De Groen van Prinstererstraat

De heer G(uillaume) Groen van Prinsterer naar wie deze straat vernoemd werd, was een staatsman en historicus. Hij leefde van 1801 tot 1876 en zijn politieke richting was antirevolutionair.

De Groen van Prinstererstraat maakt deel uit van het eerste complex dat werd gebouwd door de woningstichting ‘Eigen Haard’. In de (ook in Zuilen) verzuilde samenleving aan het begin van de vorige eeuw, werden voor verschillende zuilen aparte woningbouwvereenigingen/stichting opgericht. Naast de algemene woningbouwvereniging ‘Zuilen’, de Rooms-katholieke ‘Prinses Juliana’ en de Socialistische ‘Utrecht’ werd voor de gereformeerde leden van Rehoboth ‘Eigen Haard’ opgericht.

Het complex grenst van de Amsterdamsestraatweg tot aan de Abraham Kuijperstraat en van de Marnixlaan tot aan de Keucheniusstraat. Daarmee is dit de zuidelijkste bebouwing van Zuilen.

Het Museum van Zuilen heeft aan bezoekers (van de StraatReünies) altijd de oproep gedaan om de mooiste, leukste, dierbaarste enz., herinnering op papier te zetten. Voor de Groen van Prinstererstraat kregen we van de oud-bewoner Henk Bloemendaal het volgende verhaal:

Als geboren (16-02-1924) en getogen Zuilenaar in de Groen van Prinstererstraat 44, waar mijn ouders woonden vanaf 1923 ging ik naar de basisschool aan de van Hoornekade, heel toevallig Groen van Prinstererschool geheten. Later ging ik naar de Mulo in Utrecht. Daar deed ik op 28 mei 1940 mijn examen, 14 dagen na de inval van de Duitsers. Gelukkig werd het examen nog wel afgenomen door goeie Hollandse examinatoren die ook de regie voerden. Ik slaagde ook nog. Nu nog aan de slag zien te komen. Dat was in die tijd niet makkelijk, want had je geen werk kunnen vinden, dan werd je als jongen of man geregistreerd en liep je grote kans om in Duitsland te werk gesteld worden. Door bemiddeling van een buurman kon ik bij NS solliciteren en werd in dienst genomen op 21 mei 1941 als schrijver, de gebruikelijke benaming toen van de jongste bediende. Zo ontliep ik het tewerkstellen in Duitsland. Doch helaas keerde het tij in de zomer van 1943.

Toen werd NS verplicht 1500 jonge werknemers in de leeftijd van 17 tot 21 jaar op te geven, die bij de Deutsche Bundesbahn in Duitsland moesten gaan werken op de opengevallen posten van de Duitse spoorwegbeambten, die alsnog waren opgeroepen voor het leger aan de fronten. En zo kregen ik o.a. van NS een grote houten koffer waarin ik kleding, toiletartikelen, een helm en verdere nodige dingen kon meenemen naar Duitsland.

We moesten ons 12 september om 14.00 uur melden op station Amersfoort. Groot verdriet thuis bij de achterblijvers natuurlijk. Het was geen uitzwaaien toen we met de bus naar station Utrecht vertrokken. Mijn vader ging wel mee. Ik droeg die koffer. Maar onderweg zei mijn vader: “Jij gaat niet naar Duitsland, maar stapt in de tram naar Zeist, naar oom Piet en tante Truus, waar jij mag en moet onderduiken”.

Ik was helemaal van slag. Ik had het naar Duitsland moeten ook niet zo zien zitten, maar dit was een volkomen andere wending, die thuis niet was besproken. Er mocht zeker niets uitlekken toen, naar wie dan ook, vanwege eventueel verraad, dus daarom deze door mijn ouders gemaakte afspraak met de familie van mijn moeders kant.

Het “onderduiken” zelf was mij niet onbekend, dat kwam al vaker voor. Maar het vooruitzicht om nu zelf ergens anders te moeten verblijven en bijna niet naar buiten te kunnen op die leeftijd, bang om gearresteerd te worden door de Duitsers of de landverraders, die dit werk ook deden, was niet zo prettig. Hoewel, het was toch beter dan naar dat land te moeten.

Velen in de omgeving en in de familie hebben tijden lang niet geweten dat ik in Zeist was ondergedoken, het werd aardig geheimgehouden thuis. Eenmaal is de politie nog bij mijn ouders thuis geweest om het huis uit te kammen naar mijn aanwezigheid daar in Zuilen. Henk werd niet gevonden en de andere gezinsleden hebben zich op vragen van de politie niet versproken, zij wisten zogenaamd ook niet beter dan dat ik naar Duitsland was…

 Henk Bloemink met zijn houten koffer, gereed om… onder te duiken. Hij schonk deze koffer aan het Museum van Zuilen.

 Meer weten over de Groen van Prinstererstraat en/of Zuilen: www.museumvanzuilen.nl

Facebook reacties