De Cornelis Mertenssstraat

Deze straat werd genoemd naar Cornelis Mertenss, predikant te Utrecht van 1585 tot 1589.

Voor een beschrijving van de Cornelis Mertenssstraat ‘van toen’ gaan we aan de wandel alsof het 1938-’39 is en lopen vanaf de Amsterdamsestraatweg aan de oneven kant. Dit tijdspad is niet toevallig gekozen. We beschikken over een adressenbestand uit die tijd, dus kunnen we als we door deze straat lopen aangeven wie er woont of welke winkel er zat.

Op nummer 7 zit J. van Dijk met zijn handel in chocolade en suikerwerken. Na een lange rij woningen komen we bij nummer 47. Hier worden tijdens onze passage de ‘koloniale waren’ verkocht door de heer H. van Breukelen. Het pand heeft enige ‘geschiedenis’, maar het wordt een ingewikkeld verhaal:

Op dit adres is in 1934 J. Visser (de vader van ‘Visser’s Bandenhuis’ tientallen jaren gevestigd op de hoek Van Egmontkade-Marnixlaan) begonnen met zijn melkhandel. Visser begon hier, op de kruising van de Cornelis Mertenssstraat en de Werner Helmichstraat. Twee jaar later verhuisde Visser naar het pand op de hoek bij de Van Egmontkade, in het pand waar in 1953 de dochter van de bekende Zuilense schillenboer, Engel Grave, een van de eerste, maar zeker een van de bekendste snackbars van Zuilen begint: De Lekkere Hap.

Visser was in die periode al aan het samenwerken met Beer van Zijl, die in de Cornelis Mertenssstraat 59 een garagebedrijf had. Toen kort daarop Van Zijl naar de Marnixlaan vertrok is Visser gestopt met zijn melkhandel en heeft hij de garage en taxibedrijf verder alleen voortgezet.

Aan de ‘even-zijde’ van de Cornelis Mertenssstraat ontbreken de winkels, op de kerk en wasserij na, vinden we hier alleen maar woningen. De Oranjekerk op de hoek is nog in zijn geheel aanwezig. Wat veel mensen niet weten is hoe de achterkant van de kerk eruit zag. Die was vanwege de latere bebouwingen uit beeld. Maar de eerste bewoners van de Cornelis Mertenssstraat hadden nog wel een mooi zicht op deze kerk.

Nummer 38 huisvestte de familie De Keijzer. Een dochter vertelt:

‘Mijn vader, Johannes H. de Keijzer, had een verhuisbedrijf in de Cornelis Mertenssstraat 38 te Zuilen.

Alle drie mijn broers, Pé, Kees en Roel, hebben korte of langere tijd bij mijn vader gewerkt. Zij zijn later hun eigen weg gegaan.

Op 10 mei 1940, de Tweede Wereldoorlog was net uitgebroken, stonden ’s morgens vroeg mannen voor de deur die in opdracht van het bestuur van de gemeente Zuilen de auto kwamen halen. Daarmee was mijn vader meteen zijn inkomsten kwijt. Gelukkig vond hij nog wat werk bij de broers van mijn moeder. Die zaten namelijk ‘‘in het fruit’’.

De verhuiswagen van mijn vader werd ingericht als EHBO-wagen. Voor zover mij bekend heeft hij gedurende de gehele oorlog nooit dienst gedaan. Trouwens, ook de verhuiswagen van de heer W. van Haarlem was gevorderd. De twee auto’s stonden binnen in de garage van de heer Raassink aan de Amsterdamsestraatweg en waren tegen het einde van de oorlog nog in zeer goede staat. Mijn vader dacht na de oorlog meteen weer te beginnen met verhuizen. Dat ging dus niet door, want een paar dagen voor het einde van de oorlog, namen de Duitsers alsnog de auto’s mee om de spullen te vervoeren voor de aftocht.’

Jaren later kreeg J. de Keijzer een vrachtauto toegewezen. Hij moest die zelf gaan halen in Frankrijk.

Kort na de Tweede Wereldoorlog wordt ook een buurtvereniging opgericht die actief is in de Cornelis Mertenssstraat. Deze vereniging plant in de straat een zogenoemde Vrijheidsboom. Om deze boom komt een jaar later een ‘bezienswaardigheid’: een door de smederij Van Leusden uit de Voltastraat vervaardigd sierhek, naar ontwerp van de Zuilense gemeente-architect W.C. van Hoorn.

De vervangende verhuiswagen uit Frankrijk voor J. de Keijzer.

 Meer weten over de Cornelis Mertenssstraat en/of Zuilen: www.museumvanzuilen.nl

Facebook reacties