Werkspoor bouwde de Demkaspoorbrug over het Amsterdam-Rijnkanaal

Bij de Demka-fabrieken was de bocht in het Amsterdam-Rijnkanaal door de toegenomen drukte op het kanaal en steeds groter wordende vaartuigen een gevaarlijke plek geworden, hij moest worden verbreed, maar dat kon pas als de oude Demkaspoorbrug vervangen werd. Tsja, en de bouwer ‘woonde’ ernaast, dus kon Werkspoor aan de slag in zijn eigen achtertuin.

Hierover lezen we in de Werkspoor Courant van 4 maart 1966:

NIEUWE SPOORBRUG OVER AMSTERDAM-RIJNKANAAL

Tijdens het weekeinde van zaterdag 29 en zondag 30 januari j.l. zijn onder gunstige weersomstandigheden met behulp van de drijvende bokken “Jumbo’’ en „Gazelle’’ de 2 liggers geplaatst over het Amsterdam-Rijnkanaal.

De eerste ligger gemonteerd. De tweede ligger wordt ingevaren met behulp van de drijvende bokken, (zie rechts).

De 2 liggers vormden als het ware een sluitstuk in de 1e montagefase De 2e fase begint met de montage van de boog. Zowel zaterdag als zondag was de belangstelling zeer groot. Behalve veel vertegenwoordigers van de pers en T.V. waren ook de genodigden van de directies van de Nederlandse Spoorwegen, Werkspoor-Utrecht N.V., en Wescon N.V. in het casino van Demka aanwezig.

Demkaspoorbrug b

Invaren van de eerste ligger van de Demkaspoorbrug  met behulp van de drijvende bokken Jumbo en Gazelle (gewicht ± 220 ton).

De heren Hofman (N.S.) en Schor (W.S.U.) gaven een uiteenzetting over het ontwerp, de fabricage en de montage van de brug. De plaatsing van de 2 liggers was een uiterst nauwkeurig karwei, daar deze delen van 80 x 10 m, elk wegende ± 220 ton, door de nauwe bocht in het kanaal geen ruimte overlieten in hijshoogte e.d.

De delen voor deze Demkaspoorbrug zijn vervaardigd in de werkplaatsen van Werkspoor-Utrecht N.V.

Demkaspoorbrug c

Montage van de tweede ligger. Men is bezig met de aansluiting op de zuidzijde.

Juli 1965 is begonnen met de montage, nadat alle voorzieningen waren getroffen, als hulpstellingen, kranen e.d. Daar het Amsterdam-Rijnkanaal ter plaatse nog niet op de definitieve breedte is gebracht ligt de nieuwe grote overspanning nog voor de helft boven land. Hiervan is bij de montage gebruik gemaakt door een zwaar hulpsteunpunt te maken in het midden van de overspanning, vlak naast de kanaalkant. Later zal dit steunpunt verdwijnen als het kanaal ter plaatse zal worden verbreed. Men is begonnen de kleine overspanning van 40 meter aan de zuidzijde met behulp van mobiele kranen te monteren op stellingen. Vervolgens is van het tijdelijke midden-steunpunt uit in noordwaartse richting de helft van de grote en de kleine overspanning afgemonteerd.

Om nu het resterende gedeelte, boven het huidige kanaal, te kunnen bouwen, zijn de betrokken twee hoofdliggers tegelijkertijd aan de kanaaloever gemonteerd. Het zijn zware vakwerkliggers, die 9,50 meter hoog, 85 meter lang en 200 ton zwaar zijn. Zij worden elk met twee drijvende bokken opgetild en ingevaren. Door deze werkwijze bereikt men, dat het kanaalverkeer slechts twee dagen en dan nog maar gedurende enige uren is gestremd.

Demkaspoorbrug d

Aansluiting van de tweede ligger op de pijler zuidzijde.

Met het extra middensteunpunt is de constructie in staat zichzelf te dragen. De montage van de boog zal aansluitend geschieden. In de zomer van 1966 zal de brug geheel zelfdragend zijn, zodat de hulpsteunpunten kunnen worden verwijderd.

 

Over een kort bestaand instructiebad Zuilen

Het ‘Instructiebad Zuilen’ was nog een wens van het Zuilense gemeentebestuur (dus vóór 1954). Zij hadden hiervoor f 600.000 gereserveerd. Pas in september 1967 werd het gerealiseerd (en Winkelcentrum Rokade dat in 1999 werd geopend zorgde voor een zeer kort bestaan van dit instructiebad!) De redactie van het Utrechts Nieuwsblad schreef op 3 maart 1964 al over de teleurstelling die het uitblijven van een instructiebad teweegbracht:

Teleurstelling in Zuilen

Bouw van zwembad gaat voorlopig niet door

Rijksgoedkeuring nog niet in uitzicht

(Van een onzer verslaggevers)

De blijdschap bij de leden van de Zuilense gemeenschapsraad tijdens de vorige vergadering, omdat spoedig met de bouw van een school- en instructiebad zou kunnen worden begonnen, is voor niets geweest. Burgemeester en wethouders van Utrecht hebben een brief van de minister van volkshuisvesting en bouwnijverheid gekregen, waaruit blijkt dat voorlopig geen rijksgoedkeuring voor de bouw van dit bad in uitzicht kan worden gesteld. De heer Lebbink (PvdA) was daarover erg teleurgesteld en vroeg het dagelijks bestuur op dit punt te willen blijven „hameren”.

Geen zwembad nog in Zuilen, maar wel een paar plasvijvers. Er komt er een aan het Queeckhovenplein en wanneer men de wens van de gemeenschapsraad volgt, niet te dicht bij de bejaardenwoningen. Ook wil het gemeentebestuur de parkeerplaats aan het Theo Thijssenplein bij warm weer onder water zetten. Mevrouw Hooyboer (KVP) was bang dat het dan een „kledderboel” zou worden. Zij en ook de heer Blom (chr. part.) waren van mening dat beter in de groenstrook van de Wibautstraat een dergelijke plasvijver zou kunnen worden aangelegd.

De Utrechtse Postduivenvereniging Het Noorden wil aan de Réamurlaan een verenigingslokaal en vijf autoboxen bouwen. De gemeenschapsraad toonde hiertegen geen bezwaar te hebben. Evenmin had men bezwaar tegen het feit dat de vereniging Volksbelang tussen 9 en 15 augustus aan de Adriaan van Bergenstraat een wijkkermis gaat houden.

Met de voorgenomen verbeteringen aan het sportcomplex Thorbeckelaan bleek men tevreden te zijn. Er was enige vrees bij het dagelijks bestuur dat HMS wel eens van dit complex „uitgerangeerd” zou worden. De heren Vergeer (KVP) en Van der Slot (PvdA) konden deze vrees echter wegnemen.

Bij HMS heeft — volgens de heer Vergeer — de wens wel eens geleefd alle afdelingen bij elkaar te krijgen op één sportcomplex in Overvecht (deze zijn nu over meer complexen verspreid). Men is van deze gedachte echter teruggekomen. De heer Vergeer wilde wel graag weten of de verenigingen die het complex Thorbeckelaan bespelen in de voorgenomen veranderingen zijn gekend.

Instructiebad

Het instructiebad Zuilen aan de Dr. Max Euwestraat 10. Moest het veld ruimen voor de komst van winkelcentrum Rokade. (Foto uit de collectie van Het Utrechts Archief)

 

De Gemeenschapsraad Zuilen over: rolschaatsen

Minister Beel bepaalde bij wet dat na de annexatie van Zuilen een gemeenschapraad de Zuilense belangen bij B. en W. van Utrecht (ook over het rolschaatsen) moest behartigen. Dat ging niet altijd in goede harmonie, de frustratie over uitblijven van informatie vanuit Utrecht was groot. Het Utrechts Nieuwsblad van 2 maart 1955 werd een vergaderverslag geplaatst:

VERGADERING GEMEENSCHAPSRAAD

Plannen voor jeugd in de maak

Men wist niets af van woningbouw aan de Burg. Norbruislaan

In de gisteravond gehouden vergadering van de Gemeenschapsraad voor Zuilen deelde de heer C.F. de Wilde naar aanleiding van de notulen mede, dat van de aanvragers voor volkstuinen een deel wel bericht heeft ontvangen, een ander deel niet. Hij vroeg naar de reden daarvan. De secretaris deelde mede, dat het mogelijk is, dat er aanvragers zijn voor tuinen, waarop spoedig met de bouw van een of ander zal worden begonnen. Degenen, die nog geen bericht ontvingen, worden verzocht zich bij de Gemeenschapsraad te melden.

Het rapport van de Commissie Verlichting Wijk Mariëndaal, waarin wordt gezegd, dat er geen aanleiding is bij B. en W. op betere verlichting aan te dringen, werd goedgekeurd.

Bij de behandeling van het antwoord van het Gemeentebestuur van Utrecht betreffende de wateroverlast bij de Burg. Norbruislaan werd er op gewezen, dat in dit antwoord werd gezegd, dat men in Juli op de bedoelde terreinen zal gaan bouwen. Gevraagd werd, of daaromtrent bij de Gemeenschapsraad al iets bekend is. Zowel door de voorzitter als door de heer H.C. de Wit werd medegedeeld, dat daaromtrent nog niets bekend is. Het bestuur zal ten deze informeren.

Bij het punt, waarin door B. en W. werd medegedeeld, dat er plannen in voorbereiding zijn over te gaan tot de bouw van 150 vervangings-woningen op een terrein bij de Schaakwijk, deelde de voorzitter mede, dat aan het gemeentebestuur van Utrecht is gevraagd, wat de bedoeling hiervan is.

De heer A.J. Kuipers verwonderde er zich over, dat ten deze nog niets bekend is, terwijl de heer H.C. de Wit het betreurde dat men niet ten volle is ingelicht. Uit een schrijven van B. en W., dat werd voorgelezen, bleek, dat men nog even op nadere gegevens zal moeten wachten.

Bij de bespreking van het uitbreidingsplan Nieuw Zuilen III werd door de heer De Wilde gewezen op de speelgelegenheden voor de jeugd. Het gebeurt vaak, dat kinderen die op grasvelden en gazons spelen worden weggejaagd. Het rolschaatsen bij de scholen is verboden. Ook het knikkeren of steen- of bamwerpen mag niet. Spr. vroeg of er geen sportveldjes voor de jeugd kunnen worden aangelegd. Spr. vroeg het bestuur hiervoor plannen te ontwerpen. De heer A. Kuipers deelde naar aanleiding daarvan mede, dat in zijn fractie, (R.K.), reeds plannen zijn samengesteld, doch nog niet bij het bestuur van de Gemeenschapsraad zijn ingediend.

Daarin wordt voorgesteld het toezicht op de jeugd in andere banen te leiden, o.m. door het vormen van jeugdcorpsen, het samenkoppelen van een jeugdboerderij met gelegenheid voor huisvlijt, enz. Besloten werd een Commissie ter bestudering van al deze plannen te benoemen, welke zal bestaan uit de voorzitter, de heer K. Kievit, de heren A.J. Kuipers, C.F. de Wilde, C. Heuvel, Mevr. Hania en mevr. Rietveld-Beemer.

De Gemeenschapsraad had daartegen geen bezwaar.

In een geheime bijeenkomst werd daarna besproken de Nota betreffende het verlenen van uitvoerende bevoegdheid aan de Gemeenschapsraad.

 

Rolschaatsen

 

Fotobijschrift: … Het rolschaatsen bij de scholen is verboden… dat was vermoedelijk de reden dat er in Zuilen verschillende rolschaatsbanen werden aangelegd. Bij Het Schaakwijk (op de foto de ‘Rollende Rijders’), bij het Queeckhovenplein en bij de Jan van Zutphenlaan. 

 

 

Bouw van de flats aan de Prins Bernhardlaan van start.

De groei van Zuilen was direct na de Tweede Wereldoorlog tumultuleus. Alle middelen om de woningnood te lenigen werden ingezet. Zo ook de duplexwoningen aan de Prins Bernhardlaan. Hoogbouw in Zuilen, de eerste galerijflats in beeld. Het Utrechts Nieuwsblad  schreef op 1 maart 1950 hierover:

Eerste Steenlegging

door de heer M.A. Reinalda

Prins Bernhardlaan

De heer Reinalda metselt de eerste steen van de flatgebouwen aan de Prins Bernhardlaan in Zuilen, met de bouw waarvan thans is begonnen. Achter de Commissaris der Koningin mevr. Reinalda-Deen en andere genodigden.

Bij hoogbouw-flats te Zuilen

Hedenmorgen had in Zuilen de eerste-steen-legging plaats voor de twee Flatgebouwen, die zullen verrijzen op een terrein aan de Prins Bernhardkade  (Net als de Van Tuyllkade en de Van Hoorne- en Van Egmontkade dacht men de middenberm te voorzien van water. Dat ging niet door en daarom werd het uiteindelijk Prins Bernhardlaan.)  (Westzijde). De Plechtigheid geschiedde door de Commissaris der Koningin, de heer M.A. Reinalda.

Des morgens half elf werd de Commissaris in de Raadszaal van het Zuilense gemeentehuis ontvangen. Daar waren tevens verschillende genodigden aanwezig, onder wie we o.m. opmerkten: ir. J.F. Cusell, hoofding. Dir. Prov. Wederopbouw; P. Postma, insp. van de Volkshuisvesting; de burgemeesters van Maarssen, Maartensdijk, Vreeland, Harmelen, Jutphaas, Mijdrecht, Vinkeveen, Breukelen en Westbroek-Achttienhoven, de wethouders van Zuilen: K. Kievit, Th.W. Ruygrok en H.C. de Wit; A.J. van der Weerd, gem. secretaris; A.G. van Vliet, dir. van gemeentewerken; H. Verhagen, Hoofdinsp. van Politie; W.C. van Hoorn, gem. architect, vele leden van de gemeenteraad: C.J. v.d. Voorn, aann. van de bouw, en Brinkman, opzichter.

Welkomstwoord burgemeester.

De burgemeester sprak er zijn vreugde over uit, dat aan de uitnodiging was gevolg gegeven, welke uitnodiging niet zou zijn geschiedt, wanneer het hier niet iets aparts gold. Dit aparte zit hierin, dat het Ned. volk voelt, dat een andere weg moet worden gevolgd t.o.v. de woningbouw. De moeilijke omstandigheden dwingen daartoe: weinig geld, geen grond en grote behoefte aan woningen. Men zal de oplossing moeten zoeken in flatbouw, de hoogbouw. Later zal door een kleine verandering van twee woningen één kunnen worden gemaakt en deze dus geschikt zijn voor grotere gezinnen. Een proeve op deze wijze acht spr. verantwoord en daarom werd een beroep gedaan op de Commissaris der Koningin om deze eerste steen te leggen.

Toespraak M.A. Reinalda.

De Commissaris zei o.m.: Ons land, met bijna 11 millioen zielen, is België voorbij gestreefd en het dichtstbevolkte land geworden. Terecht heeft men zich steeds bezig gehouden met de bouw van eengezinswoningen, maar men kan echter zo niet doorgaan en de aanwas van de bevolking noopt tot hoogbouw, ook in de dorpen. Het verheugt spr. dat vele burgemeesters reeds in die richting werkzaam zijn. Spr. bewondert de drang, die bij burg. Norbruis aanwezig is, om levensgeluk te brengen aan de bevolking en het te geven licht en ruimte. Gaarne wordt dit als voorbeeld gesteld.

Maquette van de Duplex Flat

Na deze toespraak werd de maquette van de flatbouw getoond, waarna men zich naar het terrein begaf van de eerste steenlegging. Het opschrift van de steen luidt: De eerste steen van dit Flatgebouw werd op 1 maart 1950 gelegd door M.A. Reinalda, Commissaris der Koningin in de Provincie Utrecht.

Maquette Bernhardlaan

[Iemand enig idee waar deze maquette van de flats aan de Prins Bernhardlaan  gebleven is?]

Na de plechtigheid begaf men zich voor het gebruiken van een kop koffie naar het Juliana-Restaurant.