Oud Nieuws 15 augustus 1936

PASTOOR W.H.G. VAN ALBACH

Zondag heeft Zuilen met veel luister het zilveren priesterfeest van den Zeereerw. Heer W.H.G. van Albach, den herder der St. Ludgerusparochie gevierd.

Op den drukbezochten kerkdienst, waarbij wij o.a. vele besturen van diverse parochiale en interparochiale vereenigingen opmerkten, volgde om 1 uur een receptie in de grote zaal van het Pastoor Schiltehuis. De ontvangst had plaats in de grote zaal, welke een bloemendecor bezat, dat van veel sympathie getuigde.

Fotobijschrift: Dit is de heer Van Albach vele jaren later, van bovengenoemd feest ontbreekt tot nu toe een foto in de collectie…

Oud Nieuws 14 augustus 1953

Uitbreiding en vestiging industrieën in Zuilen

Een zestal verzoeken zijn bij ’t gemeentebestuur van Zuilen ingediend om ontheffing van de bepalingen der Hinderwet, allen betreffende uitbreiding of vestiging van industrieën in Zuilen. Het zijn de volgende:

van de N.V. Hoeks Machine en zuurstoffabriek te Schiedam tot het uitbreiden van haar zuurstoffabriek aan de Amsterdamsestraatweg 745 te Zuilen;

van A.J. Bovens uit Utrecht, tot het oprichten van een autogenische las- en snij-inrichting in het perceel Fortlaan 2-4;

van B. Schippers te Zuilen, tot het oprichten van een apparatenfabriek voor centrale verwarmings-installaties in het perceel St.-Willibrordusstraat 12;

verder D.C. v.d. Pool te Zuilen tot het stichten van een autogenische lasinrichting en het plaatsen van een boormachine in perceel Prinses Beatrixlaan 53;

de Stichting Malstra te ’s-Gravenhage verzoekt toestemming tot het oprichten van een autogene- en electrische lasinrichting in het perceel Fortlaan 4;

en de firma Dingemans te Zuilen vraagt vergunning tot het oprichten van een bakkerij voor brood en banket in de Minister Talmastraat 39.

B. en W. stellen voor alle gevraagde ontheffingen te verlenen.

Fotobijschrift: Daar zal het echtpaar Dingemans blij mee zijn geweest: alle aanvragen voor de ontheffing van bepalingen in de hinderwetvergunningen werden verleend (Zuilen werd enige maanden later toch opgeheven).

Oud Nieuws 13 augustus 1954

 GEMEENSCHAPSRAAD ZUILEN

Toch herinneringsbank bij het bevrijdingsmonument

Er komt ook een fontein

In de vergadering van de Zuilense Gemeenschapsraad, die Dinsdag 17 Augustus, des avonds half 8, in het gemeentehuis van de voormalige gemeente Zuilen zal worden gehouden, zal aan de leden worden getoond een ontwerp voor de herinneringsbank aan de gemeente Zuilen.

Zoals men zich herinnert, kwam kort na de annexatie het gemeentebestuur van Utrecht met het voorstel, deze bank te plaatsen in het Julianapark, doch toen een en ander in de vergadering van de Gemeenschapsraad werd besproken, achtte men het beter een andere plaats daarvoor te kiezen.

Nadien gingen er hardnekkige geruchten, dat de bank zou worden vervangen door een fontein, die dan een plaats zou moeten vinden in de omgeving van het Bevrijdings-monument. De Utr. dienst van Gemeentewerken wil het aandenken thans een andere plaats geven. Op een terrein, gelegen tussen ’t Zand en Mariëndaal, zal een nieuwe R.K. Kerk worden gebouwd, waarvoor een plantsoen zal worden aangelegd en waarin men het aandenken een plaats wil geven. Op enige afstand daarvan komt ook een fontein, zodat men op één lijn zal krijgen het bevrijdings-monument, een fontein en de herinneringsbank. Het bestuur van de Gemeenschapsraad hoopt, dat de vergadering nu een definitief besluit zal nemen.

Bij de ingekomen stukken is o.m. een mededeling dat de heer H.C. de Wit is benoemd tot lid van het bestuur van de Stichting Julianapark, en een dankbetuiging van B. en W. voor de bemoeiingen inzake het gehouden Lunapark. Verder zijn er enige mededelingen, o.a. dat door Utrecht rekening is gehouden met een betere verlichting van Mariëndaal, en dat bij diverse bushalten abri’s zullen worden geplaatst. De Gemeenschapsraad heeft aan B. en W. te kennen gegeven, dat er geen bezwaren bestaan tegen de aanvraag van het bestuur der Vereniging voor Chr. Nat. Schoolonderwijs om gelden voor uitbreiding van het schoolgebouw aan de Prinses Margrietstraat, en omtrent de verandering van de inrichting van de Prins Bernhardschool.

Het bestuur van het Zuilense Fanfarecorps heeft aan het gemeentebestuur van Utrecht het verzoek gericht, om op 19 Mei (Hemelvaartsdag) en 30 Mei van het volgend jaar gebruik te mogen maken van het Julianapark voor het houden van een muziekconcours ter gelegenheid van het 55-jarig bestaan. Het bestuur van de Gemeenschapsraad stelt voor ten deze een gunstig advies uit te brengen.

Van het gemeentebestuur van Utrecht is verder o.m. een schrijven ingekomen, dat het in de bedoeling ligt ongeveer f 700- subsidie te verlenen aan het badhuis Elinkwijk voor de kosten van schoolbaden, terwijl het aanleggen van speelvelden voor de jeugd de voortdurende aandacht heeft van het Utr. gemeentebestuur.

Prachtige foto van het monument. (Maar mevrouw staat een klein beetje in de weg.) De foto is gemaakt vanaf de bank, achter de twee bloembakken is een vijvertje met een fontein, en daarachter (van opzij gezien) het eigenlijke monument, dat onder de inwoners van Zuilen al snel de bijnaam ‘De doodskist’ kreeg. U mag raden waarom. Links kijkt u tegen de achterkant van de woningen in de Van der Pekstraat. De Plesmanlaan en de flats aan de Burgemeester Norbruislaan moeten nog gebouwd worden.

Oud Nieuws 12 augustus 1952

Uit een zweefmolen geslingerd

Met verwondingen naar het ziekenhuis

Op het kermisterrein aan de St.-Josephlaan te Zuilen is de 18-jarige G. K. uit Zuilen uit de zweefmolen geslingerd. Waarschijnlijk heeft hij geen gebruik gemaakt van de beveiligende ketting, die zich bij elke zitplaats bevindt. Hij brak een beentje van de linkerhand, kreeg verwondingen aan de elleboog en het oog en een bloeduitstorting. Na de eerste hulp werd de jongeman naar het Stads- en Academisch Ziekenhuis overgebracht. Een onderzoek heeft uitgewezen, dat de constructie in orde was.

Fotobijschrift: de zweefmolen van bovenstaande kermis

Oud Nieuws 11 augustus 1908

De politie uit Zuilen dacht gisteren een persoon aangehouden te hebben, die in het algemeen politieblad gesignaleerd stond als verdacht van diefstal. Na den aangehoudene hierheen gebracht te hebben, bleek het de gesignaleerde niet te zijn. Vergissen is menselijk!

Fotobijschrift: een knipsel uit 1908. Weet niet of de bovenstaande veldwachter toen actief was. Maar hij werd het in ieder geval wel. (en als ik het mis heb: vergissen is…)

De heer Willem Hoek was veldwachter te Zuilen. Hij woonde aan de Amsterdamsestraatweg 947. De foto kreeg ik van een kleindochter, mevrouw Boven. Zei sprak over Willem Koek, maar nadat de foto in het vierde boek over de geschiedenis van Zuilen, onder de ogen van een groot aantal lezers kwam, werd duidelijk dat het om de heer W. Hoek gaat. Hij is vermoedelijk in 1881 geboren. Hij ziet er op de foto wel ouder uit dan 27, dus…

 

Werkspoor Courant 10 augustus 1956

WERKSPOOR KAMP 1956

Als van ouds was de Besthmenerberg te Ommen van 7 tot 11 juli j.l. weer het domein van de Werkspoor-jongens. Als van ouds, omdat het nu reeds voor de achtste keer was dat de pl.m. 500 knapen hun tenten opsloegen op het mooie kampeerterrein van de Stichting Vacantievreugde, midden in de vrije natuur. Haast allen stadsjongens, die dus echt hun hart ophalen als ze vijf dagen met elkaar gaan kamperen. De nieuwelingen nog een beetje vreemd, doch de tweede- en derde-jaars weten hun weetje daar wel.

Ze kennen de mooie vennen, het verre uitzicht van de Besthmenerberg, de steile Regge-oever, de woeste gebieden van Junne, de Vecht; sommigen (de tippelaars), zelfs ook de Lemelerberg. Maar ze kennen ook, en daar zijn het per saldo jongens tussen 15 en 18 jaar voor, het stadje Ommen met zijn jaarmarkt, hetgeen nog wel eens een te grote trekpleister blijkt te zijn. Ook meisjeskampen hebben onvermijdelijk enige aantrekkingskracht, doch de heren leiders weten met wat takt toch het gehele span in bedwang te houden, ofschoon dit begrijpelijkerwijze ook wel eens moeite kost.

Dat het kamp gewaardeerd wordt bewijst de grote deelname, ondank het feit dat dit jaar door de nieuwe jeugd-vakantieregeling de eigen vakantiedagen moesten worden opgenomen.

Voor de natuur behoeven ze niet ver te lopen; dat doen, eerlijk gezegd, de meesten ook liever niet. Het kampeerterrein ligt midden in de bossen. Sportvelden zijn er bij de hand en voor de avonden zijn het de twee openluchttheaters, die verpozing brengen met films, gymnastiek, demonstraties en de zelf ingestudeerde toneelstukken en de muziek door de eigen band.

De dichtbegroeide hoge Regge-oever.

Tussen de Lemeler- en de Besthmenerberg kronkelt de Kegge.

En het weer, zult U vragen. Ook dat valt – zoals iedere vakantieganger zegt – best mee. Het was zelfs enkele dagen vrij warm. De sportdag heeft daaronder te lijden gehad, doch dan is er weer het moderne zwembad dat uitkomst biedt. Sport wordt er natuurlijk druk beoefend: voetbal, volleyball, en niet te vergeten tafeltennis. De eerste dagen vliegen ’s morgens om 6 uur de ballen reeds om je oren.

Als U een goede voetbalwedstrijd wilt zien, moet U de laatste dag in het kamp komen; dan spelen de cracks van W.S.U. en W.S.A. een spannende en sportieve partij voetbal, waar menige profclub of semi-profclub het mee zou kunnen doen. Gelukkig zijn er geen scouts bij aanwezig! Na vele jaren won ditmaal Amsterdam weer eens, doch de leiders brachten in hun volleyball-wedstrijd de balans tussen Utrecht en Amsterdam weer in evenwicht.

U zult begrijpen dat zo’n groot kamp veel voorbereidingen vergt. Veertig tenten moeten er worden opgezet; dit is de taak van de voortrekkers, die een dag eerder arriveren, zodat de jongens bij aankomst hun stro-bed gespreid vinden. En dan het eten, dat in ongelooflijke hoeveelheden wordt verwerkt. Twee broodmaaltijden en één maal warm eten per dag worden geheel door eigen mensen gereed gemaakt, die door hun grote ervaring weten hoe dit moet.

Kortom, het was dit jaar weer een kamp, dat ondanks de bezwaren van zo’n massaal kamp van niet echte kampeerders en al zijn zorgen voor de leiding, toch weer geslaagd mag heten. Het betekende voor de jongens weer een prettige periode in hun Werkspooropleiding, die ze niet gauw zullen vergeten.

Oud Nieuws 9 augustus 1966

OP HET Theo Thijssenplein hoek Jan van Zutphenlaan in Utrecht-noord, bij het terrein van Elinkwijk, is langzamerhand een verkeersgevaarlijke toestand ontstaan door de zich steeds uitdijende heesterbegroeiing, welke door de gemeentelijke plantsoenendienst destijds werd geplant. Het uitzicht wordt daar in ernstige mate belemmert, zodat er al enkele (over het algemeen nog lichte) verkeersongelukken zijn gebeurd.

Een der omwonenden, de heer W. Fokker, heeft al enkele jaren – eigenmachtig overigens – de heesters bijgesnoeid, maar de plantsoendienst merkte dit op en de heer Fokker ontliep ternauwernood een bekeuring. De plantsoenendienst, die het – waar het belemmerde uitzicht betreft – met de heer Fokker eens was, zegde toe de heesters afdoende bij te snoeien, maar daar is het tot nu toe nog niet van gekomen, ofschoon deze belofte reeds ongeveer zes weken geleden werd gedaan. De urgentie van dit geval is nog eens opnieuw onder de aandacht van de betreffende dienst gebracht, zodat verwacht mag worden, dat aan de expansiezucht van de heesters nu paal en perk zal worden gesteld. Uit de foto blijkt wel dat het uitzicht naar rechts beslist onvoldoende is.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Trots op Werkspoor deel 4

Deze week deel vier van de serie van 13 filmpjes die ieder een stukje geschiedenis laten zien van producten die Werkspoor-Utrecht maakte.

Vandaag, 8 augustus 2018 maakt u kennis met weer een vrij onbekend onderdeel van Werkspoor: de Crossleybus. (De ouderen onder u herkennen onmiddellijk de bussen van de Nederlandse Buurtvervoer Maatschappij, de beroemde NBM-bus.)

Werkspoor bouwde honderden autobussen. In licentie werden ook Crossleybussen gemaakt. Het gereedkomen van de honderdste uitvoering werd gevierd: Alle medewerkers werden met de jubileumbus op de foto gezet.

Ook in dit filmpje mag ik als uw ‘museumdirecteur’ meespelen, om u het verhaal zelf te vertellen.

Oud Nieuws 8 augustus 1958

Vier verkeersongevallen met ernstig gewonden

Naar ziekenhuizen overgebracht

(Van een onzer verslaggevers)

Vier verkeersongevallen gebeurden gisteren te Utrecht, waarbij enkele personen min of meer ernstig werden gewond en naar ziekenhuizen moesten worden vervoerd.

Gistermorgen om kwart over tien, reed een door een 18-jarige chauffeur bestuurde vrachtauto over de Amsterdamsestraatweg in de richting stad. Bij de Voltastraat gekomen sloeg de bestuurder linksaf, terwijl van de tegenovergestelde zijde een bromfiets naderde, bereden door de 56-jarige G. S. uit Utrecht. De vrachtwagen-bestuurder gaf de rechtdoor rijdende bromfietser geen voorrang, waarvan een botsing het gevolg was. De bromfietser viel en werd met inwendige kneuzingen en een neuswond naar het Diaconessenhuis vervoerd…

 

Fotobijschrift: wél de goede plek, maar… te laat (of te vroeg). Maar hier is dus het bovengenoemd ongeluk gebeurd.

 

Oud Nieuws 7 augustus 1940

Blijde verwachting in Julianapark

Bij de kraanvogels is familie-vermeerdering op komst. Dezer dagen zullen de eieren uitkomen.

Zooals men weet, verheugt het stadspark aan den Amsterdamschen Straatweg zich in het bezit van een prachtig paar kraanvogels, die daar tezamen met de herten, de pauwen, de kalkoenen en de ganzen de ruime hertenkamp bewonen.

Kraanvogels, aldus vertelt het bekende Artisboek ons, zijn mooie, statige vogels van bijzonder gracelijke statuur, in een zacht blauwgrijs kleed, met wit en zwart afgezet, terwijl de huis van den kop veelal naakt en roodachtig is. Stijlvol zijn vooral de mannetjes getooid met hetzij gekrulde, hetzij verlengde, afhangende veeren aan vleugels en staart.

Behalve door hun stijlvolle verschijning, hun statig voortschrijdende gang en hun eigenaardigen bruiloftsdans – een komisch, deftig menuet, afgewisseld door triomfantelijk geroep – worden ze vooral ook gekenmerkt door hun gewoonte, om nu en dan eensklaps in koor hun schetterende stemmen te laten weerklinken.

Meen echter niet, dat dit slechts voor de leus geschiedt. Gelijk alles in ’t leven van het dier, heeft ook deze gewoonte haar beteekenis; in dit geval een beteekenis voor ’t gemeenschapsleven, dat de soort leidt. Het is een primitieve stemmings- of gemoedsuiting, die door de soortgenooten verstaan en beantwoord wordt en, al naar de omstandigheden, een waarschuwing voor gevaar of mededeeling, die de gemeenschap anderszins ten goede kan komen, kan beteekenen.

De paartijd wordt bij de kraanvogels ingeleid door de bekende sierlijke en luidruchtige paringsspelen. De z.g. kraanvogeldans wordt dan in hoofdzaak door het mannetje uitgevoerd, dat allerlei speelsche en statige passen, afgewisseld door uitgelaten sprongen, ten beste geeft – een en ander onder herhaalde, diepe buigingen en bekoorlijk vertoon van vleugelspreiden.

Het nestelen geschiedt steeds aan den waterkant. In het Julianapark had het wijfje van de hier aanwezige Indische- of Antigonekraanvogels op 3 Juli 1940 op een met zorg uitgezocht plekje aan den vijveroever in een kuiltje in het gras een groot, wit ei gelegd, en – met 2 dagen tusschentijd – daarna de tweede.

Mannetje en wijfje broedden vervolgens afwisselend. De bebroedingstijd is 32 dagen; dezer dagen komen de kuikens dus uit.

Naar A.F.J. Portielje heeft waargenomen, schijnt, na de geboorte der kuikens, het wijfje meer in ’t bijzonder, als omzichtig rondziende moeder, in de nabijheid der kleinen te blijven, terwijl de haan als strijdlustig bewaker van den huwelijksschat optreedt, door, plechtstatig rondschrijdend, andere dieren op een afstand te houden. De haan belast zich ook in hoofdzaak met het aanbrengen van voedsel.

De parmantige kuikens op hun nog onevenredig korte, dikke waadpootjes trippelen straks met de behoedzaam rondstappende deftige ouders mede en steken het nog kort-gesnaveld kopje kordaat in de lucht op het stijf-gestrekt halsje.

Vader en moeder pikken telkens vliegen, insecten of wormen op, om ze terstond daarop met zorgvolle statie uit de punt van den snavel aan hun kroost voor te dienen.

Behalve het paar Antigone-kraanvogels bezit het Julianapark een wijfje van den Jufferkraan; een mannetje ontbreekt nog. Wie van de lezers schenkt het Julianapark alsnog een mannetje?

In het blad Utrecht in Woord en Beeld van 25 april 1930 stond deze foto van het Julianapark. De redactie voorzag de foto van de tekst: ‘Ook een paar kraanvogels behooren tot de gevederde bewoners van het park. Wij troffen hen juist aan op hun avondwandeling, en zij waren vriendelijk genoeg even voor onzen fotograaf te willen poseren! Ook de kraanvogels brengen een groot gedeelte van hun leven aan den Nijl door.’