er ook eieren van allerlei kleur en kaliber. De heer Roeleveld heeft er een groote verscheidenheid van verzameld, zooals men hier kan constateren.’