De Hermannus Elconiusstraat 1

Deze straat werd genoemd naar Hermannus Elconius een van de predikanten die in de Utrechtse Jacobikerk preekten. Dat deed hij van 1581 tot 1589.

Voor een beschrijving van de Hermannus Elconiusstraat ‘van toen’ gaan we aan de wandel alsof het 1938-’39 is. Dit tijdspad is niet toevallig gekozen. We beschikken over een adressenbestand uit die tijd, dus kunnen we als we door deze straat lopen aangeven wie er woont of welke winkel er zat.

We stappen de straat in vanaf de Cornelis Mertenssstraat. Vanwege de verschillende T-splitsingen en kruisingen in de straat, is het duidelijker de wandeling te beschrijven als we eerst langs de even zijde lopen. Aan het eind van de straat ligt de tegel met de beschrijving van de overkant.

Let op: het is dus 1938. Links was, tot de bebouwing van de straat tot stand kwam, de achterkant te zien van de Oranjekerk die aan de Amsterdamsestraatweg stond. Dicht bij de gemeentegrens met de stad Utrecht, stond deze Nederlands-hervormde Oranjekerk.

De pech van het bouwen in de stad komt met zo’n foto in beeld. Het is een prachtig gebouw, de Oranjekerk van achter gezien! Zo’n mooi zicht heb je alleen als er niet omheen gebouwd wordt. Maar zoals we wel weten komen er allemaal huizen die dit uitzicht ‘bederven’. De fotograaf staat zo’n beetje in de Hermannus Elconiusstraat. De kerk werd inmiddels gesloopt, de toren bleef gelukkig staan.

In de Hermannus Elconiusstraat was op nummer 2 het wijkgebouw van de Oranjekerk te vinden.

Voorbij dit wijkgebouw vinden we – tot de jaren zestig van de vorige eeuw – een filiaal van de U.M.C., niet het ‘Utrechts Medisch Centrum’ maar de ‘Utrechtse Melk Centrale’.

Al vóór we bij de eerste zijstraat aankomen, hebben we een bijzonderheid te melden: op nummer 28 wordt in 1952 de 25.000ste inwoner van Zuilen geboren! – Voor degenen onder u die willen weten wie nou die 25.000ste inwoner was, geef ik voor de volledigheid zijn naam: Alfred Louis Jobse. – Ter gelegenheid van deze geboorte verscheen een extra editie van het Zuilens Nieuwsblad en deed burgemeester Norbruis een toespraak die op een grammofoonplaat werd vastgelegd.

Goed, we lopen verder. Na een lange rij van boven- en benedenwoningen komen we bij nummer 38, op de hoek van de Hubert Duyfhuysstraat. Op dit adres vestigde zich Pardoen met zijn kantoorboekhandel. Hij wordt opgevolgd door De Bree, maar die gaat, zoals iedere Zuilenaar wel weet, nog naar de Amsterdamse-straatweg met zijn kantoorboekhandel. Op nummer 40 woont slager D.F.J. de Hosson.

Tot de hoek bij de Petrus Dathenusstraat vinden we aan deze kant van de straat alleen maar woonhuizen, maar dit keer geen bovenwoningen. Op de komen we een winkel tegen: het is een filiaal van broodfabriek ‘De Korenschoof’.

De Hermannus Elconiusstraat die nog maar aan één kant bebouwd is.

 De laatste nering die we aan deze kant van de straat (met als postadres Hermannus Elconiusstraat!) tegenkomen is de ‘Centrale Leesportefeuille’ op nummer 84.

Nog even doorlopen en we komen bij de hoek met de Sweder van Zuylenweg. In 1934 werden op dit adres aardappelen aan de man gebracht door J. Goenee van der Laan. Naar dit pand verhuisde de heer Oude Wansink, die begon op de hoek Amsterdamsestraatweg en de Hubert Duyfhuysstraat.

Oude Wansink heeft interessante aanbiedingen in de huis-aan-huiskrant Zuilen Vooruit geplaatst. U kunt hier volgens de advertentie terecht voor uw hoofdkaas, tongenworst, plockworst, procureurspek, maar ook ‘wijnen per flesch reeds vanaf 35 cent’.

Dat de voedseldroppings aan het einde van de Tweede Wereldoorlog voorzagen in behoefte’ is een eufemisme. Ze hebben desondanks enkele ongelukken gebracht. Bijvoorbeeld het huis van de familie Tuntelder in de Hermannus Elconiusstraat 100 dat werd geraakt. De heer en mevrouw Tuntelder waren in 1944 naar Drenthe gevlucht en toen zij na de bevrijding thuiskwamen troffen zij een ravage aan: een voedselpakket was door het dak gegaan. ‘Dat gat heeft nog jaren zo gezeten, want er was geen geld!’

 Meer weten over de Hermannus Elconiusstraat en/of Zuilen: www.museumvanzuilen.nl

Amsterdamsestraatweg 1

Het Museum van Zuilen beschrijft aan de hand van de gemeentegids uit 1938-’39 de Amsterdamsestraatweg vanaf de grens met de gemeente Utrecht tot aan de grens met Maarssen in vijf delen. We lopen eerst langs de oneven zijde naar het laatste pand aan deze kant van de Amsterdamsestraatweg vóór de grens met Maarssen, keren dan om en gaan aan de overzijde terug naar Utrecht. Dit is deel 1. (Deel 2 start bij de Sweder van Zuylenweg, deel 3 bij de De Lessepsstraat, deel 4 bij de Muyskenweg aan de even zijde en deel 5 vindt u bij de Julianaparklaan.)

De Amsterdamsestraatweg is een onderdeel van de Route Impériale II, de weg van Parijs naar Amsterdam, aangelegd in 1813 in opdracht van Napoleon Bonaparte.

Napoleon Bonaparte in zijn jonge jaren.

De eerste winkel op Zuilens grondgebied was slagerij Rijksen, zijn buurman was L. Hubert die handelde in radio’s en elektra. Het volgende pand was van E. van Rossum, die hier het Zuilense warenhuis ‘Evora’ had.

Op nummer 409 kwamen we bij de winkel van Simon de Wit: ‘Handel in Koloniale Waren’. De buurman was Maison Royal, gespecialiseerd in luxe en huishoudelijke artikelen. In deze panden kwam de heer Den Hertog, met de naam ‘Het Banierhuis’ en een slagzin die men in heel Zuilen kende: ‘Betaal het in zes keer, bij het Banierhuis kost het geen cent méér!’

Op nummer 419 zat kruidenier M.M.G. Roeleveld, precies op de hoek van de Marnixlaan. In deze kruidenierswinkel ging later Elberse de scepter zwaaien. Deze kruising met de Amsterdamsestraatweg stelde in 1938 nog maar weinig voor. Dat kwam omdat de in het verlengde van de Marnixlaan gelegen brug over de Vecht er nog niet was en de Josephlaan ‘doodliep’. – Er werd midden op de Josephlaan jaarlijks een kermis gehouden!

Op de hoek aan de overkant van de Marnixlaan werden manufacturen verkocht door Jaco. Later kwam hier de winkel van P. de Jong. Hij adverteerde met een mooie reclamekreet: ‘Loop niet direct naar de stad, daar heeft al menigeen spijt van gehad.’

Na een paar woningen kwamen we bij het Woningbureau van de heer G. van Eijk. Hij heeft heel wat inwoners van Zuilen aan een woning geholpen. De volgende winkel zat in een wat naar voren springend pand: een handel in fruit en chocolaterieën van H.H.J. Steeman. Speciaal adres voor ‘fruit primeurs, bonbons, luxe doozen en fijn banket, maar ook voor wijn, limonade en bier’. Hij werd al kort na de oorlog opgevolgd door de heer L.A. den Hartog. De heer Den Hartog verkoopt dezelfde producten.

Van de winkel op nummer 437 vinden we in 1950 een advertentie in het Zuilens Nieuwsblad die werd geplaatst door de heer R.J. van de Pal: ‘Onder rijkstoezicht gediplomeerd schoenmaker’. Op de hoek met de Cornelis Mertenssstraat heeft H. van de Hoef (brood en banket) onderdak gevonden. De heer W.E. Luchtenborg volgt hem op en runt in deze winkel een verkooppunt van broodfabriek de ‘Korenschoof’. Later kwam in dit pand een van de eerste ‘automatieken’ (snackbars) van Zuilen.

Aan de overkant vonden we de Nederlands-hervormde Oranjekerk. Deze werd gesloopt, maar de toren heeft men laten staan. Naast de Oranjekerk kwam A. Weenink gebruik maken van het pand. Hij had een elektrotechnisch bureau. Zijn opvolger werd Metz, een winkel met verlichtingsartikelen.

De Nederlands-hervormde Oranjekerk in de jaren dertig van de vorige eeuw.

De buurman van Metz was Van der Hoef. Hij verkocht brood en werd opgevolgd door Boonzaaijer. Daarna kwam Nico Odijk in dit perceel, dat uitgroeide tot een Zuilens begrip voor horloges en klokken. Dan volgt een flink stuk woningbouw.

Op de hoek Hubert Duyfhuysstraat kwam H. den Dekker & Co haarden en kachels verkopen, nadat zijn voorganger (kruidenier Oude Wansink) verhuisde naar de Sweder van Zuylenweg. Op nummer 509 was de winkel in tabak en sigaren van de heer J.X. Noz. In de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw werd dit hét Utrechtse verkooppunt voor tickets voor concerten.

Als we overgestoken zijn, kwamen/komen we het autoverhuurbedrijf van de heer Meijers tegen. Dit bedrijf is vanaf 1 september 1928 zonder onderbreking op deze plek gevestigd. We belandden op nummer 531 bij de winkel van C. Kop ‘in Comestibles’, die in 1948 zijn winkel verkocht aan Ben Moors, toen werd het chocolaterie ‘BeMo’, beroemd om zijn fraaie Paaseieren.

Op nummer 533 werden tabakswaren verkocht door de heer Heibloem, later opgevolgd door De Bree. Op nummer 535 zat kapsalon Jansen-Joosten. Algemene Verkoop Organisatie ‘Elinkwijk’ zat in 1938 nog in het pand vlak voor De Gruyter. U kon bij deze winkelier terecht voor Magneet-rijwielen ‘met verzwaard achterwiel’.

Dan kwamen we bij het laatste pand in deze beschrijving, hier zat de winkel van P. de Gruyter, met de beroemde reclamezin ‘Én betere waar, én 10%, alleen de Gruyter’. Samen met de in Nederland ongeveer bekendste reclame voor ‘Het snoepje van de week’ was de succesformule compleet.

Het pand van P. de Gruyter & Zn op de hoek bij de Sweder van Zuylenweg. Men verkocht uitsluitend ‘eigen merk’-producten. De fietsenwinkel rechts werd later schoenenwinkel ‘Het Panterhuis’.

Meer weten over de Amsterdamsestraatweg en/of Zuilen: www.museumvanzuilen.nl

Dominee Koolhaas in de Oranjekerk

Naar aanleiding van zijn 40-jarig jubileum als predikant hield Dominee Koolhaas in Zuilen een gedachtenispredikatie. Het Utrechts Nieuwsblad van 20 april 1942 schonk hier aandacht aan.

Gedachtenispredikatie Ds. B.C. Koolhaas

Zondagmorgen heeft Ds. B.C. K o o l h a a s, emeritus predikant der Ned. Hervormde Gemeente alhier, in de kerk van wijk XIV aan den Amsterdamschen Straatweg, een gedachtenispredikatie gehouden in verband met zijn veertig jarig ambtsjubileum.

Voor ds. Koolhaas, die eenige jaren geleden om gezondheidsredenen emiraat moest aanvragen en zijn geliefde wijkwerk rondom de Oranjekerk moest neerleggen, was het een bijzondere ure, nu hij na langdurige scheiding weer eens voor zijn gemeente mocht optreden en dat ter herdenking van zijn 40-jarig jubileum.

De kerk was overvol, toen de grijze jubilaris werd binnengeleid door den tegenwoordigen wijkpredikant ds. J.R.  W o l f e n s b e r g e r  en ouderling L o d d e r.

In zijn voorrede wees ds. Koolhaas erop dat in deze dagen van gedenken zijn gedachten in de eerste plaats uitgingen naar deze wijk. Spr. zag terug naar het begin van zijn loopbaan, zijn arbeid in Genderen en later in Zuidland.

Toen kwam spr. naar Utrecht. Wat is er sinds November 1919 in dit stadsdeel veel veranderd. Rijk gezegende jaren – aldus ds. Koolhaas – heb ik hier mogen meemaken. Ik denk aan onzen arbeid toen er nog geen kerk was. Met dankbaarheid herinnerde spr. aan het feit dat het Diaken  S m i t s  was, die toen een deel van zijn woning afstond om den wijkpredikant gelegenheid te geven spreekuur te houden.

De Stadszending verleende gastvrijheid in haar gebouw aan de Vultostraat en 12 November 1922 riepen wij “Rehoboth”, want het hulpkerkje werd in gebruik genomen.

30 Juni 1925 vond de overgang naar deze grote kerk plaats. Spr. moest op doktersadvies thans alle emotie vermijden, maar hij was geneigd om in dit gedenkwaardige uur uitvoerig stil te staan bij den tijd hier als wijkpredikant doorgebracht. Namen als die van broeder Kordes, mevr. Bokhorst, Vrouwe, Hove e.a. kwamen bij spr. op. Allen wilde spr. gedenken, die inmiddels het tijdelijke met het eeuwige verwisseld hebben.

Dank bracht spr. ook aan zijn vrouw voor al haar steun.

De gemeente had geen ander recht dan dat ik haar bracht wat zij noodig had: Christus. Na veertig jaar wil spr. ditzelfde Evangelie brengen. Daarom had Ds. Koolhaas als tekst voor zijn predikatie gekozen: Hebreën 13 : 8 “Christus is gisteren en heden dezelfde en in der eeuwigheid”.

Toen ds. Koolhaas zijn prediking beëindigd had, beklom ds.  J.R.  W o l f e n s b e r g e r  den kansel, die namens de voorzitter van den Kerkeraad, Ds. Smit, namens ouderling Lodder, en de gansche gemeente den jubileerenden emeritus predikant toesprak.

Wij genieten nog heden ten dagen de resultaten van uw arbeid in deze wijk, zoo zeide spr. Het is een geweldigen arbeid geweest. Geweldig was ook Gods goedertierenheid, geweldig is ook deze dienst.

Staande zong de gemeente “Halleluja, eeuwig dank en eere”. (met een op Ds. en Mevr. Koolhaas toepasselijke wijziging in den vijfde en zesden regel).

De plechtige en door haar verdere verloop, ontroerende dienst werd besloten met het zingen van het Lutherlied “Houdt Christus Zijne Kerk in stand, zoo mag de hel vrij woeden!”.

Oranjekerk

De Oranjekerk bezweek ook onder de slopershamer. De toren bleef tot nu toe wél gespaard.