Voetbalclub ‘Elinkwijk’, binnenkort 100 jaar.

Elinkwijk werd en wordt door een grote schare supporters op handen gedragen. Ook ruim 50 jaar geleden stak de trainer de loftrompet over de supporters, ‘het publiek’ waar een club niet zonder kan! We lezen erover in het Utrechts Nieuwsblad van 27 april 1967

JOVAN CURCIC VERKLAART:

Elinkwijk-publiek beste
publiek ter wereld

Van Tamelen: Nu pas echt zware duels

UTRECHT — De stemming in het Elinkwijk-kamp is, enkele etmalen voor de derby, enerzijds ontspannen, maar anderzijds toch ook gespannen. Men doet gewoon, zoals altijd. Niet meer trainen dan anders, geen overdreven concentratie, zo min mogelijk over de wedstrijd tegen DOS praten, normaal het patroon afwerken, dat bij andere wedstrijden wordt gevolgd. De spelers proberen te relaxen, waarbij ieder voor zich op zijn eigen wijze naar deze „thriller” toeleeft. Ook buiten de normale speel- en trainingsuren loopt men zo eens bij elkaar langs. Niet om over de komende wedstrijd een babbeltje op te zetten. Nee, er is een stilzwijgende code „om het maar te vergeten”.

Geen speciale voorbereiding

Zo troffen wij ten huize van aanvoerder Jan van Tamelen in de Swammerdamstraat enkele Elinkwijkers aan, toen wij de 24-jarige, stoïcijns rustige aanvoerder van de blauw-witten thuis toch enige uitspraken wilden ontlokken. Op Jans kamer waren goalie Jovan Curcic en de linkervleugel, Leo v.d. Merkt en Dick Tennissen, in een onderhoudend gesprekje gewikkeld, waarbij Jovan in vloeiend Duits nog eens terugblikte op de tijd, dat hij in Belgrado bij Partizan tussen de palen moest voor de allesoverheersende derby tegen „doodsvijand” Rode Ster. De twee grootmachten van het Joegoslavische voetbal.

Tamelen

Teunissen, Leen van der Merkt, Jovan Curcic en Jan van Tamelen tijdens het praatavondje bij Van Tamelen thuis in de Swammerdamstraat.

„Driemaal heb ik meegedaan. Tweemaal wonnen we met 2-0 en eenmaal ging de winst naar Rode Ster met 1-0. Bij die wedstrijden zijn altijd zeventig à tachtigduizend toeschouwers. Een week lang praat men er vooraf ieder vrij momentje over. En dagen erna nog. Voor de wedstrijd zit het verkeer in heel Belgrado reeds uren van te voren vast, zodat de meesten maar lopend gaan”.

De jonge Elinkwijkers hingen aan Jovan’s lippen, want met rappe tong en de bekende zuid-Europese gesticulerende bewegingen verzorgde hij een uitgebreid beeldverslag over „voetbal bij de Yugo’s”. Toen wij even de gelegenheid kregen, wilden we hem graag een prognose ontfutselen over de wedstrijd tegen DOS. Diplomatiek hield hij zich op de vlakte onder het motto „met voetbal kan het altijd twee kanten uit”. Hij heeft DOS indertijd met 3-0 van Elinkwijk zien winnen. Bepaald ondersteboven was hij niet van het door DOS vertoonde spel. „Wery zeer gute fuszballer. Elinkwijk ongelukkig gespielt. Zwei doelpunten in eerste tien minuten bezorgden nekslag. Elinkwijk slechte tactiek en te veel in offensief geweest”.

Jovan brabbelde Duits en Nederlands lustig door elkaar. Inmiddels verstaat hij onze taal bijna letter voor letter. Volgens hem zijn angst, nervositeit en geluk vaak alles overheersende factoren. „Nein, ik weet het niet”, besloot hij schouderophalend zijn overigens niets zeggende, voorspelling. Jovan, heel voetbalminnend Utrecht zit te wachten op het antwoord op deze vraag: Blijf jij bij Elinkwijk?

 

Misschien

Hij moest even denken voordat hij met een omzichtig antwoord voor de dag kwam. „Dat hangt van allerlei factoren af. Ik wil carrière maken als doelman. Er zijn veel problemen. De financiën, blijft Elinkwijk in de eredivisie en nog veel meer”. We bleven aandringen op een wat gedetailleerder antwoord. „Laat ik dit zeggen. Als Elinkwijk in de eredivisie blijft dan is het voor 80 pct. zeker, dat ik blijf”. Dat was tenminste iets.

Ook Jovan’s slotopmerking willen wij u niet onthouden. „Het beste publiek ter wereld bij Elinkwijk”.

Evenals voor Curcic wordt het ook voor de 20-jarige Dick Teunissen, een geboren en getogen Zuilenaar, die van heel jong al reeds het Elinkwijkshirt om de schouders draagt, een debuut tegen stadgenoot DOS. Hij heeft nu elf keer in het eerste gespeeld. De eerste van deze serie werd verloren — met 2-1 in Rotterdam tegen Xerxes — de rest niet meer.

Hij zegt er dit van: „DOS is wel veilig. Ik had toch liever gehad, dat ze maar van Xerxes gewonnen hadden. Er bepaald tegen op zien doe ik niet. Aarts en Okhuijsen zullen wel lastige verdedigers zijn. Ze hebben uiteindelijk een heleboel routine. Mijn directe tegenstander, Hans de Weerd waarschijnlijk, is fel, maar ook nerveus”.

Dick wordt doorlopend aan de wedstrijd herinnerd. Al was het alleen maar om het gezeur om kaartjes, dat hij de hele dag moet horen. „Ik word op m’n werk opgebeld en ook thuis weten ze me te vinden. En ik heb ze helemaal niet”. Wie gaat het winnen, Dick? „Kom zondagmiddag maar naar de kleedkamer om vier uur dan zal ik het vertellen”, adviseert de stevige „kwajongen” ons, die 8 november de wapenrok aan moet trekken.

Leo v.d. Merkt, de benjamin van de ploeg bekent ons, dat hij nog weleens last van wedstrijdzenuwen heeft. „Ja, voor een wedstrijd voel ik me vaak niet lekker. Als we zo’n minuutje of tien hebben gespeeld, ben ik het gelukkig kwijt. Vooral, zoals in Tilburg, toen ik ’n doelpunt in de eerste minuten wist te maken”. Ook hem weten ze overal te vinden voor kaartjes. „Laten de mensen het toch alsjeblieft achterwege laten, ik kan ze echt niet helpen”. Hij is het met z’n „vleugelmaat” eens, dat DOS toch wel veilig is. „Vier punten voor op Telstar met nog drie wedstrijden. Nee, dan zou er wel een wonder moeten gebeuren. Het wordt voor hem de derde wedstrijd tegen DOS. De eerste twee verloren we. Misschien wordt driemaal scheepsrecht.”

Aanvoerder

Gastheer Jan van Tamelen was het vlugste klaar met zijn mening. „Ik zeg niks”. Nou viel dat mee, want Jan zei daarna heel zinnige dingen, zoals wij dat van hem gewend zijn.

,,Over de uitslag wordt het toch maar gissen, dus daar zeg ik ook echt niets over. Onze positie is inmiddels radicaal gewijzigd. Eerst moesten we een achterstand van acht punten op Telstar goed maken. Te verliezen hadden we daarbij niets meer. Nu staan we een punt voor. Mijns inziens, is het minstens zo moeilijk om nu onze plaats boven Telstar te consolideren. Een voorsprong vasthouden is vaak lastiger dan een achterstand — hoe groot ook — wegwerken. Natuurlijk heb ik volop vertrouwen in ons elftal. De afgelopen maanden is er een geweldige eenheid gegroeid en hebben ze zich zonder uitzondering voor meer dan honderd procent gegeven.

In zelfvertrouwen zullen we beslist niet voor DOS onder doen. Vergeet niet, dat we eigenlijk niets dan degradatiewedstrijden hebben gespeeld in deze competitie. Ongelofelijk zware opgave, die we nog even moeten volhouden. Het is echt niet zo, dat bij ons de indruk heerst, dat we „wel even van DOS zullen winnen”. Integendeel, het gehele elftal weet, dat het weer een heel zware opgave wordt. Maar… voor beide elftallen.

Ik hoop wel, dat het zondag 21 mei allemaal achter de rug is, want ik moet maandag 22 mei voor herhalingsoefeningen onder de wapenen.

Facebook reacties

1 gedachte op “Voetbalclub ‘Elinkwijk’, binnenkort 100 jaar.

  1. Leuk stukje maar wat doet die (pas)foto van mijn oom Servaas Nieuwhoff (vader van Ser) bij dit stukje, buiten het feit dat hij uiteraard Elinkwijker was.?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *