Thomas Alva Edison

In het gedeelte van Zuilen (De Oude Bouw, waar de Daalseweg door loopt en het deel tussen de Sweder van Zuylenweg en de F. Koolhovenstraat, werd omgedoopt in Edisonstraat) werden de straten voorzien van namen van grote internationale uitvinders.

Thomas Alva Edison hoort daar natuurlijk ook bij. Op Wikipedia schrijft men over hem: ‘Thomas Edison was de zoon van de graanhandelaar Samuel Edison Junior. (1804-1896) en Nancy Matthews Elliot (1810-1871), als laatste van zeven kinderen. Zijn broers en zusters waren: Marion, William Pitt, Harriet Ann, Carlile, Samuel en Eliza, waarvan de laatste drie hun kinderjaren niet overleefden.

Hij groeide vanaf zijn negende op in Port Huron, Michigan. Hij had, al doet zijn naam anders vermoeden, mogelijk Nederlandse voorouders, maar hierover bestaat geen zekerheid. Thomas ging hooguit drie maanden naar school, hij kreeg vooral thuisonderwijs van zijn moeder, die onderwijzeres was geweest.

Toen hij twaalf was, werd hij krantenjongen in de trein. Hij verkocht kranten, broodjes, fruit en snoep aan treinreizigers. Hij tikte een drukpers op de kop en ging zelf in de goederenwagon een krant produceren om te verkopen.

Zijn werk bestond voor een groot deel uit wachten op de terugreis. Die tijd vulde hij met het lezen van boeken over scheikunde, een vak dat hem zo interesseerde dat hij al gauw in de spoorwagon een laboratorium inrichtte om experimenten te doen. Toen daarbij brand ontstond raakte hij zijn baan kwijt en men zegt dat zijn gehoorproblemen ontstaan zijn door de draai om zijn oren die hij bij die gelegenheid van de conducteur kreeg. Hierdoor ondervond hij problemen op school. Tijdens zijn tienerjaren werd hij vrijwel geheel doof.

 

Kort daarna redde hij het leven van het zoontje van de stationschef Mackenzie in Mount Clemens door het kind weg te halen voor een losgeraakte rijdende treinwagon. Als beloning kreeg Edison van de vader enkele gratis lessen in hoe de telegraaf te gebruiken. Hij werd toen nachttelegrafist bij de Grand Trunk spoorwegen in Canada.

Toen eens de spoorbrug tussen zijn woonplaats Port Huron en het Canadese Sarnia – een zeer belangrijke verbinding – door ijsgang vernield werd, waarbij ook de telegraafkabel gebroken was, kwam hij op het idee met de stoomfluit van een locomotief de telegraafverbinding te herstellen.

Hierna werkte Edison bij een firma die beurstikkers, gebaseerd op de tele-graaf, voor de beurs van New York produceerde. Hij wist in de apparaten verschillende verbeteringen aan te brengen en maakte hiermee zijn eerste fortuin. Samen met de $10.000 die hij had verdiend met de quadruplex-telegraaf liet Edison in Newark (New Jersey) een kleine werkplaats bouwen, het begin van zijn zakelijke imperium. Zijn eerste patent betrof een elektrische stemmachine (U. S. Patent 90,646), dat werd toegekend op 1 juni 1869.

Zijn grootste bijdrage aan de vooruitgang was misschien wel het onderzoekslaboratorium, dat hij rond 1876 in  New Jersey liet bouwen. Dit was het eerste laboratorium dat speciaal was opgezet om nieuwe dingen te ontwikkelen en technologische vooruitgang te boeken en kan gezien worden als het eerste commerciële researchlaboratorium. Ieder technologiebedrijf heeft tegenwoordig zo’n zelfde soort lab. De meeste zaken die in Menlo Park werden bedacht en ontwikkeld werden op zijn naam geoctrooieerd, hoewel in feite Edison weliswaar de leiding had over het laboratorium maar lang niet alles zelf bedacht. De gloeilamp (1879) en de fonograaf (1877) zijn twee van zijn bekendste producten.’

 

 

Thomas Alva Edison

Thomas Alva Edison

Facebook reacties