Oud Nieuws 25 april 1953

Burgemeester Norbruis opende de Jubileumbeurs

In een grote tent, welke geplaatst is in de tuin van het Pastoor Schiltehuis, opende Burgemeester Norbruis hedenavond om half 8 de Jubileumbeurs.

Zaterdagavond 25 April des avonds 7.15 uur, verwelkomde de Voorzitter van de Zuilense Handels Vereniging een groot aantal genodigden van de Z.H.V. Aanwezig was het voltallige college van B. en W., de gemeentesecretaris de heer A.J. van der Weerd, de directeur van Gemeentewerken de heer van Vliet, de heer van Hoorn, gemeente-architect, Pastoor W. van Albach, de heer W.P.H. v. Hees, voorzitter Woningbouw Zuilen, wnm. Corpschef de heer de Vries en bijna alle leden der Z.H.V.

‘‘In verband met het eerste lustrum van onze vereniging’’ aldus de voorzitter, ‘‘werd in een ledenvergadering besloten tot het benoemen van een Jubileum-commissie, met als opdracht het organiseren van een Handelsbeurs, een feestavond en zo mogelijk een winkelweek. In deze commissie werden benoemd de heren P. de Jong als voorzitter, I. Groenberg en W. Röben, aangevuld met de bestuursleden van Kilsdonk, de secretaris Kissing en de voorzitter. In een prettige verstandhouding met het bestuur van onze vereniging zijn deze plannen verwezenlijkt. De beschikbare ruimte in dit gebouw was te klein om alle exposanten de gelegenheid te geven te exposeren. Deze tent is geplaatst om ook het publiek de gelegenheid te geven te genieten van muziek en voordracht. De U welbekende artist Lou Bandy, zal hier Maandag en Vrijdagavond voor het publiek optreden. Het aantal amateurs dat zich spontaan aanbood, is zo groot, dat het programma over 3 avonden verdeeld moest worden.

Ofschoon men de dag niet moet prijzen voor het avond is, wil ik toch reeds nu Voorzitter de Jong en zijn mannen, dank zeggen voor de wijze waarop e.e.a. is voorbereid. Er zijn vele vergaderingen en besprekingen aan vooraf gegaan en op papier klopt alles als een bus. Aan onze Jubileumcommissie zal het niet liggen, wanneer alles niet verloopt zoals zij het zich hebben ingedacht.

Dankbaar zijn wij ook, voor het afstaan van dit gebouw door de exploitatie-commissie van het Pastoor Schiltehuis. Ik verzoek aan alle standhouders dit gebouw, het troetelkindje van de heer van Hees, waarin zij tijdelijk hun bedrijf uitoefenen, niet te beschadigen. Ik verzoek U voorzichtig te zijn met vuur, omdat veel van het tentoongestelde uiterst brandbaar is.

In de loop van haar 5-jarig bestaan heeft de Z.H.V. zich niet uitsluitend bepaald tot het gezamenlijk voeren van propaganda. Aan talrijke liefdadige instellingen, verenigingen en dergelijke heeft zij steun verleend. Ook op deze beurs zult U aantreffen de vereniging voor Kankerbestrijding en de Stichting ’40-’45.

Namens het bestuur en namens de Jubileumcommissie wens ik alle standhouders in de komende dagen veel succes en goede zaken’’.

Burgemeester Norbruis opende hierna de Handelsbeurs met de navolgende rede:

Mijnheer de Voorzitter, Geacht Bestuur, Dames en Heren.

Volgaarne voldoe ik aan Uw verzoek deze Handelsbeurs te openen.

U moet dat zien als een symbool. Vijf jaren bestaat nu de Z.H.V. en steeds heeft het gemeentebestuur met de grootste belangstelling gevolgd hoe er in Uw organisatie een groeiende activiteit werd gevonden.

Ook nu weer bieden de vele goede stands het bewijs, dat er in de gemeente mensen van handel en bedrijf worden gevonden met energie en durf en het geheel van de beurs toont aan, dat er onderling een saamhorigheidsgevoel bestaat, dat in de loop der jaren zeer belangrijk is toegenomen.

Ik verheug mij hierover zeer en ben er trots op, dat ook nu weer tegenover de bevolking wordt getoond, op welke wijze ook hier zuiver aangevoeld wordt hoe de behoeften en mogelijkheden liggen.

Ik hoop niet, dat het arrogant zal worden gevonden, dat de gemeente de centrale stand op het podium heeft ingenomen.

Het bestuur der gemeente wil hiermede demonstreren, dat het in de sterke progressiviteit de gedurfde pogingen van Uw organisatie wil stimuleren en ook het eigen grondbedrijf wil doen meewerken aan de algemene vooruitgang van de gemeente.

Moge de kracht der samenwerking en de noodzakelijke wisselwerking van particulier initiatief en een goede overheidsbemoeiing ook van deze beurs weder uitgaan tot verhoogde bloei van ons eigen gemeentelijk leven en van al de inwoners die nu het getal 26000 naderen afzonderlijk.

In Voorlopig Verslag:

Weinig geestdrift voor opheffing van Zuilen!

Vele leden van de Tweede Kamer hebben het Voorlopig Verslag op het wetsontwerp tot wijziging van de grenzen van de gemeente Utrecht minister Beel duidelijk voor ogen gehouden, dat de gemeente Zuilen vierkant staat tegenover de gemeente Utrecht. De Kamerleden vrezen, dat Zuilen de goede poging van de minister om een compromis te vinden – het instellen van een gemeenschapsraad – niet bijzonder zal waarderen. De gemeente zal die meer zien als een vergulden van de bittere pil.

Wanneer Zuilen de opheffing van deze gemeente in een ander licht had gezien en daarnaast van de zijde van Utrecht meer toenadering had ondervonden, en ook wanneer er stemmen uit Utrecht geklonken hadden, die wezen in de richting van een welwillend staan tegenover een poging om het eigene van Zuilen te behouden en wanneer op deze basis een gesprek tussen deze gemeenten had plaatsgevonden, zouden de Kamerleden met meer geestdrift tegenover het voorstel van de minister hebben gestaan.

Van Toen en Nu: Zuilen en Amsterdam

Elke plaats of gemeente heeft zijn eigen karakter. Zo heeft de gemeente Zuilen kenmerkende eigenschappen, welke haar oorsprong vinden in de historie van haar ontstaan en die heden ten dage nog in vele opzichten haar karakter bepalen. Bij het beschouwen daarvan, valt allereerst op dat Zuilen bestaat uit een zeer gemengde bevolking, met Amsterdammers als, relatief steeds kleiner wordende, kern. Toen in 1912 de N.V. Werkspoor haar filiaal in Zuilen stichtte, vestigde zich hier een 40-tal Amsterdammers. Namen als: Zachte, Smit, de Leeuw, Tielrooy, Klaassen, Krebs, Beugelink, Dirks, Heyt, v.d. Spa, Oorthuis, Jongkind, Burger en vele anderen herinneren nog aan deze pioniers. Deze kern werd spoedig met velen uitgebreid. Het behoeft geen nader betoog, dat de vestiging van honderden jonge Amsterdamse gezinnen in onze gemeente een volkomen ommekeer te weeg bracht in het rustige dorpje Zuilen. De nieuwe bewoners voelden zich onwennig. Zij vonden hier, hetgeen zij in Amsterdam ontbeerden. Een frisse ruime woning, met veel zon en lucht en ruimte. Wat zij hier in ruime mate brachten, was de gemoedelijke omgang, zo speciaal eigen aan de rasechte Amsterdammers.

Haar isolement

Van enig contact met Utrecht was niet of nauwelijks sprake. Een verbinding met bus of tram naar de stad was er nog niet. Bovendien, de zo kenmerkende, enigszins stijve Utrechtse aard, de echte ambtenaars-mentaliteit lag hen niet.

Winkels waren er bijna niet. Deze Amsterdammers vormden, doordat zij op elkaar waren aangewezen, een gemeenschap, hetwelk zich manifesteerde in het stichten van de coöperatie Oostenburg aan de Amsterd. straatweg, naar Amsterdams voorbeeld. Spoedig kon men daar van alles kopen. Van kleding, kruideniers en bakkerswaren, tot groente en aardappelen toe. Namen als Dirks, Heyt, Doorgeest de bedrijfsleider, de thans overleden latere Wethouder N.A. Zachte en de chef-bakker Slotboom, zijn onverbrekelijk met de historie van ‘‘Oostenburg’’ stand kunnen houden, totdat zij, nu enkele jaren geleden, werd overgenomen door de Utrechtse Coöperatie.

Aan de behoefte naar lectuur werd ook toen al voorzien. De bekende familie Beugelink stelde toendertijd hun woning beschikbaar voor het verhuren van boeken van de Openbare Leeszaal. Als grappige bijzonderheid kunnen wij U vertellen dat velen er een gewoonte van maakten zittend op de grond meteen maar hun boek uit te gaan lezen, zodat het echtpaar Beugelink somstijds met 20 of meer lezende mensen zat opgescheept. In 1922 stichtte de O. Leeszaal hier een filiaal. De heren Moes en Beugelink gaven een groot deel van hun vrije tijd aan de werkzaamheden verbonden aan dit werk.

De toenmalige gemeentebestuurders van Zuilen trokken zich aanvankelijk niet veel aan van de Werkspoorders. Utrecht trof de meest noodzakelijke voorzieningen. De reinigingsdienst enzovoorts, werd door Utrecht verzorgd. Daarbij meende het Zuilens gemeentebestuur uit die dagen, dat Utrecht Nieuw-Zuilen wel spoedig zou annexeren.

Zuilens groei

De groei van Zuilen nam al spoedig grote vormen aan. Naast het werk van de Woningbouw Vereniging Zuilen noemen wij het ontstaan van de woonwijk ‘‘Elinkwijk’’, nauw verwant aan de N.V. Werkspoor.

Naast de woningbouw kwam een houten R.K. noodkerk tot stand. De Gereformeerden bouwden een kerkje aan de Daalseweg, dat tot op heden nog steeds dienst doet. De Hervormden bouwden eveneens een noodgebouw aan de Daalseweg. Het troetelkind van Dr. Wesley, het Groene Kruis, begon haar zegenrijk werk. Er werd in de jaren ’14-’20 door de bewoners van Nieuw-Zuilen een koortsachtige activiteit ten toon gespreid. Verenigingen rezen als paddestoelen uit de grond. Het oude ‘‘Schaftlokaal’’ van Werkspoor zou, zo het kon spreken, U veel kunnen vertellen van de hart verscheurende drama’s welke mensen als v.d. Pas, Ebbeling, Schuttershoef, Hania en zovele anderen voor het voetlicht brachten. Een inbreker zou gemakkelijk werk hebben gehad als in Zuilen een uitvoering plaats vond want geen inwoner bleef thuis. Diverse Zondagsscholen deden hun greep op de jeugd, de Arbeiders Jeugd Centrale ontstond onder de bezielende en vooral bekwame leiding van het echtpaar Brands, overal blijdschap brengende met hun frisse levenslust. Door de doortrekking van de Utrechtse tram naar de Bessemerlaan en later Westinghousestraat en de snelle aanbouw van vele woningen werd de ‘‘Woningbouw Zuilen’’ uit haar isolement verlost. Ondanks de grote werkeloosheid die spoedig na de vorige oorlog intrad, kreeg Zuilen een prachtige R.K. Kerk en verrees de Oranjekerk, beide aan de Amsterdamsestraatweg.

In de loop der jaren groeide de N.V. Werkspoor uit tot een machtige fabriek evenals de inmiddels in Zuilen gevestigde Staalfabriek van de Muinck Keizer. Beide fabrieken bleven mensen aantrekken uit ’t land. Werkspoor hoofdzakelijk Amsterdammers en de Staalfabrieken veelal Friezen en Groningers. Al deze, hun geboorteplaats verlatende, mensen stichtten in Zuilen hun eigen verenigingen.

De crisis van ’30

Een zwarte bladzijde uit de geschiedenis van Zuilen vormt de crisis, welke in 1930 haar hoogtepunt bereikte. Zuilen telde meer dan 1000 werkelozen. Vele arbeiders, jarenlang werkzaam op Werkspoor, kwamen zonder werk. Ook de Demka ontsloeg noodgedwongen veel personeel. De werkeloosheids-uitkering was hier lager dan in Utrecht. In deze jaren heeft Zuilen veel te danken gehad aan talrijke mannen en vrouwen, die werkten voor crisis- en ontspanningscomité’s.

Mensen als wijlen Mevr. Brands-te Boekhorst en Otten-Gabler e.a. gedenken wij met eerbied.

De gemeente Zuilen en haar inwoners beleefden zorgelijke tijden. Zuilen werd armlastig en de enige uitkomst die men toen nog zag was ‘‘annexatie’’. Utrecht aanvaarde deze erfenis niet.

De bevolking heeft zich in de daarna volgende jaren sterk uitgebreid, vermengd en aangesloten en van een specifiek Amsterdams karakter mag niet worden gesproken. Velen van de mannen en vrouwen die in 1912 uit Amsterdam naar Zuilen zijn gekomen, hebben het tijdelijke met het eeuwige verwisseld. Maar hun invloed op het leven in Zuilen is tot op de dag van vandaag nog onmiskenbaar aanwezig, speciaal in de Jubilerende Woningbouwvereniging ‘‘Zuilen’’. Ook een vereniging als bijvoorbeeld ‘‘Elinkwijk’’, eveneens ontstaan uit het initiatief van ‘‘pioniers’’, draagt nog onmiskenbaar de sporen van een hechte, besloten vriendenkring waar buitenstaanders niet zo gemakkelijk het wezen van snappen.

Een vrij Zuilen

Zuilen: zelf gebouwd! Haar woningen en kerken, haar scholen, haar verenigingen, instellingen en prachtige winkelstand. Zuilen, dat zich uit de crisis van de dertiger jaren heeft opgericht en die het nu mocht beleven dat Maandag j.l. een groep internationale artsen ook haar nieuwe scholen in ogenschouw kwam nemen.

Dat de voldoening mocht smaken, dat de bouwwereld van Nederland het nodig oordeelde kennis te nemen van haar originele wijze van woningen bouwen. Het is die drang naar blijvende onafhankelijkheid en het zelf doen, dat de Zuilense bevolking afkerig doet zijn van annexatie.

Vooral nu de noodzaak, door het financieel gelijkstellen van gemeenten niet meer nodig is.

Geen Utrechtse mentaliteit

De bevolking van Utrecht is door haar universiteit en groot getal ambtenaren anders ingesteld dan Zuilen. De als het ware onderdanige eerbied, die de rasechte Utrechter kenmerkt voor alles wat studeert of heeft gestudeerd, ontbreekt de Zuilenaar ten ene male. De pioniersarbeid die door de bewoners van Nieuw-Zuilen moest worden verricht, hebben hen een andere kijk op de samenleving gegeven. Zij zijn onafhankelijker en hebben een eigen oordeel, zich daarbij in leven en streven één voelende met de bestuurders hunner gemeente.

 

Zuilen wanhoopt niet

Veertig jaren zijn voorbijgegaan, veertig jaar, voor de geschiedenis maar een bagatel, maar voor het karakter van de gemeente Zuilen beslissend. Daarbij moet dankbaarheid ons vervullen voor alles wat die Amsterdammers, die mannen en vrouwen van Kattenburg, Oostenburg en omgeving, uit de sfeer van hun geliefde Mokum in hun nieuwe woonplaats Zuilen tot stand wisten te brengen. Het is de eerbied voor het gegroeide en overal bespeurende frisse levensmoed voor de toekomst, die het deze ruim 25000 zielen tellende gemeente de voorgenomen annexatie als een fout, erger nog, als een onrecht doet gevoelen!

Fotobijschrift: Van een eerdere beurs, maar wél in het Pastoor Schiltehuis. Let vooral op die prachtige tekst boven de ingang!

 

Facebook reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *