Op zoek naar de Julianaboom in Zuilen….

Bij gelegenheid van het 25-jarig jubileum van de buurtvereniging ‘Prinses Juliana’ plantte men een Julianaboom. Daarover schrijft het Utrechts Nieuwsblad van 23 augustus 1950. Maar waar staat deze boom? Is hij er nog? Wie helpt?

Zuilen viert weer feest

Feestelijke inzet zilveren buurtv. „Prinses Juliana”

De planting van de Julianaboom

(Van onze Zuilense correspondent)

De feestelijkheden ter gelegenheid van het zilveren feest van de buurtver. „Prinses Juliana” te Zuilen zijn hedenmiddag begonnen.

Ongeveer twee uur verzamelden zich op het feestterrein St. Josephlaan het bestuur, vele leden en vele belangstellenden”; waar de voorzitter de heer P. Boss een rede hield waarin hij een terugblik wierp over de afgelopen 25 jaar memorerende het vele wat verricht was. Hij uitte de woorden van dank tot degenen die daaraan hun beste krachten hebben gegeven. Speciaal werden genoemd de heren G.M. Gummels, oud-voorzitter, J. van Kampen, Th. Verzuu Sr. P. van Ede en A.A. van der Werff, wethouder van Zuilen, die steeds zijn beste krachten ter beschikking stelde.

Na de openingsrede had een gecostumeerde rondgang over het terrein plaats, waaraan door talrijke groepen van kinderen werd deelgenomen. Het was een lange en fleurige stoet, die veel belangstelling trok.

Ongeveer drie uur had een ontvangst van verschillende autoriteiten plaats op het Dr. Schaepmanplein.

Wij merkten hierbij op Burgemeester O. Norbruis die de boomplanting verrichtte, wethouder A.A. van der Werff ( die langzaam herstellende is ), Th.W. Ruygrok, A.C. de Wit, gemeentesecretaris A.J. van der Weerd en vele deputaties van bevriende verenigingen.

Bij de boomplanting werd voorlezing gedaan van een telegram aan H.M. Koningin Juliana: „Vijfhonderd kinderen met hun ouders, leden van de Buurtvereniging Prinses Juliana te Zuilen bijeen bij de planting van een Juliana-boom bij gelegenheid van het zilveren jubileum der Vereniging betuigen Uwe Majesteit hun oprechte aanhankelijkheid en trouw en spreken de wens uit, dat het God moge behagen U vele jaren te sparen als Moeder en Vorstin van land en volk en Uw hooggeacht Koninklijk Gezin. Het bestuur.”

Bij de boomplanting werd de volgende oorkonde in een fles onder de boom gelegd: „Heden 23 Augustus van het jaar des Heren 1950 in het derde regeringsjaar van H.M. Koningin Juliana, in het jaar waarin de gemeente Zuilen het 1200 jarig bestaan vierde, bij gelegenheid van het zilveren jubileum van de Buurtvereniging Prinses Juliana werd deze boom geplant door de Edelachtbare Heer O. Norbruis, burgemeester van de gemeente Zuilen. De vorige boom werd op deze plaats geplant bij gelegenheid van het 2e lustrum der Vereniging in de maand Augustus van het jaar 1935. In de oorlogsjaren van 1940 tot 1945 viel de boom, geveld door onbekende hand, in de nacht door de nood daartoe gedreven ten gevolge van de enorme voedsel- en brandstoffennood die in deze donkere bezettingsjaren heerste.

De leden van de Buurtvereniging rekenden het zich tot een eretaak op dezelfde plaats een nieuwe boom te planten opdat voor het nageslacht zij zal blijven getuigen van hun oprechte wil om gepleegd onrecht te herstellen en van hun aanhankelijkheid en trouw aan onze geëerbiedigde Koningin Juliana, naar wie de boom zal worden genoemd, de Julianaboom. Een lijst van de kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 15 jaar, allen met hun ouders bij deze boomplanting aanwezig gaat hierbij.

Zuilen, 23 Augustus 1950,

getekend door het voltallige bestuur.

Julianaboom

Op de foto: op achtergrond het bestuur, daarvóór aantal kinderen, die deelnemen aan optocht. Meisje met strohoed, daarnaast v.l.n.r.: de heer L. Groeneveld, commissaris P. Verzuu, secretaris, P. Boss, voorzitter, J. v.d. Griendt, penningmeester, P. Overdiek, commissaris, J. van Oostrum, 2e penningmeester, J. Visser, commissaris. De heren A. Kuipers, 2e voorzitter en H. Bosman, 2e secretaris konden niet bij de opname van de foto aanwezig zijn.

Dankzij Augustinessen kwam er een tehuis in de Salvatorkerk.

De zusters Augustinessen zijn nog steeds actief in het pand op de hoek van de Oude Gracht en de Waterstraat. In 1967 kwamen zij ook naar Zuilen. Hierover schreef het Utrechts Nieuwsblad op 22 augustus 1967:

Tehuis voor dertig werkende meisjes in parochiehuis

Zusters Augustinessen kopen Salvatorkerk
en parochiehuis Adr. van Bergenstraat

(Van een onzer verslaggeefsters)

UTRECHT — De Zusters Augustinessen die tot nu toe in Utrecht alleen de beschikking hadden over een gebouwencomplex aan de Waterstraat en de Oude Gracht, hebben zoals deze week gemeld hun bezit uitgebreid. Zij hebben de Sint Salvatorkerk en het daarbij behorende parochiehuis aan de Adriaan van Bergenstraat gekocht.

„Het was hard nodig”, aldus de prior-generaal, zuster A. van Rijssen, „Want wij puilden ons huis hier uit”. De totale kosten van de koop en de verbouwing van de kerk tot een geschikte parochieruimte zijn ongeveer driehonderdduizend gulden.

Het parochiehuis is gekocht van de stichting katholieke jeugdhuizen, die het pand enkele jaren tevoren kocht van de Sint Salvatorparochie. Deze bezit sedert enkele jaren een nieuwe kerk en een nieuw huis aan de Pionstraat. Betreffende de kerk is een voorlopig koopcontract gesloten met de St.-Salvatorparochie, dat in september zal overgaan in een definitief contract.

In het pas gekochte parochiehuis wonen sinds maandag al enkele zusters Augustinessen. In de loop van de maand zullen er nog meer verhuizen vanuit ’t oude gebouw. Maar het parochiehuis is niet alleen voor hen bestemd.

De zusters Augustinessen hebben het ambitieuze plan om in het parochiehuis een tehuis voor werkende meisjes te vestigen. Zij zullen daar, tegen vergoeding voor kost en inwoning, kunnen verblijven en zo verzekerd zijn van hulp in moeilijke tijden, als zij bijvoorbeeld zonder werk komen. In de toekomst kan zo aan een dertigtal meisjes onderdak verschaft worden. Zuster Van Rijssen vertelde dat dit plan al lang leeft bij de orde; in andere steden hebben zij al een dergelijk tehuis.

De kerk zal verbouwd worden tot een ruimte waarin parochie-activiteiten gehouden kunnen worden. Ook komt er een kapel. Een nieuwe naam voor de kerk is nog niet gevonden. Aan de jongelui, die tot nu toe activiteiten ontplooiden in het parochiehuis, zal dan in de kerk ruimte gegeven worden. Ook de club uit Chartroise gaat in de toekomst naar het nieuwe gebouw.

Ruim acht jaar zijn de Zusters Augustinessen op zoek geweest naar een nieuwe ruimte. In het bestaande complex wonen zestig zusters, tien dames die bij het werk helpen, zestien meisjes die een praktijkopleiding volgen (bijvoorbeeld voor kinderverzorgster), twaalf parochiezusters en dan is er nog een Meisjesstad, waar ongeveer 36 vrouwen en meisjes verblijven.

Meisjesstad is een tehuis voor dakloze vrouwen en meisjes, eventueel met hun kinderen, die daar tijdelijk kunnen komen wonen. Het is niet zo, zoals uit eerdere berichten opgemaakt zou kunnen worden, dat er in het nieuwe gebouw een nieuwe afdeling van Meisjesstad komt. Dit blijft alleen aan de Waterstraat.

In het parochiehuis aan de Adriaan van Bergenstraat zal een aantal onderwijzeressen wonen die lesgeven aan scholen verbonden aan de orde, en een aantal van de parochiezusters en de zusters die de clubs in Chartroise leidt.

Salvatorkerk

De Salvator Noodkerk werd door de zusters Augustinessen aangekocht.

Een invalidenwagen voor iedereen (dankzij het Utrechts Nieuwsblad!)

Een invalidenwagen was niet voor iedereen beschikbaar. Dan is het goed als door een goed opgezette actie (van het Utrechts Nieuwsblad) een groot aantal invaliden toch de beschikking krijgen over zo’n vervoermiddel. En wat wáren de ontvangers er blij mee! In het Utrechts Nieuwsblad van 21 augustus 1958 deed men verslag van de uitreiking van de 28ste…

Weer invalidenwagen (nummer 28!) uitgereikt

De 28e invalidenwagen, gekocht van de gift van ƒ 500 van een mevrouw uit Zeist, die onbekend wenst te blijven, werd woensdagavond uitgereikt aan mevrouw M. van Amerongen-Seidel in de Jan van Zutphenlaan 3 in Utrecht.

De 56-jarige mevrouw van Amerongen is al 13 lange jaren reumapatiënte. Haar ziekte openbaarde zich plotseling en bleek niet meer te stuiten.

De zieke bleef niet bij de pakken neerzitten. Zij ondergingen behandeling in het revalidatiecentrum de Hooghstraat in Leersum. Maar al haar eigen flinkheid kon niet verhinderen dat mevrouw Van Amerongen nu al vier jaar in huis moet blijven, waar zij zelf de kleine karweitjes nog opknapt. Voor het grove werk is er hulp van buiten nodig, omdat de heer Van Amerongen zelf hartpatiënt is en eind 1953 zelfs een ernstige hart operatie moest ondergaan.

“Ik moet toch nog wat te doen hebben”, zegt mevrouw van Amerongen blijmoedig en ze handwerkt wat, stopt kousen en sokken.

Door de wagen zijn er voor deze moedige, in Polen geboren en sinds dertig jaar in Nederland wonende vrouw, weer hele nieuwe mogelijkheden. Haar wereld kan weer groter worden dan de muren van het huis, waarin zij woont. Mevrouw Van Amerongen en haar man waren allebei ontzettend blij met de wagen. Dat ziet u ook wel aan de stralende gezichten op de foto. De voorzitter en de secretaris van de Algemene Nederlandse Invaliden Bond, afdeling Utrecht, waren bij deze blijde ogenblikken aanwezig.

Bij de secretaris van de afdeling Utrecht van de ANIB werd f 1.- gebracht door de heer U. te Utrecht ten bate van de actie.

Wilt u ook verder allemaal blijven helpen, met kranten, capsules, etc. de actie tot een volledig succes te maken? Opdat iedere Utrechtse invalide, die het nodig heeft, door u zijn of haar wagen kan krijgen.

 invalidenwagen

Mevrouw M. van Amerongen-Seidel kreeg gisteravond een invalidenwagen van de U.N.-zilverpapieractie. Hier ziet u haar, met haar man, genietend van het nieuwe bezit, dat het echtpaar veel meer bewegingsvrijheid geeft.

Over dokter Wesley, méér dan de huisarts uit Zuilen!

Een van de bekendste huisartsen van het Zuilen ‘van toen’, was dokter Wesley. Zeer betrokken, kundig en hij was vermoedelijk de uitvinder van de uitdrukking: ‘zachte heelmeesters maken stinkende wonden’. Dat maakte hem geliefd bij zijn vele patiënten.  Over zijn overlijden schreef de redactie van het Utrechts Nieuwsblad op 20 augustus 1964 het volgende:

Dr. L.A. Wesley overleden

Op 72-jarige leeftijd is maandag, 17 augustus te Rotterdam overleden dr. L.A. Wesley, die vroeger vele jaren lang als huisarts was gevestigd in het voormalige Zuilen. De begrafenis heeft vandaag te Rotterdam in alle stilte plaats gehad. Dr. Wesley deed in 1916 artsexamen en promoveerde in 1940 tot doctor in de geneeskunde.

Als jong medicus vestigde hij zich in Zuilen in het perceel Wattlaan 6, waar hij een drukke praktijk uitoefende. In 1919 nam hij zitting in het bestuur van de toenmalige Verenigde ziekenfondsen Voorzorg en Hulp bij Ziekte. Hij speelde in 1932 een zeer belangrijke rol in de omzetting van deze organisatie in een maatschappij ziekenfonds. Dat betekende dat behalve artsen en apothekers, zoals dat tot dan gebruikelijk was, ook verzekerden verkiesbaar waren in het bestuur van het fonds. Deze omzetting werd in ’33 een feit. Dr. Wesley was als secretaris van de nieuwe organisatie werkzaam tot begin 1935. Na de oorlog was hij van 1 januari 1946 tot 1 mei 1948 als medisch adviseur aan het fonds verbonden. Hij had toen inmiddels zijn praktijk als arts neergelegd.

In het voormalige Zuilen was dr. Wesley een zeer gezien en buitengewoon kundig geneesheer.

De thans overledene was verder jarenlang voorzitter van de afdeling Zuilen van Het Groene Kruis.

Na zijn vertrek naar Rotterdam was dr. Wesley als medisch adviseur verbonden aan de centraal medische-farmaceutische commissie aldaar.

Wesley

Deze mensen hebben de bloemetjes eens flink buitengezet. Zij deden dat op het terras van het Emma restaurant (Het Julianapark werd op last van de bezetter in de Tweede Wereldoorlog voorzien van een andere naam. ‘Levende leden van het koningshuis mochten niet vernoemd zijn.) om deze officiële foto wat luister bij te zetten.

En het was al zo’n luisterrijk gezelschap! Ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van dokter Wesley werd deze prent gemaakt. Hij zit samen met zijn vrouw in het midden. Naast zijn vrouw zit Zuster Hoogendoorn. Rechts achter de dokter staat met bril, burgemeester Norbruis. Rechts naast de burgemeester staat de heer Brom, en daarnaast staat de gemeentesecretaris de heer A.J. van der Weerd. Zag u ook al dat bordje boven de deur? Joden waren (uiteraard ook op last van de bezetter) niet toegestaan in het restaurant. Dat verklaart dan ook de niet zo vrolijke gezichten.

De politie is je beste vriend, ook in de St.-Winfridusstraat.

Enorme wateroverlast in de woning in de St.-Winfridusstraat, maar dan is daar de politie! En dan is deze redder in nood echt wel ‘je beste vriend’. We lezen erover in het Utrechts Nieuwsblad van 19 augustus 1964:

Acht politiemannen helpen ernstig gedupeerd gezin

Overstroming in de St.-Winfridusstraat

Baby lag in doornat bedje

Acht agenten van de Utrechtse politie hebben vanmorgen om vijf uur de ernstig gedupeerde familie Westland uit de Sint-Winfridusstraat 52 in de Utrechtse wijk Zuilen de helpende handen toegestoken. Met man en macht hebben zij honderden liters smerig bruin water uit het volkomen lekke huis gehoosd. Een hoofdagent, die zich de bijzonder nare situatie erg aantrok, klom in de stromende regen het dak op om naar de oorzaak van de lekkage te zoeken. Volgens zijn zeggen zou het dak volkomen vergaan zijn. Om verdere wateroverlast te voorkomen heeft hij de goot van de muur afgerukt, waardoor het water vrij van het dak naar beneden kon stromen.

Je moet toch maar eens naar Nonny gaan kijken, zei vannacht rond vier uur de heer Westland tegen zijn vrouw. Zij was al eerder bij haar acht maanden oude baby geweest, maar ze had nog niets van lekkage gemerkt. Daarna was ze vast ingeslapen.

Toen ze op het babykamertje kwam, spoelde het water haar tegemoet. Met bakken kletterde de regen door het plafond en langs de muren de kamer in. Nonneke huilde niet, maar was doorweekt en steenkoud.

Hevig geschrokken belde mevrouw Westland brandweer, politie en een arts. Inmiddels was de heer Westland begonnen met het ontruimen van de woonkamer, die nog maar kort geleden ter gelegenheid van het koperen huwelijksfeest nieuw was ingericht. Het water, dat boven een uitweg zocht, liep in stralen naar beneden. Het water was vies en bruin geworden door zijn gang langs plafond, vloer en muren. Snel aangedragen emmers en teilen werden onder de voornaamste waterstralen gezet.

De politie was spoedig ter plaatse. Tijd om te praten en een onderzoek in te stellen gunde men zich nauwelijks. Met acht man baanden zij zich een weg door het overstroomde huis, waaruit de baby en de twee andere meisjes van zes en acht jaar naar gealarmeerde, behulpzame buren waren overgebracht.

Ondertussen had de heer Westland getracht telefonisch contact te krijgen met de op het Kanaleneiland wonende eigenaar van het huis. Hij kreeg echter geen gehoor, zodat hem niets anders overbleef dan persoonlijk de eigenaar te gaan halen.

Ravage

Toen deze de ravage in huize Westland gezien had, zei hij — zo vertelde de heer Westland — dat de afvoerpijp verstopt was. De hoofdagent was tot een andere conclusie gekomen. De eigenaar was niet bereid de schade — die geschat wordt op ruim duizend gulden — te vergoeden.

Bouw – en woningtoezicht heeft inmiddels de zaak in onderzoek. Wanneer zal blijken dat de eigenaar tekort is geschoten in zijn plichten als verhuurder van het huis, verzoekt bouw- en woningtoezicht hem de nodige verbeteringen aan te brengen. Mocht de eigenaar weigeren, dan richten B. en W. een verzoek tot hem en mocht de huiseigenaar dan nog niet van plan zijn iets aan het huis te doen, dan zal bouw- en woningtoezicht de verbeteringen op kosten van de eigenaar aanbrengen. Dit althans is de te volgen procedure, die meestal veel tijd vergt.

Alles nat

Mevrouw Westland, die nog helemaal overstuur was, weet niet goed raad met de natte boel. Stoelen, bedden, kinderkleding, matrassen, alles is door- en doornat. Behulpzame kennissen hebben wat meegenomen om het bij in de haast aangestoken kachels te drogen. De toestand van de baby valt misschien mee. Volgens de arts zou het meisje een lichte longontsteking kunnen hebben opgelopen,

Voor eventueel commentaar zijnerzijds was de huiseigenaar niet te bereiken. Zoals vermeld, zou hij vanmorgen al gezegd hebben dat er alleen sprake was van een verstopte afvoerpijp.

Winfridusstraat

De heer Westland uit de Sint Winfridusstraat 52 in de wijk Zuilen temidden van teilen en emmers. Van de met zorg en toewijding behangen en modern ingerichte woonkamer is na de grote regenval en lekkage niet veel fraais overgebleven.

Winfridusstraat

Een hoofdagent van de Utrechtse politie rukte de goot van de muur om het water vrij naar beneden te laten lopen. Dat gebeurde woensdagochtend in alle vroegte in de Sint-Winfridusstraat 52 in Utrecht.

Over het ongeluk tijdens de bouw in de Lelimanstraat.

Het werken aan de bouw in de Lelimanstraat was nit zonder gevaar. Dat blijkt ook uit dit bericht dat in het Utrechts Nieuwsblad van 18 augustus 1959 stond.

Arbeidsongeval in Zuilen

(Van een onzer verslaggevers)

Een ernstig arbeidsongeval deed zich maandagmiddag om drie uur voor bij een bouwwerk aan de Lelimanstraat in de wijk Zuilen Utrecht. Hiervan werd de 35-jarige timmerman en oud-wielrenner G. Pouw uit de Lepelaarstraat 31 het slachtoffer. Met inwendige kneuzingen werd hij naar bet St.-Antoniusziekenhuis overgebracht.

Op het bouwwerk was men bezig met het omhoog brengen van houten deuren. Dit deed men door de deuren op te hijsen. Op het balkon van de derde verdieping stond de 18-jarige Utrechter J.G. H., die een deur over de balkonrand wilde optrekken. Hierbij leunde H. tegen de betonnen voorwand van het balkon, die tot zijn grote schrik plotseling in beweging kwam en omlaag stortte. H. kon zich ternauwernood staande houden. Het gevaarte van vijfhonderd kilo kwam terecht op de heer Pouw, die juist bij het aandragen van deuren onder de balkons liep. De man werd tegen de grond geslagen. Nadat eerste hulp was verleend, werd hij naar het ziekenhuis vervoerd. Een gelukkige omstandigheid was dat het beton op de deur, die de man droeg, viel. Daardoor schampte de voorwand wat af en kreeg de heer Pouw niet de volle laag.

De arbeidsinspectie stelt inmiddels een onderzoek in. Naar verluidt, zou de betonnen voorwand van het balkon nog niet met bouten in de muur hebben gezeten. Wel waren sommige betonnen voorwanden met touw vastgebonden aan de bouw. Het kan zijn dat het touw van het balkon op de derde verdieping doorgesleten was of zelfs nog ontbrak. Hiernaar wordt een onderzoek ingesteld.

Lelimanstraat

Hier ziet u van welke hoogte (pijl boven) de betonnen voorwand van een balkon aan nieuwbouw in de Lelimanstraat in de Utrechtse wijk Zuilen neerviel op de heer Pouw uit de Lepelaarstraat. De deur, die de heer P. droeg (pijl beneden) ving een deel van de klap, die het vijfhonderd kilo wegende gevaarte gaf, op. De in stukken geslagen voorwand ligt bij de voeten van de arbeiders, die naar de plaats van het ongeval wijzen.

Over de melkboer die niet de trap op wil/kan in Zuilen.

Een verdwenen fenomeen (en niet alleen in Zuilen) is de melkboer. Kwam bij de klanten aan huis en leverde de melk en andere melkproducten dagelijks vers(?!) aan. Met de komst van ‘hoogbouw’ in Zuilen komt er een kink in de kabel. Het Utrechts Nieuwsblad  schreef hierover op 17 augustus 1959:

KLEINE MELKOORLOG IN WIJK ZUILEN

Slijters weigeren voortaan flat-trappen te beklimmen

Deel huisvrouwen „neemt dat niet”

Compromis-voorstel niet aanvaard

(Van een onzer verslaggevers)

HET heeft lang geduurd, maar nu is het dan toch echt helemaal mis met de melkbezorging in de Talmastraat en omgeving in Zuilen. De slijters Groenendaal, Smits en Abrams hebben „de koppen bij elkaar gestoken” en besloten niet meer de naar hun idee eindeloze hoeveelheden trappen van de flats op te klimmen. Zij zeggen de naam „slijter” niet langer méér eer te willen aandoen; al dat geklim, zo menen ze, brengt de leverancier tenminste vijf jaar eerder in zijn graf en bovendien vat hij kou wanneer alle deuren tegen elkaar staan te tochten en hij er, constant transpirerend, door moet.

Dezer dagen is het begonnen, na de vakantie. Plotseling vonden alle flatbewoners een briefje in de bus met de mededeling dat zij ook na de vakantie verondersteld werden hun zuivelwaren beneden aan de wagen te komen halen. Een groot aantal dames heeft hiertegen uiteraard veel bezwaren, omdat niemand trappen klimt voor zijn plezier. Maar derhalve begrijpen zij ook wel dat hun slijter er wat men noemt tabak van heeft.

In de Talmastraat dreigt het echter goed mis te gaan. De conferentie van de drie melkboeren was nog maar net koud, de drukinkt van de huis-aan-huis-mededelingen was nog nat, toen mevrouw Perquin van nummer 93 in conferentie ging met haar mede-flatbewoonsters. Het woord „actie-comité” is uiteraard te weids, maar de dames hebben al vele uren besteed aan onderhandelingen met hun melkboer. Zaterdag is wat dat betreft een lange dag geweest.

Vanmorgen stonden de overleggingen in het teken van intern beraad. Zo vonden wij vier dames in het trappenhuis van de flat waar mevr. Perquin woont. Hoe het zo kwam zal wel altijd onduidelijk blijken, maar tijdens onze informaties groeide dit aantal tot elf, twaalf. Tijdens onze aanwezigheid werd het pas afgekomen compromis-voorstel van melkboer Abrams besproken.

Het slijtende driemanschap redeneert er heel nuchter over: Wij zijn zo ongeveer de enigen in Utrecht die tot nog toe alle trappen beklommen. In de meeste andere wijken gebeurt dit allang niet meer. Waarom wij dan wel? Je sjouwt je kapot en transpireert je ziek als je zeven uur achtereen trap op trap af moet met in iedere hand 25 kilo gezuivelde zaken.

De andere kant

Wat zeggen de dames rondom mevrouw Perquin? Waarom moeten wij daarvan de dupe worden? Stel je voor dat mijn man ’s morgens naar zijn baas gaat en zegt: hier ben ik maar ik doe niets, want daar slijt ik van.

Als we nu toegeven vinden we morgen ook een briefje van de bakker in de bus en overmorgen iets dergelijks van de groenteman. De regelingscommissie neemt geen standpunt in, zeggen de dames. Die geven ons gelijk én ze geven de melkboer gelijk  Laat die saneringscommissie dan consequent zijn en alles vrij geven, zodat wij zélf een melkboer kunnen uitzoeken.

Wel, met die opmerking wordt de klok dan ineens een flink aantal jaren teruggezet. Naar de tijd toen alle melkboeren zich nog veel ongelukkiger sjouwden, liepen en reden, omdat zij hun klanten in de halve stad hadden.

Melkboer Groenendaal, die een andere wijk heeft, is niet zo radicaal als het lijkt. De dames komen wel naar beneden om hun melk te halen, maar eerst is hun slijter naar boven gekomen om de flatbewoonsters van zijn aanwezigheid in kennis te stellen. Abrams ziet ook wel dat het een kwestie is van geven en nemen en dus heeft hij net vandaag bekend gemaakt: ik wil drie dagen per week naar boven komen wanneer de dames als tegenprestatie drie dagen naar beneden willen gaan. Dit voorstel werd dus net besproken toen wij aanwezig waren. Het voorstel werd van de hand gewezen, omdat de dames rondom mevrouw Perquin niet willen schipperen in deze melkoorlog.

Volledigheidshalve zij vermeld dat niet alle bewoonsters van deze flat zich achter de radicale actie hebben gesteld en dus niet weigeren naar beneden te komen. Zij voelen er niet voor hun melkboer te boycotten door de zuivel in de winkel te halen die verderop staat. Boycotten is het woord dat de melkboer zelf gebruikt voor de actie. Abrams voelt trouwens weinig voor inmenging van de pers. Ik ben mans genoeg om m’n eigen kousen op te rollen, aldus drukte hij zich uit.

Nogmaals zij gezegd, dat lang niet alle klanten van het driemanschap hun bezwaren in boycotacties naar voren brengen, maar in deze ene flat woedt de strijd het ergste. De slijters hopen, dat dit initiatief vooralsnog te beschouwen als een klein binnenbrandje, niet overwaait naar andere, reeds gepacificeerde delen van de stad Utrecht, en zo de hele stad weer in vuur en vlam zet.

Dit zegt de regelings – commissie

De heer A.P.H. van Schalk, voorzitter van de commissie die is belast met de sanering van de melkslijterij, deelt ons mee, dat voor de flatbezorging geen regeling is getroffen. Alle slijters organiseren dit in overleg met hun klanten. Het is zelfs zo, dat de organisaties de verantwoordelijkheid van een uniforme regeling, die de slijters verplicht alle trappen op te gaan, niet willen dragen, gezien de grote moeilijkheden die het bezorgen in flats kan meebrengen voor de gezondheid van de bezorger.

Er zijn nog geen conclusies over gemaakt, maar ook wij, aldus de heer Van Schalk, durven die verantwoordelijkheid niet aan. Er zijn inderdaad vele gevallen van mensen die op hun vijftigste jaar reeds „versleten” waren door het zware werk in flatgebouwen.

De ervaring is, dat flatbewoners over het algemeen begrip hebben voor de moeilijke situatie en de slijters wel tegemoet willen komen. Bij moeilijkheden treedt de regelings-commissie vaak bemiddelend op.

De kwestie bediening hoogbouw heeft overigens niets te maken met de wellevendheid van de zijde van de slijters om ouden van dagen, invaliden en vrouwen in verwachting te allen tijde hun diensten aan te bieden, ook als dat het bestijgen van trappen betreft.

melkboer

Aan het eind van de Min. Talmastraat werd de Pedagogenbuurt gebouwd, met de hoge flats, zonder lift…

 

Over het H. Familiealtaar in de St.-Ludgeruskerk.

Aan de Amsterdamsestraatweg in Zuilen, op de hoek bij de St.-Ludgerusstraat werd een grote kerk gebouwd, voor de Rooms-katholieke gelovigen van Zuilen. Zo’n grote kerk is niet ineens helemaal gereed. In de loop der jaren na de officiele ingebruikname worden aanpassingen en verfraaiingen aangebracht. Zo werd drie jaar na de kerkwijding het H. Familiealtaar in gebruik genomen. Het dagblad voor Rooms-katholieke inwoners van Utrecht en omgeving, Het Centrum, schreef hierover op 16 augustus 1927:

DE ALTAARWIJDING IN DE LUDGERUSKERK.

Zondagavond werd te half 7 uur in de St. Ludgeruskerk een plechtig Lof gecelebreerd door Pastoor G. Schilte met assistentie van de beide kapelaans der parochie ter inwijding van het H. Familiealtaar.

Pater Heribertus Mulder, O.F.M. hield de feestpredikatie naar aanleiding van den tekst: ‘‘Het geheele volk offerde aan den Heer’’. De gewijde redenaar herinnerde er aan, dat de gezamenlijke geloovigen het altaar bezitten en voor de gezamenlijke geloovigen het H. Sacrificie der Mis wordt opgedragen: het altaar is van en voor de geloovigen. Het nieuwe H. Familiealtaar moet een aansporing zijn de Kath. families te vormen naar het voorbeeld van de H. Familie te Nazareth. Na de feestpredicatie verrichtte Pastoor Schilte de wijdingsplechtigheden.

Het nieuwe H. Familie-altaar.

Op de zware massieve tombe van bruin en groen geaderd marmer met een in brons gedreven medaillon met de letters J.M.J., verheft zich een retabel in witte savonière, waarop als hoofdfiguur voorkomt de H. Familie.

De beeldhouwer is er in geslaagd een sprekende groep van het heilig Drietal in echt Oostersche typen te geven.

Het Jezuskind van 4 a 5 jarigen loopt stralend van blijde kinderlijkheid onder de beschermende hand van St. Joseph en gesteund door Maria, die met moederlijke liefde maar tevens met eerbied opblikt naar haar goddelijk Kind.

Familiealtaar

Een foto zegt soms meer dan duizend woorden. (En dit zijn er slechts 281.)

Heer Van Leusden 40 jaar bij Werkspoor in dienst.

Werkspoor kende vele jubilarissen. De heer van Leusden is er een in een rij van vele. Maar toch: 40 jaar bij dezelfde werkgever, het is niet meer van alledag. Ook al niet in 1961, want toen vond de redactie van het Utrechts Nieuwsblad  het een reden op er op 15 augustus 1961 het volgende over te schrijven:

Brons voor de heer E. H. van Leusden

DE HEER E.H. VAN LEUSDEN, Van Eimerenstraat 13 in Utrecht, is wegens 40-jarige dienst als draaisnijder bij de N.V. Werkspoor in Utrecht, de eremedaille, verbonden aan de orde van Oranje-Nassau, in brons, toegekend.

Leusden

Portret van de heer E.H. van Leusden.

Over een droevig ongeluk op Amsterdamsestraatweg.

Alweer een ongeluk. Deze keer zelfs met dodelijke afloop. Het heeft jaren geduurd voordat de Amsterdamsestraatweg een beter wegdek kreeg. Maar voordat het zover was zijn er verschillende dodelijke ongelukken gebeurd. Op 14 augustus plaatste de redactie van het Utrechts Nieuwsblad dit artikel:

Twee doden en één zwaargewonde

Droevig ongeluk op Amsterdamsestraatweg

Omstreeks elf uur gisteravond heeft op de Amsterdamsestraatweg, tussen de Marnixlaan en Geraniumstraat, een vreselijk verkeersongeval plaats gehad, dat aan twee mensen het leven heeft gekost. Een van hen overleed onmiddellijk, de tweede kort na aankomst in het ziekenhuis, terwijl een derde in zeer ernstige toestand naar het ziekenhuis werd overgebracht.

Op de Amsterdamsestraatweg, ter hoogte van de zaak van Simon de Wit, wandelde het echtpaar Harreman-Lovestein, wonende Seringstraat 43, in gezelschap van een blinde dame, mevr. Jansen-Willemsen. Dit drietal stak de rijweg over om zich naar hun woningen te begeven. Toen zij zich ongeveer midden op de rijweg bevonden, naderde een autobus van de N.B.M., bestuurd door de heer Th.H., die zich in de richting Utrecht begaf. Deze bus werd door het drietal waarschijnlijk te laat opgemerkt; zij schrokken hevig, begonnen te twijfelen of zij zouden doorlopen of terug gaan, wat als gevolg had, dat de bestuurder een aanrijding niet kon voorkomen. Het drietal werd hard tegen de rijweg gesmakt en zeer ernstig gewond.

Dr. Vinkenborg – die evenals de politie spoedig ter plaatse was – en de eerste hulp verleende, kon helaas slechts constateren, dat mevr. J.W. Harreman-Lovestein, wonende Seringstraat 43, vrijwel direct was overleden.

Haar echtgenoot, de heer J.W. Harreman, werd zeer ernstig gewond en moest naar het Stads- en Academisch Ziekenhuis worden overgebracht worden, waar hij kort na aankomst overleed.

Mevr. H. Jansen-Willemsen, de blinde dame, wonende St.-Josephlaan 43, liep zware verwondingen op en werd eveneens met spoed naar het ziekenhuis vervoerd.

Het echtpaar was respectievelijk 71 en 72 jaar oud.

De autobus werd naar het politiebureau aan de Daalseweg overgebracht ter nader onderzoek.

Het medeleven van de bewoners van de Geranium- en Seringstraat is zeer groot.

dodelijk

De plaats van het ongeluk, de Amsterdamsestraatweg. De plek zelf is door de bomen net niet te zien.