Oud Nieuws 8 december 1949

Prinses Wilhelminaschool in gebruik genomen.

Zuilen bouwt huizen en scholen

Zaterdagmiddag kwam het bestuur der Vereniging voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs met een aantal genodigden tezamen in de Chr. School Bisschopsplein in verband met de overdracht en officiële ingebruikstelling van de nieuwe Chr. U.L.O.-school aan de Herculesveldstraat.

Hierbij waren tegenwoordig Burgemeester Norbruis, wethouder Ruygrok, de waarn. wethouder, de heer De Wit, de gemeentesecretaris A.J. van der Weerd, de inspecteur van het Lager Onderwijs J. Bierling, de directeur van Gemeentewerken A.G. van Vliet, de gemeente-architect W.C. van Hoorn, Ds. C. Brouwer, de hoofden der openbare en bijzondere lagere scholen, benevens verschillende ouders van leerlingen der Chr. U.L.O.-school.

Nadat Ds. W. Schouten, als voorzitter van het schoolbestuur, deze samenkomst had geopend en de aanwezigen en in het bijzonder de vertegenwoordigers van het gemeentebestuur, het onderwijs en de kerk, hartelijk welkom had geheten, gaf hij burgemeester Norbruis gelegenheid uit naam van het gemeentebestuur het nieuwe schoolgebouw aan het schoolbestuur over te dragen.

Burgemeester Norbruis ving zijn rede aan met erop te wijzen, dat toen in 1939 het gemeentebestuur een openbare Ulo-school stichtte, van alle kanten waarschuwingen werden gehoord, dat het niet bij één Ulo-school zou blijven, maar dat er nog twee zouden bijkomen n.l. een Christelijke en een Rooms-Katholieke Ulo-school. Hierop had de burgemeester toen geantwoord, dat hij dit juist graag zou zien gebeuren, omdat hij op ’t standpunt stond, dat alle richtingen der bevolking in de gelegenheid dienen te worden gesteld de kinderen het benodigde onderwijs te doen geven op de wijze, die men daarvoor het meest geschikt acht. In 1939 werd veel meer tegenstand voor het stichten van een openbare Ulo ondervonden, maar het gemeentebestuur had toen gemeend te moeten doorzetten omdat een school voor uitgebreid lager onderwijs in een gemeente van 20.000 zielen geen luxe was te noemen. De bevolking van Zuilen is uit verschillende oorden toegestroomd en men kan toch niet beweren, dat de honkvasten tot de actiefsten behoren. Aangezien wij in Zuilen een krachtige actieve arbeidersbevolking hebben, moet er gelegenheid zijn, dat de arbeiderskinderen meer onderwijs, dan het gewone lager onderwijs kunnen volgen, zodat zij in het maatschappelijk leven een betre kans krijgen. Zuilen heeft daarom recht op een Ulo-school. Verleden jaar werd de Chr. Ulo-school gesticht en tijdelijk ondergebracht in de tweede Chr. School. De ruimte daarvoor bleek echter te klein te zijn en daarom moest getracht worden hiervoor meer schoolruimte te vinden. De inspecteurs van het L.O. wensten echter Zuilen niet op de urgentielijst 1949 te plaatsen voor het bouwen van nieuwe scholen, omdat zij van mening waren, dat andere gemeenten in hun ressort daarvoor eerder in aanmerking kwamen. Aangezien Zuilen echter centraal gelegen is, werd van de regering toestemming ontvangen proefscholen te bouwen en zo was het mogelijk voor het Christelijke U.L.O. een zogenaamde Finse School en voor het openbaar onderwijs een ‘‘Knoopschool’’ te doen bouwen. De burgemeester zeide zeer verheugd te zijn, dat thans aan het schoolbestuur dit nieuwe schoolgebouw kon worden overgedragen. Hierna droeg hij de school over onder het uitspreken van de wens, dat in dit gebouw onderwijs zal mogen worden gegeven overeenkomstig de statuten en doelstellingen der vereniging. Verder zeide de burgemeester, dat de Chr. U.L.O. het niet gemakkelijk zou hebben, omdat de openbare U.L.O. onder leiding van de heer J.C. van der Wilt in de loop van zijn bestaan zodanige resultaten had weten te boeken, dat deze school thans tot de beste in den lande wordt gerekend. Hij hoopte echter, dat tussen de twee scholen een zodanige samenwerking zou bestaan, dat zij gezamenlijk tot het gestelde doel komen en door onderlinge wedijver het gezamenlijk welzijn zouden bevorderen.

Ds. Schouten dankte de burgemeester voor de gesproken woorden en de overdracht der school en zeide hiervoor zeer erkentelijk te zijn. Van de zijde van het gemeentebestuur was de meest symphatieke medewerking ondervonden en dit stemde tot grote voldoening. Verder bracht hij dank aan de directeur van gemeentewerken, de heer A.G. van Vliet, de gemeente-architect W.C. van Hoorn, aan de bouwer, de N.V. Panagro, en haar uitvoerder, de heer Vlieland, die allen symphatiek hebben medegewerkt als het schoolbestuur soms met afwijkende wensen kwam en daaraan zoveel mogelijk tegemoet kwamen. Hij achtte het Ulo-onderwijs en deze nieuwe school van groot belang voor Zuilen, de gemeente die ons zo na aan het hart ligt.

Hij hoopte, dat deze nieuwe school het levensideaal van de kinderen zou mogen helpen bevorderen door de kinderen meer dan het gewone te doen leren en daardoor de mensen meer door het leven te boeien en het idealisme te verhogen, aangezien er een tekort aan idealisme is.

Hierna sprak de heer Bierling, de inspecteur voor het L.O. Hij zeide, dat de opening van dit schoolgebouw een opening was, waarbij men de inspecteur gerust thuis had kunnen laten, want officieel wist hij van deze school niets, wat niet inhield, dat hij zo nu en dan niet eens stiletjes was komen kijken, waarbij hij opgemerkt had dat aannemer, uitvoerder en de dienst van Gemeentewerken hier weer iets tot stand brachten, dat gezien mocht worden. Ook was hem wel gebleken, dat voor deze confectieschool nog wel afwijkingen waren aangebracht, waardoor men beter kon spreken van maatconfectie, want normaal is zo’n houten Finse school geheel in onderdelen Finland uitgevoerd en worden de bouwelementen pasklaar naar Nederland gestuurd, waar men de zaak maar aan elkaar heeft te spijkeren. In deze school zijn echter nog talrijke voorzieningen aangebracht, zodat van een moderne inrichting kan worden gesproken. Verleden jaar werd de Chr. U.L.O. opgericht met 31 leerlingen, maar juist het aantal voor twee leerkrachten en nu beschikt de school reeds over een eigen gebouw. Dit was een tempo wat de inspecteur met verwondering had waargenomen en zo’n vaart kon hij niet bijhouden. Dit gezegde ontlokte aan Ds. Schouten de opmerking: ‘‘Ja, mijnheer Bierling, U woont in het statige stijve Utrecht, maar wij in het vooruitstrevende Zuilen.’’

Verder zei inspecteur Bierling, dat het onderwijs aan de Ulo-scholen niet een confectie-onderwijs zou worden, doch dat men daar persoonlijkheden zou vormen. Het gevaar bestaat dat in de beperkte tijd die daarvoor staat, ’t onderwijs aan deze scholen in een bepaald keurslijf wordt gedrongen, maar dit diende men tegen te gaan door ook op persoonlijke aanleg der leerlingen te letten. Hij hoopte, dat het onderwijs aan deze nieuwe school met God zou bijdragen tot de vorming van goede mensen. Verder spraken nog Ds. C. Brouwer, als wijkpredikant van Mariëndaal, J.C. van der Wilt als hoofd van de openbare U.L.O. en namens de hoofden der openbare lagere scholen, en S. de Vries namens de hoofden en leerkrachten der Christelijke Scholen. Aan het bestuur werd door S. de Vries een ingelijste spreuk van Abraham Kuyper aangeboden en Adrie Seldenthuis bood namens de  leerlingen een bureaulamp aan voor de hoofdenkamer der nieuwe school.

Het hoofd van de Chr. Ulo-school, de heer v.d. Wal, toonde zich zeer ingenomen met het nieuwe gebouw en bracht allen, die aan de totstandkoming daarvan hadden medegewerkt, zijn oprechte dank. Ook dankte hij de heer De Vries voor de gastvrijheid, die zijn school in de tweede Chr. School had genoten en voor het door deze aangeboden cadeau. Voor de prettige samenwerking tijdens de opbouw was hij de heren Van Hoorn, Van Lenning en de uitvoerder Vlieland zeer erkentelijk, speciaal in verband met de wijze waarop deze heren aan zijn wensen waren tegemoet gekomen.

Hierna sloot Ds. Schouten deze bijeenkomst en ging het gezelschap naar de Herculesveldstraat, waar de 13-jarige leerlinge der school Marietje van Garderen, de officiële opening van het nieuwe schoolgebouw verrichtte door het ontsluiten van de hoofddeur, waarna het nieuwe gebouw door de aanwezigen werd bezichtigd.

Dit nieuwe gebouw is een zogenaamde houten Finse school. De tekeningen hiervoor werden ontworpen door de fa. Laurentius, architectenbureau te Voorschoten. Door de N.V. Nanaro te Warmond werden deze tekeningen opgezonden naar Finland, waar alle benodigde bouwelementen tot in onderdelen werden vervaardigd. Deze bouwelementen werden naar Nederland gezonden en dan liet de N.V. Panagro door een plaatselijke aannemer onder toezicht van één harer opzichters de scholen bouwen. Zo werd de Finse School aan de Herculesveldstraat gebouwd door Ligterinks Bouwbedrijf te Zuilen onder toezicht van de opzichter van de Panagro, de heer Vlieland. Het sanitair werd geleverd door de firma v.d. Mast uit Zuilen, de electrische installatie door de firma Jesse uit Voorschoten en het schilderwerk door de firma Jansen uit Leiden. Op het gebied der verwarming is weer een nieuwtje toegepast. In ieder lokaal is een afzonderlijk verwarmingselement aangebracht, dat de in dat lokaal aanwezige radiatoren verwarmt en met gas gestookt wordt. Dit verwarmingssysteem is een ‘‘Hewa’’ patent uit Den Haag en hierdoor is het mogelijk alleen die lokalen te verwarmen, die in gebruik zijn, zonder dat de gehele verwarmingsinstallatie voor het gehele gebouw gestookt behoeft te worden. Evenals de openbare U.L.O. heeft de Chr. U.L.O.-school een afzonderlijk natuurkundelokaal met expirementeertafels en amphitheatersgewijze geplaatste banken.