Oud Nieuws 7 juli 1950

Voor de laatste maal het Spel van Zuilen

Deelnemers in costuum trekken in optocht door oude Dorp

Het Comité voor het Openluchtspel in Zuilen was ’t gisteravond niet goed met zichzelf eens. Zou er Vrijdag nog een nieuwe voorstelling volgen tegen de aanvankelijke bedoeling in? En: wanneer zou de optocht plaats hebben door Oud-Zuilen, in de pauze of na afloop van de voorstelling?…

In de loop van de avond werd op beide punten een beslissing genomen. Ten eerste: géén herhaling op Vrijdag: ten tweede een optocht door Oud-Zuilen, tijdens de pauze.

Het weer hield zich gelukkig goed. In ons land liggen de klimatologische kaarten voor een openluchtspel nu eenmaal slecht. Vier avonden achtereen goed droog weer – dat is haast ondenkbaar en vooral in deze zomer bijna iets ongerijmds. De tribunes stroomden aardig vol – de banken ‘‘gelijkvloers’’ (niet de stoeltjes, maar de banken daarachter) hadden, zoals wel te voorzien was, absoluut geen aftrek. Wil een groot openluchtspel werkelijk kans van slagen hebben, dan moet er één grote tribunebouw zijn met tenminste 1000 à 1200 zitplaatsen. Lange zijtribunes zijn uit den boze. Bovendien: de beste geluids- en lichtinstallaties kunnen het euvel van de te lange afstand niet geheel overwinnen.

Opmerkelijk succes

Niettemin boekte het spel gisteren een opmerkelijk succes. Beter dan enige avond tevoren leefde het publiek mee: uit de stille aandacht en uit allerlei levendige ovaties was dat duidelijk merkbaar. Vooral Bonifacius en de Monniken in I, evenals Zuilen in III, hadden het oor van de aanwezigen, vervolgens de Nar in II die zeer werd geapricieerd, Elsebé, die door een beroepsactrice moeilijk zou zijn te verbeteren, Karel, die geestige momenten had en de stijlrijke acties van Jacoba en Frank Borssele – zij allen gaven aan het spel een gezonde toneelinhoud, waarnaast de karakteristieke kijkspelelementen in III en de gratie der balletten de gelukkige afwisseling brachten die een spel in de openlucht noodzakelijk eist.

Dat het derde bedrijf niet zo’n gave indruk maakte als de tweede avond was enerzijds gevolg van de druppels, die, schuchter begonnen te vallen, maar die gelukkig niet aanhielden, anderzijds van de onrust, die de ommegang der spelers door het oude dorp onwillekeurig mee had.

Ommegang

Toch was ook deze ommegang een goede gedachte en de wandeling van alle deelnemers in hun toneelcostuum langs de verlichte Vecht, lokte honderden kijkers, die genoten van deze kleurrijke herleving van vergane. Feodal glorie.

Toespraken

Na afloop, toen alle deelnemers hun slotzang op het toneel hadden gezongen en de schijnwerpers voor ’t allerlaatst de driekleur op de tuinen van het kasteel in gloed zette, toen het onvermijdelijke uur van scheiden was aangebroken, gebeurde iets heet sympathieks: Baron van Tuyll beklom het podium, om uit de grond van zijn hart alle spelers en medewerkers dank te zeggen voor dit schone evenement.

Hij en de zijnen hadden intens hiervan genoten en vooral de geest van offervaardigheid en iets te zijn voor een ander, die door alle tijden heen in Zuilen gebleven was, vond hij in het spel op de juiste wijze weergegeven. ‘‘Dit was het,’’ zo zeide Baron van Tuyll, ‘‘wat door alle tijden bleef’’, zoals de titel van het spel aanduidde.

De heer H. Kool, bracht daarna namens het Comité dank aan de spelers en speelsters voor de vele opofferingen die zij zich hadden moeten getroosten en het mooie spel dat zij hadden geleverd. De schrijvers en ontwerpers van het spel, mevrouw de Vries en de heer Schilp, bracht hij dank voor de goede leiding en de moeiten die zij zich getroost hadden om dit spel tot iets groots te maken. Aan mevrouw de Vries overhandigde hij een bouquet bloemen. Hij zeide, zonder tekort te willen doen aan hetgeen de heer Schilp had verricht, trots te zijn op het feit dat Zuilen een vrouw als mevrouw de Vries als leidende figuur in het spel, tot zijn inwoners mocht tellen.

Fotobijschrift: Dit is een opname de gemaakt werd tijdens het openluchtspel dat werd opgevoerd tijdens de feesten naar aanleiding van het 1200 jarig bestaan van Zuilen in 1950. Op het tournooiveld bij het Slot ‘Zuylen’ kon u kijken naar deze medespelers. We zien onder anderen de heer J. Kool (de zoon van Hugo Kool van de COV) en mevrouw C. Ooyevaar (haar vader had een drogisterij aan de Amsterdamsestraatweg).

 

Facebook reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *