Het Natuur-historisch museum te Zuilen

Oud Nieuws 22 december 1937

Het Natuur-historisch Museum in

het Julianapark geopend

——

Groote belangstelling van officieele zijde. – Wethouder H.A. Bekker verricht opening.

In het Julianarestaurant is hedenmiddag het Natuur-Historisch Museum, waarover wij gisteren reeds uitvoerig schreven, geopend.

Onder de velen aanwezigen merkten wij onder meer op de heeren  O.  N o r b r u i s, Burgemeester van Zuilen, Dr.  d e  L a n g e, gemeente-secretaris van Utrecht,  Z e e g e r s, P l o e g  en W a s l a n d e r, wethouders van Utrecht. Hoofdcommisaris van Politie, Dr. S c h u u r m a n s  S t e k h o v e n, waarn. directeur van het Zoölogisch Laboratorium,  V a n  D i s s e l,  oud-directeur van Staatsboschbeheer,  S m u l d e r s, oud-wethouder van Utrecht en vele gemeenteraadsleden, terwijl voorts vertegenwoordigers van de Utrechtsche Biologenvereeniging aanwezig waren.

Wethouder H. A.  B e k k e r  verrichtte de opening. Spr. bracht dank aan allen, die hebben medegewerkt tot de totstandkoming van dit museum, waarop wij hier niet verder behoeven in te gaan, daar wij gisteren hierover reeds schreven.

De heer Roeleveld dankte het bestuur van de “Stichting Julianapark” voor haar medewerking en schetste het nut van dit museum. Tenslotte dankte spr. dengenen die hem hebben geholpen bij de samenstelling van zijn verzameling.

Tenslotte sprak de heer  O.  N o r b r u i s,  burgemeester van Zuilen, eenige woorden. Spr. memoreerde, hoe door toedoen van wijlen den heer  K o l  Zuilen een nieuwe woonwijk is geworden in de omgeving van het prachtige Julianapark, in den volksmond nog steeds het “park van Kol” geheeten. Spr. spreekt de hoop uit, dat het nieuwe museum zal bijdragen tot de ontwikkeling der menschen voor de natuur.

Het museum werd hierna bezichtigd.

Fotobijschrift: Een afbeelding uit ‘Utrecht in Woord en Beeld’ van 19 oktober 1934. Voor de tekst maak ik gebruik van het origineel. Onder de kop: ‘Aanwinsten voor het Julianapark te Utrecht’ lezen we: ‘Het ei van een struisvogel en dat van een winterkoninkje verschilt nogal van afmeting, en daartusschen zijn er ook eieren van allerlei kleur en kaliber. De heer Roeleveld heeft er een groote verscheidenheid van verzameld, zooals men hier kan constateren.’

Facebook reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *