De Adelboldstraat

Adelbold II (975-1026) was leerling van de kathedraalschool van bisschop Notger te Luik. Hij ontwikkelde zich in wiskunde en sterrenkunde en doceerde zelf in Luik en Lobbes. Hij correspondeerde met geleerden als Heriger van Lobbes en Gerbert van Aurillac, de latere paus Sylvester II. Hij was misschien ook werkzaam in de rijkskanselarij van keizer Hendrik II en was aartsdiaken van de Luikse Sint-Lambertuskathedraal voordat hij in 1010 benoemd werd tot bisschop van Utrecht.

Voor een beschrijving van de Adelboldstraat ‘van toen’ gaan we aan de wandel alsof het 1938-’39 is en lopen vanaf de St.-Winfridusstraat. Dit tijdspad is niet toevallig gekozen. We beschikken over een adressenbestand uit die tijd, dus kunnen we als we door deze straat lopen aangeven wie er woont of welke winkel er zat.

Veel winkels treffen we in deze straat niet. Nummer 7 huisvest de familie Klaasen. De heer Klaasen heeft een groothandel in horlogefournituren. – Het is jammer dat de heer Klaasen, die later verder gaat onder de naam Klaasen-Kreusen, verhuist naar de Amsterdamsestraatweg en nog later naar de Zadelstraat, hier niet meer zit. Heb zelf vele jaren horloges gerepareerd, dan is zo’n adres dichtbij huis wel makkelijk voor horlogeonderdelen. –

De familie Hoogenboom uit de Adelboldstraat 11 besloot mee te gaan met de rest van de familie. Men emigreerde (twintig man sterk) naar Australië: Voor de verplaatsing van deze 20 familieleden naar de haven werd een touringcar ingezet. Hoogenboom zelf was timmerman, doch meende in dat groeiend Australië betere kansen te hebben.

Op nummer 37 zit kruidenier M. Dammers. In zijn pand komt later een Nutsspaarbank te zitten.

Deze mensen gingen Zuilen verlaten, het werd ze hier te vol. 

Op de foto staat geheel rechts op het trottoir fotograaf Heidenis. In de deuropening van Adelboldstraat 9 staat de familie Neerrijnen. Die mevrouw in haar lichte jurk is onbekend, maar de vrouw naast haar in de deuropening is mevrouw Klaasen. Haar man heeft samen met de heer Kreusen een groothandel in horloge-fournituren. Rechts van de regenpijp zien we de familie Schoenmaker(s). De vrouw met het kindje (Toos) op haar arm is mevrouw van der Kaai, zij woont op nummer 52.

Van de kinderen zijn ook een aantal namen bekend. Zij zijn echter zo op een kluitje gezet, dat ‘aanwijzen wie waar staat’ bijna zeker een flop wordt. Daarom geef ik u alleen maar de namen die tot nu toe bekend zijn. We zien onder anderen: Wim Tukker, Martha van Eimeren, Jan Hogevest, Joop en Wim Schoenmaker, Joop Klaasen, mevrouw Moor staat ook tussen de kinderen, mevrouw Jenner met haar dochtertje op de arm, Marietje van Doorn, Dien Hoge(r)(n)vest, Lieda Moor, Tonnie van Neerrijnen (die zit!), Lies van der Kaai, Beppie van Doorn, Willie van Rijn en als laatste staat vermeld dat er ook nog een dochtertje van mevrouw Jenner bij staat.

 Meer weten over de Adelbolstraat en/of Zuilen: www.museumvanzuilen.nl

Over de familie Hoogenboom die naar Australië vertrok…

In de jaren vijftig en zestig gingen heel veel landgenoten hun geluk elder beproeven. Zij vonden ons land vaak te vol geworden. Maar een hele familie? Zo haalde de familie Hoogenboom de krant wel natuurlijk. Hierover schreef het Utrechts Nieuwsblad van 16 juni 1956:

UTRECHTERS ALS EMIGRANTEN

Hoogenboom-familie pakte het grootscheeps aan

(Van onze correspondent in Australië)

Hoogenboom

Het viel niet mee om de Hoogenboom-familie bijeen te krijgen om een foto te nemen. Ik moest er zelfs de scheepsomroep voor gebruiken. Want terwijl de diverse „vaders Hoogenboom” in de rij stonden om alle officiële plichten jegens douane- en immigratie-autoriteiten te vervullen, hingen andere leden der familie over de reling om de Sydney-groep van de Hoogenbomen te begroeten. Maar op bijgaande foto ziet u toch de Utrechtse groep op het dek van de „Johan van Oldebarnevelt” verenigd.

Twintig „man” sterk geëmigreerd

„Ja, we besloten maar te emigreren”, vertelt mij de „pater familias” der familie, de heer N. Hoogenboom.

In dat „we” zijn vier gezinnen inbegrepen.

Daar waren dan allereerst grootouders Hoogenboom uit de Adelboldstraat 11 in Utrecht. Hun gezinszorg strekt zich nog uit over een zoon van negen en vijf dochters in leeftijd variërend van acht tot eenentwintig. Hoogenboom zelf was timmerman, doch meende in dat groeiend Australië betere kansen te hebben.

Natuurlijk emigreerde hij voornamelijk voor de kinderen. Dan was er de 33-jarige Pieter Hoogenboom uit de Corn. Dirkszstraat 41 in Utrecht. Hij heeft behalve zijn echtgenote ook een dochtertje en twee zoons; de oudste zoon is 15. Hij was stoffeerder en hoopt in Australië weer op de stoel te komen.

Adrianus Hoogenboom, 31 jaar woonde in de Linnaeusstraat 34, bracht mét vrouw, ook twee kinderen mee. Hij volgde vaders voetsporen wat het beroep betreft, evenals de 26-jarige Wilhelmus Hoogenboom, die met vrouw en dochtertje de woning aan de Adelbolstraat 11 had verlaten om zich bij de familie te voegen.

Met z’n allen naar ’t kamp

Neen, een huis was er niet gereed voor hen; hoe zou dat ook kunnen. Je moet in Australië al blij zijn indien je ergens een kamer op de kop kunt tikken.

En daar kan geen familie van twintig in.

Kamp Scheyville, op 60 km afstand van Sydney, bracht de oplossing.

„Het zal hier best gaan”, sprak grootvader Hoogenboom, die de leiding had bij het embarkeren.

„We hebben in elk geval een dak boven ons hoofd”, sprak hij monter. De familie vulde bijna de hele autobus en het was een toer om alle bagage bijeen te houden. Doch met zoveel beschikbare handen was het licht werk en de vrouwen konden op de kleuters letten.

„Hoogenhoom-wijk”

In Scheyville-kamp bezetten ze een „Hoogenbomen-wijk”.

„Gunst nog toe, het viel me hier niks mee toen we pas aankwamen”, erkent grootmoeder Hoogenboom. „Maar weet u, de kinderen zijn direct aan het werk gegaan, maakten de hutten flink schoon en richtten die zo gezellig mogelijk in. En nu is het hier best uit te houden”, zegt ze tevreden.

Nu ja, ze wil uiteraard zo gauw mogelijk uit het kamp zien te komen, maar met zo’n hele sleep bij je, is de oplossing daarvoor niet ineens gevonden.

Doch er zijn genoeg leden der familie die een hamer weten te gebruiken en dan is in Australië dè oplossing: je eigen huis bouwen.

In Hoogenbomen-wijk domineert de Nederlandse taal, ondanks de Polen, Slowaken, Italianen en een tiental andere nationaliteiten die in het kamp zijn.

Over de proviandering behoeft men zich geen zorgen te maken, daar zorgt de grote keuken voor.

Met het werk was het al dadelijk in orde; drie man begonnen in het nabij gelegen Richmond als timmerlieden en het loon is zeer behoorlijk. Er zijn enkele meisjes die op een atelier aan de slag kunnen, zodat het totale inkomen ruimschoots, dat van de kosten dekt!

Dochter ging vóór

Overigens was deze twintig koppen sterke Hoogenboom-familie de dochter T. Werle-Hoogenboom naar deze zijde van de evenaar gevolgd. Want zij was enkele jaren eerder uit de Busken Huetstraat 10 in Utrecht naar Australië getogen, waar Werle als elektrisch lasser nu werkzaam is.

Zij wonen nu in het mooie kustgebied van Ettalong, waar ’s zomers vakantiegangers uit Sydney en het achterland de pensions en stranden vullen.

Dat zij hun familie geen onderdak kon verlenen is te begrijpen.

Werle had geboft, want dank zij een Utrechtse familie had hij bij aankomst in dit land reeds de beschikking over een huis, zodat het kamp in elk geval aan hen bespaard bleef. Het waren mede zijn enthousiaste brieven, die de hele verdere familie de grote oversteek deed ondernemen. Dat versterkt de Nederlandse gelederen hier!