De Huetlaan

De stad Utrecht kent een Busken Huetstraat. Die werd vernoemd naar een bekende Nederlandse letterkundige. Daar kon Zuilen in de wijk Elinkwijk niet mee uit de voeten. De Zuilense Huet‘laan’ dankt zijn naam aan Adrien Huet (1836-1899). Hij begon zijn werkzame leven bij een voorloper van Werkspoor in Amsterdam, te weten de Koninklijke Fabriek van Stoom en andere Werktuigen van de ondernemers Paul van Vlissingen en Dudok van Heel.

Huet studeerde in recordtijd af in Delft en werd daar later hoogleraar. Hij wordt beschouwd als de grondlegger van de studie werktuigbouwkunde in Nederland..

De wijk ‘Elinkwijk’

Door de komst van Werkspoor (1913) en Demka (1916) ontstond een grote behoefte aan woningen in de omgeving van de beide fabrieken. Om een ‘mooie tuinwijk’ mogelijk te maken werd de benodigde grond door de familie Elink Schuurman, voor een matige prijs verkocht. Om de familie voor dit gebaar te eren werd daarom aan de wijk de naam Elinkwijk gegeven.

Het bouwplan is van architect Karel Muller en omvatte: ‘… 310 huizen, met enkele uitzonderingen van winkelhuizen en beambtenwoningen, alle voor werknemers bestemd, die hier voor een lage huur een ruime woning met flinke tuin voor het kweken van groenten verkrijgen.’ De huizentypes verschillen enorm: grote woningen voor de chefs en bazen en kleinere voor de arbeiders.

De Huetlaan

Volgens de tot nu toe beschikbare gegevens uit advertenties in oude kranten en periodiekjes, gecombineerd met het bestand uit 1938-’39 weten we over de ondernemers uit deze laan het volgende: in 1934 begon de heer Hessing, die op nummer 1 woonde, een schoonmaak- annex glazenwassersbedrijf. (Het Museum van Zuilen is op zoek naar een foto van deze man.)

Hessing verhuisde en dan gaat de bankwerker A. van Andel op dit nummer wonen.

Op nummer 3 woonde Boshoff, een elektricien, die als buurman op nummer 5 H. Berkhof begroette (die werkte bij de N.S.)

H.G. van den Dungen, zandvormer, werkte op nummer 7. ‘Zandvormers’ waren in dienst bij Werkspoor en Demka: zij maakten aan de hand van de modellen een vorm in speciaal zand, waarin de te gieten stukken (staal bij de Demka en ijzer bij Werkspoor) werden gegoten.

Dit deden zij met behulp van tientellen stukken speciaal gereedschap: hoekenslikkers, zandhaken, lepels enz.

Op nummer 9 woonde O. Szimkat, hij was ‘staal’vormer bij de Demka. Op dit rijtje woonde ook nog een vertegenwoordigen (J.A. de Rooy), een metaaldraaier (Adr. Hufener) en een schilder (P.G. Langendijk).

Aan de even zijde van de Huetlaan woonde op nummer 2 een weduwe, op nummer 4 een portier van de N.S. (H. van de Ber), op nummer 8 woonde H. Majolée (walser), en op nummer 10 L. Kreijermaat ‘agent van politie’.

Een beroemde telg uit dit nest is Reinier J.P. Kreijermaat. Hij voetbalde als 9-jarige al bij Elinkwijk. Hij speelde ook negen jaar in het eerste elftal en kreeg vanwege zijn gedrongen stevige postuur gecombineerd met zijn stugge hoekige wijze van voetballen de bijnaam Beertje. Zijn debuut als midvoor van het eerste elftal maakte hij in 1951 op vijftienjarige leeftijd. Elinkwijk was toen net gepromoveerd naar de Eerste Klasse. Reinier speelde later succesvol voor Feijenoord, waar hij bijdroeg aan drie landskampioenschappen en Europacupwedstrijden speelde (in 1963 tot aan de halve finale). Reinier kwam twee maal uit voor het Nederlands elftal.

Tenslotte vinden we op de nummer 12 en 14 H. Michels (machine bankwerker) en B. Comes (ijzergieter).

Elinkwijk elftal 1955-’56. Staand v.l.n.r.: Cor van Kilsdonk, Wim Onink, Reinier Kreijermaat, Roel van Dijk, Piet Kraak en Jan van Capelle. Knielend v.l.n.r.: Eef Westers, Jan Klein, Wim de Jongh en Jan Huntink.

Meer weten over de Huetlaan en/of Zuilen: www.museumvanzuilen.nl

Facebook reacties