Oud Nieuws 14 juli 1930

Het terrein “Zeldzaam”.

In verband met den zich in den laatsten tijd sterk uitbreidenden verkoop van grond in de aan de Gemeente toebehoorende terreinen, gelegen tusschen den Daalscheweg en de in 1928 ten behoeve van de Ludgeruswijk achter de hofstede “Zeldzaam” gegraven gracht, alsmede het terrein gelegen tusschen ’t woningcomplex van de woningbouwvereeniging “Zuilen” en de Ludgeruswijk, en de daarmede gepaard gaande toeneming van de bebouwing aldaar, is het noodig thans tot den aanleg van een aantal nieuwe straten in deze omgeving over te gaan.
Door den aankoop van terreinen van de familie Bosch van Oud-Amelisweerd is het thans ook mogelijk geworden om de noodige verbindingen met de Van Egmontkade en de Van Hoornekade, tot stand te brengen, waarbij tegelijkertijd deze beide kaden kunnen worden doorgetrokken.
Door het te verrichten graafwerk komt pl.m. 11.000 m3. grond beschikbaar, welke kan worden gebruikt voor de in het nieuwe stratenplan opgenomen wegen. Blijft het graven van de grachten achterwege, dan zullen naar raming meerdere kosten tot een bedrag van f 22.000 moeten worden gemaakt, voor den aanvoer van zand.
Aangaande de aanleg van wegen merken B. en W. het volgende op. De Van Egmont- en de Van Hoornekade zullen onder het profiel van de reeds bestaande straten worden doorgetrokken, waardoor een rijweg ontstaat van 8M. breedte, terwijl aan weerszijden van de te graven gracht een rij bomen is gedacht. De trottoirs zullen een breedte krijgen van 3.33M.
Van den hoofdverkeersweg in noordelijke richting zal voorloopig slechts ’n gedeelte worden aangelegd langs den zuidwestelijke kant van de bestaande gracht. Deze weg is gedacht op een breedte van 8 M. rijweg met een trottoir van 5.50 M., waarin boombeplanting wordt aangebracht. Langs den waterkant van den gracht kan nog een voetpad worden gelegd met een boomenrij. De rijweg in den Sweder van Zuylenweg, is op 10 M. breedte ontworpen met daarlangs trottoirs van 6.07 M. en 3.93 M.
De overige wegen krijgen alle een breedte van ongeveer 12 M. met de gewone indeeling, nl. een rijwegbreedte van 6.24 M. met trottoirs van 2.88M.
In de omgeving van de hofstede “Zeldzaam” is een grasgazon ontworpen. De aldaar aanwezige boomen zullen zooveel mogelijk worden gespaard.
Bij den opzet van het stratenplan is in hoofdzaak het ontwerp-uitbreidingsplan gevolgd. Echter is rekening gehouden met enkele wijzigingen, waarop het Gemeentebest. van Zuilen naar B. en W. onlangs is gebleken, prijs stelt en welke bij hen gehoord de Fabricage-Commissie, geen bezwaar heeft ontmoeten.
Wat de waterverversching in de grachten betreft, ligt het in het voornemen de bestaande grachten te verbeteren en voor de nieuwe te graven grachten een zoodanige zuivering door middel van riolen en duikers aan te brengen, dat geen hinder van stank is te vreezen.
Het graafwerk ten behoeve van de grachten zal door ongeschoolde werkloozen kunnen worden verricht.
De totale kosten van de uit te voeren werken zullen f 435.075 bedragen.

Fotobijschrift: de term ‘Het terrein “Zeldzaam” betreft de hofstede die aan de Daalseweg stond, ongeveer ter hoogte van het huidige Bisschopsplein. Van deze hofstede zijn tot nu toe geen foto’s bekend, maar wel deze tekening die ooit werd gemaakt voor de toenmalige bewoonster, mevrouw Van Eck.

Zeldzaam ben ik hier van voren, uitgetekend naar behoren

Zeldzaam vindt men liever oord, dat de stedeling meer bekoord.

‘Zeldzaam’ mag mijn naam wel zijn, hier gebruikt men thee en wijn

’t Staat te lezen op het hek: Welkom steeds bij Vrouw van Eck.

 Zeldzaam ziet men mooier stal, lekker room en wat niet al

Boter, kaas, puik, wijn en bier, alles kan men krijgen hier.

 

Oud Nieuws 13 juli 1936

Expositie fröbelschool

In de Salvator Fröbelschool in de Koppestokstraat werd gisteren een tentoonstelling gehouden van het werk door de leerlingen der drie klassen van deze instelling, vervaardigd.

Twee lokalen waren noodig om de vele mooie knutselwerkjes, die een uitnemend beeld gaven van de wijze waarop de kleuters nuttig en aangenaam bezig worden gehouden, uit te stallen. Het werk bestaat uit hoofdzaak uit vlecht-, knip-, en plakwerk waaronder ware kunststukjes. Bezien wij het werk der verschillende klassen, dan valt duidelijk de vordering der leerlingen waar te nemen: de aanvankelijk eenvoudige plakwerkjes in de eerste klas zijn in de hoogste klasse vervangen door ingewikkelde vlecht- en knippatronen. Wij zagen zelfs een aantal Zeppelins van vlechtwerk.

Al deze fraaie voorwerpen werden door de jeugdige leerlingen zelf vervaardigd.

Tijdens deze tentoonstelling was een aantal kinderen op leuke stoeltjes aan practische tafeltjes aan het werk en om het uur werden zij door anderen vervangen. Het vrij groote aantal bezoekers toonde groote belangstelling voor het vervaardigen der voorwerpen.

Fotobijschrift: opname van een lokaal uit de Salvator kleuterschool. 

Oud Nieuws 12 juli 1932

Als ik eens…

Ja, als ik eens iets te zeggen had, dan zou ik – iemand die de stad Utrecht lief heeft en haar gaarne zou maken tot de primus inter pares – er eens hartelijk over gaan denken of er van het ,,Julianapark”, dat terecht zoo geliefd is. en dat reeds een prettige verzameling dieren bezit, niet een echt dierenpark te maken zou wezen.

De menschheid is nu eenmaal verzot om een verzameling dieren te zien en laat ik u eerlijk zeggen, dat ik ook behoor tot hen, die gaarne ,,Artis”bezoeken.

Nu weet ik wel, dat het niet mogelijk is om in Utrecht een stichting (niet in juridischen zin bedoeld) als ,,Artis” in het leven te roepen, dat zou teveel in de papieren loopen. Maar eenige uitbreiding ware toch wellicht nog aan de Utrechtsche dierenverzameling te geven, zoodat zij, meer nog, dan tot heden het geval is, een attractie van onze goede stad zoude worden.

Ik heb al eens eerder betoogd, dat Utrecht, als stad in het centrum des lands, en in waarheid ook een middenpunt, zeker nog een groote toekomst tegemoet kan gaan. Van Utrecht uit kan elk punt van Nederland op gemakkelijke wijze in één dag bezocht worden en dus mag men onze goede stad heusch wel propageeren als het beste uitgangspunt voor hen, die ons land willen leeren kennen.

Ik geloof zeker, dat we het zoover zouden kunnen krijgen, mits we er dan maar tegelijk voor zorgen, dat onze eigen stad den vreemdeling ook zooveel attracties biedt, dat hij alleen daarom reeds niet een andere stad boven de onze prefereert.

Nu besef ik zeer goed, dat niet enkel een dierenpark voldoende is om de vreemdelingen te trekken. Maar een dierentuin kan toch van de atracties er één uitmaken. Noemde ik bij een vroegere gelegenheid ook niet reeds het Spoorwegmuseum, dat uitbouw verlangt en dat ook een der aantrekkelijkheden van onze stad kan worden? En is Utrecht, bloemenstad, ook niet een mijner idealen, alleen al met het doel Utrecht te maken tot een geliefd oord?

En zoo is er meer.Maar daaronder behoort wis en zeker ook het dierenpark.

Daarom… als ik eens…

Maar ik heb nu eenmaal niets te vertellen… dus?

Mr. A.L. SICKENS.

Fotobijschrift: Het hertenkamp van het Julianapark (in de tijd dat ‘de hertjes nog gevoederd mochten worden’.)

Oud Nieuws 11 juli 1966

 

TWEE amateurduikers zoeken bij het wrak van de overvaren pont in het Amsterdam-Rijnkanaal naar slachtoffers.

Pont overvaren: minstens twee doden

Politie dregt in A’dam Rijnkanaal

(Van een onze verslaggevers)

UTRECHT – De schipper en waarschijnlijk twee passagiers van de gemeentepont over ’t Amsterdam-Rijnkanaal bij industrieterrein Lage Weide zijn vanmorgen verdronken toen de pont overvaren werd door een passerend motorvrachtschip.

Kort na het ongeluk werden de stoffelijke overschotten opgevist van de schipper, de 56-jarige A. Visser, Singelstraat 2bis, Utrecht en van de 54-jarige mejuffrouw G.M. van de Bruinhorst, Bessemerlaan 37, Utrecht.

Volgens de enige overlevende opvarende moet er minstens nog één passagier, een vermoedelijk Indonesische jongeman, aan boord zijn geweest. Met dreggen wordt het kanaal afgezocht.

Een poging van amateurduikers de slachtoffers te vinden mislukte.

Een van de passagiers van de pont, de 45-jarige opzichter H. van Oostveen, Prinses Irenelaan 38 in Utrecht, werd gered. Hij sloeg overboord en bleef rondzwemmen tot de schipper van de motorvrachtboot hem een reddingsboei toewierp.

Noch de heer Van Oostveen, noch twee hengelaars die het ongeluk vlak voor zich zagen gebeuren wisten niet met zekerheid hoeveel personen aan boord waren, zij schatten het aantal op vier à vijf.

Het ongeluk gebeurde toen de pont juist de Utrechtse oever verlaten had. Waarschijnlijk heeft de pont baas het naderende motorvrachtschip Vertrouwen uit Vreeswijk, schipper G.F. van Dijk, niet gezien. Het vrachtschip ramde de pont linksachter en daarna in de flank.

DE ONGELUKSPONT nadat hij gekanteld, rechtgetrokken en gezonken was. Twee duikers onderzoeken de kabine.

De veerpontramp in Amsterdam-Rijnkanaal

Enige overlevende: “Pont kwam voor mij terug”

Opzichter van Oostveen redde zich zwemmend.

UTRECHT – Een man overleefde de aanvaring op het Amsterdam-Rijnkanaal tussen een motorvrachtschip een kleine motorpont, waarbij vanochtend vier, misschien vijf mensen de dood vonden. Het is de 45-jarige H. van Oostveen, opzichter bij het gasbedrijf Centraal Nederland, die bijna iedere ochtend overvaart tussen Keulsekade bij de Lage Weide en het industrieterrein. Hij sloeg overboord en zag kans zwemmende het hoofd boven water te houden tot hij een van de reddingsboeien kon grijpen die de schipper van het motorvrachtschip naar hem toe gooide.

Vrachtschip te laat gezien?

Kort na zijn redding en nadat hij droge kleren gekregen had, vertelde de heer Van Oostveen aan boord van de boot van de waterpolitie wat zich omstreeks kwart over negen op het Amsterdam-Rijnkanaal bij de ingang van de Kernhaven heeft afgespeeld.

“Ik kwam aan de kant van de Keulsekade als laatste aan boord met mijn brommer. De pont was eigenlijk al los toen ik aan kwam. De schipper kwam even terug om me aan boord te nemen. Terwijl ik nog bezig was mijn brommer goed neer te zetten gebeurde het. Het grintschip was al vlak bij: de pontschipper draaide uit alle macht aan zijn stuurwiel, maar we konden niet meer voor het motorvrachtschip langs.

De pont werd linksachter geraakt. Ik sloeg overboord en heb een rond gezwommen tot de schipper van het vrachtschip me een reddingsboot toegooide.”

De pont werd totaal overvaren en kwam ondersteboven terecht. Hoeveel mensen er in totaal aan boord waren wist de heer Van Oostveen niet. “Behalve de schipper en ik drie of vier. Mijn bril was nat door de regen en ik heb ze maar in een flits gezien toen ik haastig mijn brommer aan boord zette.”

Terwijl het pontje kantelde, zag de heer Van Oostveen een van zijn medepassagiers vlak bij zich in het water: een jongeman, waarschijnlijk van Indonesische afkomst. Hij verloor hem uit het oog doordat hij de handen vol had zijn jas vrij te maken van iets zwaar – waarschijnlijk de brommer – en doordat de stroom in het kanaal de jongeman naar het noorden deed afdrijven.

SCHIPPER G.R. VAN DIJK, 53 jaar, van motor vrachtschip vertrouwen, helpt met zijn roeiboot de duikers, die het pontje op slachtoffers onderzocht hebben.

OP DEZE PLAATS werden de twee gevonden slachtoffers aan wal gebracht.

De gemeente pont waarmee het ongeluk gebeurde kan maximaal vijftien personen vervoeren en werd bestuurd door de 56-jarige waarnemend schipper A. Visser sr., Singelstraat 2bis. De heer Visser, die vele jaren gevaren heeft, was de laatste tijd brugwachter in gemeentedienst. In verband met vakanties bij het pontpersoneel nam hij vandaag overzetdienst waar bij het industrieterrein Lage Weide.

Vermoedelijk heeft de pontschipper nadat hij teruggevaren was om de heer Van Oostveen op te halen, het naderde grintschip Vertrouwen niet gezien. Een meter of vijftien uit de wal werd de pont geramd door de Vertrouwen, die met 207 ton grint op weg was in de richting Amsterdam.

Evenmin als de enige overlevende passagier weten twee hengelaars die dichtbij de aanlegplaats van de pont stonden of er vijf of zes personen aan boord waren.

Bij de bergingspogingen werden in eerste instantie duikers ingeschakeld. De heer Heuvelman en een collega-amateurduiker van de vereniging Nautilus ging te water van een sleepboot om het wrak van de inmiddels rechtgetrokken pont te onderzoeken. Zij vonden niets. Twee stoffelijke overschotten waren inmiddels door de politie uit het water gevist.

Een drijvende bok van rederij Goedkoop die toevallig in de buurt lag werd naar de plaats van het ongeluk gesleept om de gemeente pont te lichten.

DE HEER H. VAN OOSTVEEN: enige overlevende van het pont-ongeluk, vertelt aan boord van de politieboot hoe het gegaan is.

Oud Nieuws 10 juli 1964

Schoolhoofd v.d. Wilt nam afscheid

  Vele waarderende woorden en geschenken

(Van een onzer verslaggeefsters)

De heer G.A. van der Wilt, hoofd van de Beatrixschool voor openbaar lager onderwijs aan de Beatrixlaan te Utrecht (Zuilen), hield donderdagavond in de school een afscheidsreceptie. Het schoolhoofd, dat 46 jaar bij het onderwijs geweest is, verlaat de school wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd.

Wethouder A.P.G. van Koningsbruggen, die wethouder H. van der Vlist verving, sprak namens het gemeentebestuur de scheidende leerkracht toe. Een oerdegelijke onderwijsman noemde hij hem. Hij maakte hem drie complimenten en wel om zijn wijze van optreden, waardoor hij bij zijn strengheid altijd weer de liefde van de kinderen vond.

Ook de verhouding met de onderwijzers was altijd goed, hij beschouwde ze als medewerkers.

Tenslotte bestond er altijd een goede verstandhouding met het oudercomité.

Namens dat comité bood de voorzitter, de heer C.F. de Wilde, een kostbaar filmprojectieapparaat aan, dat maandag aan de nieuwe hoofdonderwijzer zal worden overgedragen. Van de leerlingen ontving de scheidende hoofdonderwijzer veldkijker.

Oud Nieuws 9 juli 1970

Beslissing vanmorgen gevallen.

Plannen voor Rolma definitief van de baan

Geen plaats meer voor wagonfabriek.

(van onze correspondent)

Den Haag – In ons land is geen plaats meer voor een wagonfabriek. De afdeling ‘‘Rollend Materieel’’ van Werkspoor Utrecht zal dan ook niet kunnen blijven bestaan. Dat is de beslissing, die vanmorgen is gevallen in een gesprek tussen de bewindslieden van verkeer en waterstaat, minister Bakker en staatssecretaris Keyzer, de burgemeesters van de drie grote steden en vertegenwoordigers van de Nederlandse Spoorwegen.

Deze beslissing komt neer op een bevestiging van het standpunt van de regering, zoals dat naar voren is gekomen bij de behandeling van de moeilijkheden rond Werkspoor – Utrecht in de Tweede Kamer op 2 juni.

Het is de bedoeling dat een geordende afwikkeling van de productie tot stand komt. Zo zullen de lopende bestellingen van veertig treinstellen voor NS en van Metro-materiaal voor de gemeente Rotterdam, ook voor de uitbreiding van het metro-net naar Hoogvliet moeten worden uitgevoerd.

Datzelfde geld ook voor order van de NS voor nog dertig treinstellen. Er zal een onderzoek worden ingesteld naar de wijze waarop deze productie kan worden afgewerkt. Juist gisteren werd bekend dat Werkspoor – Utrecht met een personeelstekort kampt. Vele werknemers zijn vertrokken na de toenemende moeilijkheden bij het bedrijf.

Vorige maand waren de metaalvakbonden gekomen met een plan om de afdeling rollend materieel te laten voortbestaan in een andere beheervorm. Nagegaan zou moeten worden of men zou kunnen komen tot de oprichting van een n.v. productiemaatschappij Rolma. Aandeelhouders zouden moeten zijn Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en de NS.

De heer Hogenberg, lid van de ondernemingsraad van Werkspoor – Utrecht toonde zich vanmiddag, toen hij van ons het regeringsbesluit vernam, onaangenaam verrast: ‘‘Ik sta er toch nog van te kijken, we zijn nog niet op de hoogte’’.

Fotobijschrift: ‘RolMa’ stond voor ROLlend MAteriaal, een onderafdeling van Werkspoor. Onder andere draaistellen maakte deze afdeling. Een belangrijk onderdeel van een treinstel: o.a. de motoren, remmen en vering zitten in zo’n draaistel. Deze kennis moest Werkspoor zonder vergoeding (je reinste bedrijfsspionage) doorleveren aan de fabriek die er met de opdracht van de bouw van de z.g. ‘Hondekoppen’ vandoor ging: Talbot in Aken. 

POLITIEK

Later, toen de ondernemingsraad door de directie op de hoogte was gebracht, zei hij: ‘‘Het is duidelijk, dat dit een politiek besluit is geweest, eerder politiek dan economisch. De regering houdt zich kennelijk aan de afspraken die binnen de EEG zijn gemaakt, onder andere rond het ultra-centrifuge-project. De kaarten waren kennelijk al geschud voor het overleg op gang kwam en daar heeft niemand meer een speld tussen kunnen krijgen’’.

De directie-woordvoorder zei: ‘‘Vanmiddag zullen de hoofdbesturen van de vakbonden vergaderen met de Raad van Bestuur van de VMF. Verder is het nieuws nog zo vers, dat we er nog geen woord over kunnen zeggen’’.

De regering liet bij monde van minister Nelissen al bij het debat in de Tweede Kamer op 2 juni weten, dat Werkspoor – Utrecht niet meer rendabel te maken was. Deze mening werd onder meer bestreden door jhr. mr. F.O.J. Sickinghe, voorzitter van de Raad van Bestuur van VMF, die de afdeling Rolma nog een kans gaf als die door de NS zou worden overgenomen.

De mogelijkheid van een aparte NV voor een wagonfabriek – waarin de gemeenten Rotterdam, Utrecht, Den Haag en Amsterdam als belanghebbenden konden deelnemen – werd gelanceerd door burgemeester Thomassen van Rotterdam. De vakbonden hebben daarna het initiatief genomen om tot een gesprek hierover te komen met de regering. Dit gesprek is vanmorgen afgerond met het voor de wagonafdeling van Werkspoor negatieve besluit.

Bij deze afdeling werken ongeveer 1000 werknemers.

 

 

Oud Nieuws 8 juli 1967

Vrijdag ontving de 57-jarige heer P.L. Wijsman, Prof. Wattjesstraat 1 in Zuilen, namens de directie van Werkspoor Utrecht uit handen van ir. G.J. Klomp een geschenk onder couvert. De heer Wijsman viert vandaag zijn 40-jarig dienst-jubileum. Hij trad in dienst als leerling-modelmaker. Nu is hij hoofdcontroleur van de afdeling modelmakerij. De heer Wijsman is door veel collega’s en Werkspoor-commissies gefeliciteerd. Het geld, dat hij ontving, bestemd hij voor de bouw van een garage.

Ook is een boorapparatuur als jubileumgeschenk geoffreerd. De heer en mevrouw Wijsman bewonderen het apparaat. Links kijkt ir. Klomp lachend toe.

 

Fotobijschrift: ‘… een boorapparatuur…’ de voorloper van de klopboor, hamerboor, accuboor, schroefmachine enz. maar het begon met ‘boorapparatuur’.  

Oud Nieuws 7 juli 1950

Voor de laatste maal het Spel van Zuilen

Deelnemers in costuum trekken in optocht door oude Dorp

Het Comité voor het Openluchtspel in Zuilen was ’t gisteravond niet goed met zichzelf eens. Zou er Vrijdag nog een nieuwe voorstelling volgen tegen de aanvankelijke bedoeling in? En: wanneer zou de optocht plaats hebben door Oud-Zuilen, in de pauze of na afloop van de voorstelling?…

In de loop van de avond werd op beide punten een beslissing genomen. Ten eerste: géén herhaling op Vrijdag: ten tweede een optocht door Oud-Zuilen, tijdens de pauze.

Het weer hield zich gelukkig goed. In ons land liggen de klimatologische kaarten voor een openluchtspel nu eenmaal slecht. Vier avonden achtereen goed droog weer – dat is haast ondenkbaar en vooral in deze zomer bijna iets ongerijmds. De tribunes stroomden aardig vol – de banken ‘‘gelijkvloers’’ (niet de stoeltjes, maar de banken daarachter) hadden, zoals wel te voorzien was, absoluut geen aftrek. Wil een groot openluchtspel werkelijk kans van slagen hebben, dan moet er één grote tribunebouw zijn met tenminste 1000 à 1200 zitplaatsen. Lange zijtribunes zijn uit den boze. Bovendien: de beste geluids- en lichtinstallaties kunnen het euvel van de te lange afstand niet geheel overwinnen.

Opmerkelijk succes

Niettemin boekte het spel gisteren een opmerkelijk succes. Beter dan enige avond tevoren leefde het publiek mee: uit de stille aandacht en uit allerlei levendige ovaties was dat duidelijk merkbaar. Vooral Bonifacius en de Monniken in I, evenals Zuilen in III, hadden het oor van de aanwezigen, vervolgens de Nar in II die zeer werd geapricieerd, Elsebé, die door een beroepsactrice moeilijk zou zijn te verbeteren, Karel, die geestige momenten had en de stijlrijke acties van Jacoba en Frank Borssele – zij allen gaven aan het spel een gezonde toneelinhoud, waarnaast de karakteristieke kijkspelelementen in III en de gratie der balletten de gelukkige afwisseling brachten die een spel in de openlucht noodzakelijk eist.

Dat het derde bedrijf niet zo’n gave indruk maakte als de tweede avond was enerzijds gevolg van de druppels, die, schuchter begonnen te vallen, maar die gelukkig niet aanhielden, anderzijds van de onrust, die de ommegang der spelers door het oude dorp onwillekeurig mee had.

Ommegang

Toch was ook deze ommegang een goede gedachte en de wandeling van alle deelnemers in hun toneelcostuum langs de verlichte Vecht, lokte honderden kijkers, die genoten van deze kleurrijke herleving van vergane. Feodal glorie.

Toespraken

Na afloop, toen alle deelnemers hun slotzang op het toneel hadden gezongen en de schijnwerpers voor ’t allerlaatst de driekleur op de tuinen van het kasteel in gloed zette, toen het onvermijdelijke uur van scheiden was aangebroken, gebeurde iets heet sympathieks: Baron van Tuyll beklom het podium, om uit de grond van zijn hart alle spelers en medewerkers dank te zeggen voor dit schone evenement.

Hij en de zijnen hadden intens hiervan genoten en vooral de geest van offervaardigheid en iets te zijn voor een ander, die door alle tijden heen in Zuilen gebleven was, vond hij in het spel op de juiste wijze weergegeven. ‘‘Dit was het,’’ zo zeide Baron van Tuyll, ‘‘wat door alle tijden bleef’’, zoals de titel van het spel aanduidde.

De heer H. Kool, bracht daarna namens het Comité dank aan de spelers en speelsters voor de vele opofferingen die zij zich hadden moeten getroosten en het mooie spel dat zij hadden geleverd. De schrijvers en ontwerpers van het spel, mevrouw de Vries en de heer Schilp, bracht hij dank voor de goede leiding en de moeiten die zij zich getroost hadden om dit spel tot iets groots te maken. Aan mevrouw de Vries overhandigde hij een bouquet bloemen. Hij zeide, zonder tekort te willen doen aan hetgeen de heer Schilp had verricht, trots te zijn op het feit dat Zuilen een vrouw als mevrouw de Vries als leidende figuur in het spel, tot zijn inwoners mocht tellen.

Fotobijschrift: Dit is een opname de gemaakt werd tijdens het openluchtspel dat werd opgevoerd tijdens de feesten naar aanleiding van het 1200 jarig bestaan van Zuilen in 1950. Op het tournooiveld bij het Slot ‘Zuylen’ kon u kijken naar deze medespelers. We zien onder anderen de heer J. Kool (de zoon van Hugo Kool van de COV) en mevrouw C. Ooyevaar (haar vader had een drogisterij aan de Amsterdamsestraatweg).

 

Oud Nieuws 6 juli 1937

Het veld ligt verlaten…

——

Zuilen’s werkloozen hebben geen tijd meer om te voetballen;

een gelukkig verschijnsel.

ZUILEN, 6 Juli. – Eenige jaren geleden werd door de gemeente Utrecht, in samenwerking met de gemeente Zuilen, een voetbalveld voor werkloozen ingericht op een terrein, gelegen aan de Burgemeester v. Tuyllkade te Zuilen. Een zeer stevig en goed ingericht kleedlokaal werd gebouwd, dat keurig “in de verf” zat, en op het terrein waren de goalpalen enz. naar de laatste eisschen.

De werkloozen waren trots en zuinig op hun sportveld, en er werd naar hartelust gevoetbald, ook al, omdat de schoenen en ballen gratis ter beschikking waren gesteld

Er hadden zelfs werkloozen-competities plaats, waarbij de bakkers den strijd aanbonden tegen de slagers, de schoenmakers tegen de kleermakers, de bouwvakarbeiders tegen de smeden en de kappers tegen de kantoorbedienden.

Thans ligt het veld eenzaam en verlaten. De doelpalen zijn verdwenen, het gebouwtje ziet er vervallen en haveloos uit, de voetbalvreugde is verdwenen.

Zou het een gelukkig verval zijn?

Zou de werkloosheid onder de sportminnende jongelui zoodanig zijn afgenomen, dat er geen tijd meer is voor voetbal of ander spel op de gewone dagen der week?

Dan is het ongetwijfeld een gelukkig verval.

 

Oud Nieuws uit de Werkspoor Courant

Afscheid van onze gepensioneerden

Vele bekenden, waarvan sommigen pas enkele dagen anderen reeds maanden geleden afscheid van het bedrijf en collega’s hadden genomen in verband met het bereiken van hun pensioengerechtigde leeftijd, kwamen met hun dames op dinsdag 5 juli 1966 op uitnodiging van de directies van Werkspoor-Utrecht N.V. en Wescon N.V. bijeen in de Ontwikkelingshal, om dit afscheid nog eens gezamenlijk over te doen.

Ir. G J. Klomp, die namens beide directies het woord voerde, heette allen hartelijk welkom. Velen van U hebben een lange diensttijd bij ons achter de rug, aldus de heer Klomp, Het gemiddelde ligt tussen de 30 en 40 dienstjaren. Als we terugkijken naar de tijd toen U bij ons kwam en thans, dan zien wij dat er zeer grote veranderingen ten goede hebben plaatsgevonden. Niet alleen in de sociale wetgeving, doch ook in het bedrijf.

Mede door Uw medewerking is dit alles tot stand gekomen en wij hopen, dat Uw opvolgers op de goede weg zullen doorgaan. Wij zijn dankbaar voor hetgeen U voor ons hebt gedaan.

Ir. Klomp besloot met de wens, dat de pas gepensioneerden nog vele jaren voor hun gezin gespaard mogen blijven. Hierna werd een film vertoond, die in vogelvlucht alle bij de V.M.F, aangesloten bedrijven liet zien, alsmede de producten die daar worden gemaakt.

 

Nadat onder het genot van een aperitiefje oude herinneringen werden opgehaald, ontvingen tot slot de “Utrechters’’ een ingelijste luchtfoto van Werkspoor-Utrecht N.V., terwijl de Wesconmedewerkers werden verrast met een ingelijste Euromastfoto.